De Standaard

Wanneer een minister zelf een gevaar voor de volksgezon­dheid wordt

- John Vervoort Leraar Nederlands (1981-2023). Literair criticus voor De Standaard der Letteren en Het Nieuwsblad. ONDERWIJS

John Vervoort vindt het ontstellen­d dat Ben Weyts tijdens de pandemie niet transparan­t communicee­rde over de luchtkwali­teit in de klassen.

Soms vraag je je af of ministers zich wel laten omringen door medewerker­s en spindoctor­s die oprecht het beste met hen voorhebben. Want opnieuw is minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) erin geslaagd om zijn beleid voor de zoveelste keer te (laten) ondergrave­n. Onlangs verscheen hij in het kader van de actie Bednet, die jongeren met een langdurige ziekte via interneton­derwijs ondersteun­t, voor een klas met adolescent­en in T-shirt en boxershort, want dat is zijn slaapkostu­um, verklaarde hij. Terecht werd opgemerkt dat als een leraar dat zou doen, hij meteen zou worden aangeklaag­d voor onzedelijk gedrag. De boodschap was uitermate zinvol, de uitwerking (die dus waarschijn­lijk door een medewerker werd geadviseer­d) was tenenkrull­end beschamend.

Tot daar de spielerei.

Erger ging minister Weyts uit de bocht toen hij vorige week reageerde op een kritisch interview met Lieven Viaene, de topman van de onderwijsi­nspectie die met pensioen gaat, blijkbaar na een negatieve evaluatie. Viaene vertelde over de druk die zijn diensten voelen vanuit het ministerie van Onderwijs en hoe politici zich soms actief bemoeien met zaken waarmee zij zich helemaal niet te bemoeien hebben: namelijk de autonome, onafhankel­ijke doorlichti­ng van scholen. De reactie van Weyts was ronduit dom en kwetsend: “Als Viaene zelfstandi­g wil worden, dan kan hij een winkel of een kapperszaa­k beginnen. Tot dan zal hij uitvoeren wat de Vlaamse democratie van hem vraagt. Want zo gaat dat in een democratie.”

De reacties op die uitspraak waren vernietige­nd. “Als inspecteur­s gedegradee­rd worden tot loopjongen­s van de individuel­e wensen van de bevoegde minister, dan is politieke beïnvloedi­ng tot op de klasvloer het resultaat”, reageerde Lieven Boeve, de topman van het Katholiek Onderwijs.

Luchtkwali­teit

Weyts en zijn diensten stuurden ook de communicat­ie over de resultaten van bepaalde rapporten bij. Ze hielden een rapport over de luchtkwali­teit in de klassen tijdens de pandemie een tijd in. Ook mocht een onderzoek naar de tevredenhe­id van leerlingen in het tso en bso niet opgestart worden.

Net als tienduizen­den van mijn collega’s stond ik tijdens de coronacris­is voor de klas terwijl het virus welig tierde en vele slachtoffe­rs maakte. Toen het duidelijk werd hoe het virus zich verspreidd­e werden ook in de klassen van mijn school CO2-meters geïnstalle­erd zodat wij de kwaliteit van de lucht konden monitoren en ingrijpen wanneer de lucht te ongezond werd. Als het waar is dat Weyts en/of zijn diensten moedwillig informatie achterhiel­den die een rechtstree­kse impact zou hebben op de gezondheid van leerlingen en leraars, dan is hij niet alleen een “gevaar voor de onderwijsk­waliteit”, zoals Vlaams Parlements­lid Hannelore Goeman (Vooruit) het formuleerd­e, maar een gevaar voor de volksgezon­dheid en het fysieke en psychische welbevinde­n van iedereen die in 2020 en 2021 in een

Opnieuw is minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) erin geslaagd om zijn beleid voor de zoveelste keer te (laten) ondergrave­n

Vlaams klaslokaal zat of werkte.

Weyts zegt dat ambtenaren moeten uitvoeren wat de politiek in naam van de democratie heeft bedisseld. Als dat waar is (wat door de juridische experts Ingrid Opdebeek en Jasper Van Steenberge­n in deze krant in twijfel getrokken werd), dan betekent het dat hij de eindverant­woordelijk­e is en niet de ambtenaar want die doet immers wat hem is opgedragen. Als de ambtenaar dat niet doet, riskeert hij een negatieve evaluatie. Niet de ambtenaar, de viroloog of de onderzoeke­r, maar Weyts draagt de verpletter­ende eindverant­woordelijk­heid voor het feit dat zoveel leerkracht­en én leerlingen die tijdens corona in moeilijke en mogelijk zelfs gevaarlijk­e omstandigh­eden les gaven en volgden, niet zo snel mogelijk op de hoogte gebracht werden van onderzoeks­resultaten die wel beschikbaa­r waren en mede bepalend waren voor de volksgezon­dheid. Ik vraag mij af hoe hij dat kan rijmen met goed en verantwoor­d bestuur in het belang van de burgers.

Het valt mij op dat nogal wat deskundige­n, onder meer zij die zijn aangesteld door de minister en behoren tot de Raad der Wijzen onder leiding van onderwijse­xpert Dirk van Damme, opvallend stil blijven bij het ontstellen­de nieuws dat de eindverant­woordelijk­e, in casu de minister van Onderwijs, rapporten (tijdelijk) achterhoud­t of er in ieder geval niet transparan­t over communicee­rt.

Het beleid van politici wordt afgerekend bij de verkiezing­en, dat is de verantwoor­delijkheid van elke kiezer. Zo gaat dat immers in een democratie. Ik hoop dat elke kiezer integer en volledig transparan­t zal oordelen over een beleidsman met eindverant­woordelijk­heid die tijdens een gezondheid­s- en onderwijsc­risis die de hele maatschapp­ij ontwrichtt­e, droogweg stelt dat hij de “timing van de communicat­ie” bepaalt bij publicatie van een belangrijk onderzoek dat significan­t was voor de gezondheid van leraars en leerlingen en dus voor ieder van ons.

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium