Toenemende kopzorgen over elektrisch rijden
Voor het eerst sinds de uitbraak van de pandemie ligt het driemaandelijkse verkoopcijfer van Tesla lager dan een jaar eerder. Het bedrijf wijst op externe factoren, zoals een brandstichting in Berlijn en verstoring van de aanvoerketens via de Rode Zee. Maar het zou weleens kunnen dat er meer aan de hand is. De elektrificatie van het wagenpark lijkt minder snel te verlopen dan gehoopt en verwacht werd.
Bij het grote publiek blijft de weerstand tegen elektrisch rijden groot. Waarom meer betalen voor een auto met minder gemak? Overal waar elektrisch rijden een snelle opmars heeft gekend, is dat gebeurd dankzij royale fiscale voordelen of subsidies. België is een goed voorbeeld. De snelle elektrificatie betreft vrijwel uitsluitend het bedrijfswagenpark. Zelfs de premie van 5.000 euro die de Vlaamse regering heeft uitgeloofd, kan de modale autokoper maar matig bekoren. Het succes ervan is minder overweldigend dan verwacht.
Voor autofabrikanten is dat een serieuze kopzorg. De problemen bij Audi Brussels bewijzen dat. Onder impuls van de overheid hebben de constructeurs gekozen voor een traject van snelle elektrificatie. Maar als de consument niet volgt, dreigt een onevenwicht tussen vraag en aanbod. Volgens sommige schattingen zullen er dit jaar 13,5 miljoen elektrische auto’s van de band rollen, terwijl de vraag naar verwachting zal blijven steken op 9,8 miljoen stuks. Daardoor kan er een overschot ontstaan, met voorraden die tegen afbraakprijzen van de hand moeten worden gedaan. De winsten die nodig zijn om de transitie te financieren, zullen dan snel verdampen.
Maar er is geen weg terug. Het traject naar klimaatneutraliteit heeft al te veel vertraging opgelopen. Reizen per vliegtuig heeft terecht een klimaatonvriendelijk imago gekregen, maar dat mag ons niet doen vergeten dat de uitstoot via het wegtransport nog altijd vele malen hoger ligt. Volgens het plan worden in Europa auto’s met verbrandingsmotoren na 2035 grotendeels uit de showroom verbannen. Een scenario waarin de consumenten in de aanloop naar dat moment nog massaal auto’s op fossiele brandstoffen aanschaffen, zolang het nog kan, zou de ultieme nachtmerrie zijn – zowel voor de constructeurs als voor het klimaat.
We hebben nog elf jaar om de situatie ten goede te keren. Dat is niet veel. Vooral omdat de complexiteit van
het probleem eerder groter dan kleiner lijkt te worden.
Er is geen weg terug: het traject naar klimaatneutraliteit heeft al te veel vertraging opgelopen