Oekraïne, van graanschuur tot wapenfabriek
Van tanks, drones en granaten tot machinegeweren. In het zog van het Duitse Rheinmetall gaan ook Tsjechische, Franse en Britse producenten wapenfabrieken in Oekraïne bouwen. Als het van president Zelenski afhangt, is dat nog maar het begin van de uitbouw van de defensie-industrie.
Oekraïne is economisch en militair een opmerkelijke bocht aan het inzetten. Voor de oorlog had het land een bloeiende wapenindustrie waarin vele tienduizenden mensen werkten. Antonov bouwde militaire transportvliegtuigen en Motor Sich produceerde straalmotoren, terwijl andere bedrijven in Oekraïne een reputatie opbouwden met de productie en export van houwitsers, raketten, pantservoertuigen en de gereputeerde tank T-84 Oplot, die tot enkele jaren voor de oorlog met Rusland vooral aan het buitenland (Thailand) werd verkocht.
Helaas wist de Russische president Poetin perfect waar die wapenfabrieken gelegen waren, waardoor het gros ervan bij de start van de Russische invasie werd gebombeerd. Maar Oekraïne zou Oekraïne niet zijn, als het geen veerkracht en verbetenheid zou tonen. Onder impuls van de Oekraïense president Zelenski heeft Kiev vorig jaar al een ambitieus plan uitgewerkt om van Oekraïne in sneltempo opnieuw “een internationale militaire hub” te maken. Net zoals het land dat destijds was voor de Sovjet-Unie, zij het dit keer voor het andere kamp: het Westen.
250 wapenfabrikanten uit 30 landen
Kiev ziet de ontwikkeling van de binnenlandse defensieproductie als een belangrijke impuls voor de Oekraïense economie, die als gevolg van de oorlog met ongeveer een derde is gekrompen. De wapenproductie is in 2023 verdrievoudigd en zal dit jaar naar verwachting zelfs verzesvoudigen dankzij de lokale productie van onder meer tanks, houwitsers, pantservoertuigen en drones. Althans, dat verklaarde Zelenski vorig jaar op een bijeenkomst van de internationale defensie-industrie in Kiev eind september, waarop toen liefst 250 wapenfabrikanten uit 30 landen aanwezig waren.
Op die conferentie probeerde Oekraïne toen volop nieuwe westerse investeringen aan te trekken. En dat niet alleen door te zwaaien met een jaarbudget van 7 miljard dollar voor nieuwe aanbestedingen. Ook de lage arbeidskosten in Oekraïne en de nabijheid van het grootste en meest actieve slagveld ter wereld waren op papier belangrijke troeven.
Duitsers, Tsjechen, Turken
Op dat moment hadden alleen Rheinmetall (artilleriegranaten) en het Britse BAE (lichte machinegeweren) concrete plannen om een fabriek in Oekraïne te bouwen. Maar na de bijeenkomst was dat aantal volgens Kiev aangegroeid tot twintig. Sterker nog, eerstgenoemde grote Duitse wapenfabrikant kondigde recent zelfs aan dat het liefst vier fabrieken in het land gaat bouwen, voor munitie, legervoertuigen, buskruit en luchtafweerwapens. “Oekraïne is nu een belangrijke partner voor ons, waar we een potentieel zien ( qua verkoopcijfers, red.) van twee tot drie miljard euro per jaar”, klonk het bij de presentatie van Rheinmetalls jaarcijfers.
Sindsdien lekten steeds meer concrete namen uit. Niet alleen Duitse wapenbedrijven zoals MBDA Deutschland (luchtafweer) en Flensburger Fahrzeugbau Gesellschaft (pantservoertuigen), maar ook Amerikaanse producenten zoals General Dynamics (artilleriegranaten) en Tsjechische wapenbedrijven als Ceska Zbrojovka (machinegeweren) en CSG (tanks en artilleriegranaten) sprongen op de kar en kondigden de bouw van nieuwe wapenfabrieken in Oekraïne aan via lokale joint ventures op korte termijn.
De Turkse producent van de Bayraktar-drones, die de Russische aanvalstroepen in Oekraïne al heel wat schade toebrachten, bouwt sinds februari zelfs al volop een nieuwe fabriek. Die moet volgens de laatste berichten over enkele maanden productieklaar zijn op een geheime plaats nabij Kiev.
Lokaal wanbeheer
De Europese Commissie werkt aan een regeling die de Oekraïense wapenindustrie in de kaart speelt, onder meer door Europese subsidies en btwvrijstellingen voor joint ventures met Oekraïense wapenbedrijven
Als het van president Zelenski afhangt, is dat nog maar een begin. Al twijfelen critici eraan of zijn ambitieuze groeiplannen wel haalbaar zijn. Hoewel de militaire industrie van Oekraïne weliswaar nog steeds beschikt over honderden fabrieken met tienduizenden arbeiders, zijn die in de praktijk vaak fel geteisterd door Russische raketaanvallen of kwijnen ze weg onder tientallen jaren van wanbeheer.
Zo ging een buskruitfabriek van de Oekraïense overheid in februari 2023 failliet, door een zware schuldenlast. En het door de Oekraïense staat gedirigeerde militaire conglomeraat Ukroboronprom – een gigant met 67.000 werknemers in dienst, volgens zijn website – kon
lange tijd niet omgevormd worden tot een bedrijf dat in staat was om een joint venture op te richten met een westers wapenbedrijf, schreef het Amerikaanse Time Magazine begin dit jaar. Een van de redenen was dat een van zijn werknemers werd beschuldigd van hoogverraad vanwege het doorspelen van militaire geheimen aan Rusland.
Het resultaat is dat de Oekraïense wapenproductie in het eerste jaar van de Russische invasie ronduit schamel was. Op papier mag Oekraïne in staat zijn om een groot deel van zijn eigen wapens te bouwen, maar lokaal wanbeheer, herhaalde Russische raketaanvallen en tal van flessenhalzen in de aanvoerketen – onder meer een groeiend gebrek aan buskruit en raketbrandstof – bemoeilijkten lange tijd dat proces.
Ook Fransen happen toe
Om de wapenproductie echt te kunnen aanzwengelen, heeft Oekraïne dringend westerse knowhow nodig. Dat betekent nieuwe licenties voor de productie van moderne wapens en buitenlandse investeringen in nieuwe, lokale productiesites. Vanzelfsprekend is dat voor veel westerse wapenfabrikanten allerminst. Er is geen verzekeringspolis op de markt die hun fabrieken in Oekraïne beschermt tegen Russische raketaanvallen. En hoe discreet zullen de Oekraïners – in het verleden waren er al grote omkoopschandalen – met de handelsgeheimen van hun westerse partners omgaan? Om die en andere problemen te vermijden, vestigden sommige westerse fabrikanten zich tot voor kort liever in nabijgelegen landen als Polen of Litouwen. Daardoor moest de Oekraïense defensie-industrie zich tot nu toe vooral beperken tot het invoeren en opkalefateren van oude militaire stocks uit het buitenland, voornamelijk uit de VS.
Maar sinds kort lijkt dat te veranderen. De Europese Commissie werkt aan een document dat de Oekraïense wapenindustrie naar het hart van de nieuwe westerse oorlogsmachine moet katapulteren, mede dankzij Europese subsidies en btw-vrijstellingen voor joint ventures met Oekraïense wapenbedrijven.
Met succes, zo lijkt het. Begin maart maakte de Franse minister van Defensie, Sébastien Lecornu, bekend dat ook drie Franse defensiebedrijven via joint ventures in Oekraïne fabrieken gaan bouwen voor de productie van drones, militaire landvoertuigen en reserveonderdelen. Eén naam die daarbij al uitlekte, is die van het Franse-Duitse KNDS, dat in Oekraïne de Europese “tank van de toekomst” zal gaan bouwen. En op de recente top van de Weimar-groep (Polen, Frankrijk en Duitsland) half maart beklemtoonden ook Macron en Scholz formeel dat hun landen de lokale wapenproductie in Oekraïne versneld zullen helpen opdrijven.
Eén miljoen drones
Too little, too late, vrezen critici. Gezien het groeiende militair onevenwicht aan het front kan Kiev het zich immers niet veroorloven daarop te wachten. De superieure mankracht en artillerievoorraden van Moskou zetten het Oekraïense leger over het hele front zwaar onder druk. En dus focust Kiev zich op korte termijn vooral op quick wins in de eigen industrie, om Rusland vandaag al volop militair pijn te kunnen doen. Met als voornaamste speerpunt het opvoeren van de binnenlandse productie van drones.
Vorig jaar investeerde Oekraïne ongeveer een miljard dollar in zijn binnenlandse droneprogramma en dit jaar zal dat dubbel zoveel zijn. Ongeveer tweehonderd bedrijven op geheime locaties in Oekraïne produceren nu drones voor het leger, gaande van lokale private start-ups in kleine garages tot grote staatsbedrijven in fabrieksgebouwen uit het Sovjettijdperk. Om veiligheidsredenen verspreiden Oekraïense dronefabrikanten zoals TAF drones de productie bewust over twaalf locaties in zes steden.
Lokaal wanbeheer, Russische raketaanvallen en flessenhalzen in de aanvoerketen – onder meer een gebrek aan buskruit en raketbrandstof – bemoeilijkten de Oekraïense wapenproductie
Die locaties worden bovendien om de drie maanden gewijzigd, verklaarde ceo Oleksandr Yakoven op de Oekraïense tv-zender Espreso.
Het doel van Zelenski is om een miljoen lichte drones en 11.000 midden- en langeafstandsdrones te produceren. Die laatste modellen kunnen tot ruim 1.000 kilometer achter de linies militaire en logistieke doelwitten in Rusland aanvallen. Het resultaat daarvan was de voorbije weken en maanden te zien: niet alleen werd al ruim de helft van de 34 olieraffinaderijen in Rusland door Oekraïense drones aangevallen, ook tal van Russische marineschepen in de Zwarte Zee werden al door Oekraïense drones zwaar beschadigd of tot zinken gebracht. Op dat vlak lijkt Kiev al weinig of niets meer van het Westen te kunnen leren.