Van der Poel ontpopt zich steeds meer tot Meneer Ronde van Vlaanderen
Geen wedstrijd die zo naadloos bij Mathieu van der Poels kwaliteiten aansluit als de Ronde van Vlaanderen. Met een memorabele solo zette de Nederlandse duizendpoot dat zondag meer dan ooit in de verf.
Was er in de geschiedenis van de wielersport ooit een renner meer geschapen voor de Ronde van Vlaanderen dan Mathieu van der Poel? Met een zelden geziene dominantie zette de Nederlander zondag als vijfsterrenfavoriet de Hoogmis van het Vlaamse voorjaar naar zijn hand. Nadat hij in 2020 en 2022 Vlaanderens Mooiste in de sprint had gewonnen, had hij deze keer aan de streep alle tijd om als een ideale ambassadeur zijn Canyon in de lucht te steken – hetzelfde beeld als na het jongste WK veldrijden.
Op zijn persconferentie een uur na de wedstrijd voelde Van der Poel zich nog steeds “helemaal kapot” na wat hij zijn “zwaarste Ronde ooit” noemde. Een slijtageslag die tot stand was gekomen door de regen en wind in de finale, maar ook door de manier waarop er was gekoerst, met een snelle aanhef en tegenstrevers als Matteo Jorgenson en vooral Mads Pedersen die al op meer dan honderd kilometer van het einde stokken in de wielen probeerden te steken.
Geen moment evenwel slaagde de sinds woensdag onthoofde concurrentie erin om de wereldkampioen en diens ploeg in verlegenheid te brengen. Alpecin-Deceuninck, waarvan het soortelijk gewicht van tevoren links en rechts in twijfel was getrokken, bleef keurig op de rails. “Eén keer slechts reed er een vrij grote groep weg, maar de toestand was nooit kritiek”, verklaarde Van der Poel. Op de Valkenberg zette de Nederlander zelf de situatie recht, waarop hij zijn troepen de opdracht gaf om de wedstrijd tot aan de Koppenberg onder controle te houden.
Toen het begon te regenen, wist Van der Poel dat het op de Koppenberg chaos zou zijn. “Ik ken de beelden van het verleden en weet van in de Koppenbergcross dat je er moeilijk grip hebt als de kasseien glad liggen. Ik begon als eerste aan de klim gewoon om uit de problemen te blijven.” Terwijl in zijn rug renners te voet stonden en de rol van de Koppenberg in vraag werd gesteld, rondde de wereldkampioen alleen op kop de top. “Dat was niet echt het plan, maar vanaf dan was er geen weg meer terug.”
Favoriete wedstrijd
Door zijn dichtste achtervolger Jorgenson niet op te wachten, koos Van der Poel nochtans voor de moeilijkste weg: een solo van 45 kilometer, de langste onemanshow sinds de 56 kilometer lange raid van Philippe Gilbert in 2017. Een onderneming die in Oudenaarde zou uitmonden in een voorsprong van ruim een minuut, de grootste voorsprong sinds de overwinning van Fabian Cancellara in 2013.
Met zijn derde zege hees Van der Poel zich zondag naast de recordhouders Achiel Buysse, Fiorenzo Magni, Eric Leman, Johan Museeuw, Tom Boonen en Fabian Cancellara. Alleen Buysse (24 jaar in 1943) en Leman (26 in 1973) waren bij hun derde triomf nog jonger dan de Nederlander, die op 19 januari zijn 29ste verjaardag vierde.
Hoewel hij natuurlijk de veelzijdigheid in persoon is, ontpopt Van der Poel zich zo steeds meer tot Meneer Ronde van Vlaanderen. Met zijn 75 kilogram voor 1,84 meter belichaamt hij exact de gemiddelde lengte en gewicht van de winnaars van de Ronde van Vlaanderen sinds die wedstrijd in 2012 een make-over kreeg. Op zes deelnames zet de Noord-Brabantse puncher een onuitgegeven reeks neer: 4de, 1ste, 2de, 1ste, 2de, 1ste.
In de slopende uithoudingsproef die de Ronde sinds 2012 meer dan ooit is, kan Van der Poel zijn pk’s helemaal kwijt. Met zijn techniek en stuurvaardigheid verteert de zesvoudige wereldkampioen veldrijden op een zuinige manier het draai- en keerwerk, kiest hij efficiënt positie in de stormloop naar hellingen en kasseistroken, én blijft hij op de fiets als de Koppenberg in een glijbaan is herschapen.
Raas en Kuiper voorbij
“Ik begon als eerste aan de Koppenberg gewoon om uit de problemen te blijven”
Mathieu van der Poel
Hoe indrukwekkend Van der Poels veroveringstocht ook was, de 108ste editie van Vlaanderens Mooiste zal bij het (Vlaamse) publiek vooral een wrange bijsmaak nalaten, niet alleen vanwege het gebrek aan spankracht in het laatste uur. Onvermijdelijk is er de gedachte dat de wedstrijd al bij de generale repetitie woensdag werd beslist, toen in de afdaling naar de Kanarieberg het noodlot toesloeg en Wout van Aert werd uitgeschakeld. Hoe verleidelijk ook, alle speculaties over hoe de wedstrijd had kunnen lopen zonder die voorafgaande dramatische wending, zullen altijd vijgen na Pasen blijven. Het feit dat enkele favorieten voor de start al waren uitgeschakeld of toegetakeld, doet ook geen afbreuk aan Van der Poels overwinning.
Met het verglijden van de tijd zal ook de asterisk naast deze jaargang worden uitgegomd en zullen uiteindelijk vooral erelijsten en palmaressen de leidraad voor het collectieve geheugen vormen. Wat dat laatste betreft, heeft Van der Poel nu vijf monumenten achter zijn naam. Daarmee rijdt de wereldkampioen definitief Jan Raas en Hennie Kuiper uit het wiel en mag hij zich de succesvolste Nederlandse klassieke renner ooit noemen.
Naesen eerste Belg
Nadat er vorig jaar voor de tweede editie op rij geen Belg op het podium stond, was het voor de eerste landgenoot in de uitslag nu afzakken tot de zevende plaats van Oliver Naesen. In de 111 jaar lange geschiedenis van de wedstrijd was het alleen in 1997 nog dieper zoeken, toen Jo Planckaert als beste Belg achtste werd.
Na de uitschakeling van Wout van Aert en Jasper Stuyven en het eerdere forfait van Arnaud De Lie waren de vaderlandse verwachtingen sowieso niet veel hoger gespannen. De uitslag is ook niet meer dan een momentopname, die niets verandert aan de realiteit dat het Belgische wielrennen momenteel in weelde baadt, met dit jaar nu al 31 UCIprofkoersen door een landgenoot gewonnen. Sinds de invoering van de UCI WorldTour in 2005 was die oogst tot en met de dag van de Ronde van Vlaanderen nooit zo rijk.
Uitslag: 1. Mathieu van der Poel (Ned/Alpecin--Deceuninck) de 270,8 km in 6u05:17 (gem. 44,481 km/u); 2. Luca Mozzato (Ita) op 1:02; 3. Nils Politt (Dui); 4. Mikkel Bjerg (Den); 5. Antonio Morgado (Por); 6. Magnus Sheffield (VSt); 7. Oliver Naesen (Bel); 8. Dylan Teuns (Bel); 9. Alberto Bettiol (Ita); 10. Toms Skujins (Let); 11. Michael Matthews (Aus); 12. Tim Wellens (Bel) 1:16; 13. Riley Sheehan (VSt) 2:02; 14. Kamil Malecki (Pol);
15. Tiesj Benoot (Bel); 16. Valentin Madouas (Fra); 17. Joshua Tarling (GBr); 18. Yves Lampaert (Bel); 19. Matteo Trentin (Ita); 20. Max Walscheid (Dui) 2:41.