Wanneer een minister zelf een gevaar voor de volksgezondheid wordt
John Vervoort vindt het ontstellend dat Ben Weyts tijdens de pandemie niet transparant communiceerde over de luchtkwaliteit in de klassen.
Soms vraag je je af of ministers zich wel laten omringen door medewerkers en spindoctors die oprecht het beste met hen voorhebben. Want opnieuw is minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) erin geslaagd om zijn beleid voor de zoveelste keer te (laten) ondergraven. Onlangs verscheen hij in het kader van de actie Bednet, die jongeren met een langdurige ziekte via internetonderwijs ondersteunt, voor een klas met adolescenten in T-shirt en boxershort, want dat is zijn slaapkostuum, verklaarde hij. Terecht werd opgemerkt dat als een leraar dat zou doen, hij meteen zou worden aangeklaagd voor onzedelijk gedrag. De boodschap was uitermate zinvol, de uitwerking (die dus waarschijnlijk door een medewerker werd geadviseerd) was tenenkrullend beschamend.
Tot daar de spielerei.
Erger ging minister Weyts uit de bocht toen hij vorige week reageerde op een kritisch interview met Lieven Viaene, de topman van de onderwijsinspectie die met pensioen gaat, blijkbaar na een negatieve evaluatie. Viaene vertelde over de druk die zijn diensten voelen vanuit het ministerie van Onderwijs en hoe politici zich soms actief bemoeien met zaken waarmee zij zich helemaal niet te bemoeien hebben: namelijk de autonome, onafhankelijke doorlichting van scholen. De reactie van Weyts was ronduit dom en kwetsend: “Als Viaene zelfstandig wil worden, dan kan hij een winkel of een kapperszaak beginnen. Tot dan zal hij uitvoeren wat de Vlaamse democratie van hem vraagt. Want zo gaat dat in een democratie.”
De reacties op die uitspraak waren vernietigend. “Als inspecteurs gedegradeerd worden tot loopjongens van de individuele wensen van de bevoegde minister, dan is politieke beïnvloeding tot op de klasvloer het resultaat”, reageerde Lieven Boeve, de topman van het Katholiek Onderwijs.
Luchtkwaliteit
Weyts en zijn diensten stuurden ook de communicatie over de resultaten van bepaalde rapporten bij. Ze hielden een rapport over de luchtkwaliteit in de klassen tijdens de pandemie een tijd in. Ook mocht een onderzoek naar de tevredenheid van leerlingen in het tso en bso niet opgestart worden.
Net als tienduizenden van mijn collega’s stond ik tijdens de coronacrisis voor de klas terwijl het virus welig tierde en vele slachtoffers maakte. Toen het duidelijk werd hoe het virus zich verspreidde werden ook in de klassen van mijn school CO2-meters geïnstalleerd zodat wij de kwaliteit van de lucht konden monitoren en ingrijpen wanneer de lucht te ongezond werd. Als het waar is dat Weyts en/of zijn diensten moedwillig informatie achterhielden die een rechtstreekse impact zou hebben op de gezondheid van leerlingen en leraars, dan is hij niet alleen een “gevaar voor de onderwijskwaliteit”, zoals Vlaams Parlementslid Hannelore Goeman (Vooruit) het formuleerde, maar een gevaar voor de volksgezondheid en het fysieke en psychische welbevinden van iedereen die in 2020 en 2021 in een
Opnieuw is minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) erin geslaagd om zijn beleid voor de zoveelste keer te (laten) ondergraven
Vlaams klaslokaal zat of werkte.
Weyts zegt dat ambtenaren moeten uitvoeren wat de politiek in naam van de democratie heeft bedisseld. Als dat waar is (wat door de juridische experts Ingrid Opdebeek en Jasper Van Steenbergen in deze krant in twijfel getrokken werd), dan betekent het dat hij de eindverantwoordelijke is en niet de ambtenaar want die doet immers wat hem is opgedragen. Als de ambtenaar dat niet doet, riskeert hij een negatieve evaluatie. Niet de ambtenaar, de viroloog of de onderzoeker, maar Weyts draagt de verpletterende eindverantwoordelijkheid voor het feit dat zoveel leerkrachten én leerlingen die tijdens corona in moeilijke en mogelijk zelfs gevaarlijke omstandigheden les gaven en volgden, niet zo snel mogelijk op de hoogte gebracht werden van onderzoeksresultaten die wel beschikbaar waren en mede bepalend waren voor de volksgezondheid. Ik vraag mij af hoe hij dat kan rijmen met goed en verantwoord bestuur in het belang van de burgers.
Het valt mij op dat nogal wat deskundigen, onder meer zij die zijn aangesteld door de minister en behoren tot de Raad der Wijzen onder leiding van onderwijsexpert Dirk van Damme, opvallend stil blijven bij het ontstellende nieuws dat de eindverantwoordelijke, in casu de minister van Onderwijs, rapporten (tijdelijk) achterhoudt of er in ieder geval niet transparant over communiceert.
Het beleid van politici wordt afgerekend bij de verkiezingen, dat is de verantwoordelijkheid van elke kiezer. Zo gaat dat immers in een democratie. Ik hoop dat elke kiezer integer en volledig transparant zal oordelen over een beleidsman met eindverantwoordelijkheid die tijdens een gezondheids- en onderwijscrisis die de hele maatschappij ontwrichtte, droogweg stelt dat hij de “timing van de communicatie” bepaalt bij publicatie van een belangrijk onderzoek dat significant was voor de gezondheid van leraars en leerlingen en dus voor ieder van ons.