“Ik wilde iets intiemer, minder dansbaar en meer verhalend”
Als bassiste van Dishwasher en Zwangere Guy maakte Louise van den Heuvel al grote indruk. Onder de naam Sonic Hug pakt de Nederlandse nu uit met een eigen project waarmee ze op tournee door Vlaanderen trekt. “Ik voel me al meer Belg dan Nederlander.”
“Of ik nu op het podium sta met Dishwasher, Zwangere Guy of StéphaneGalland&TheRhythmHunters, het zijn altijd projecten met harde basklanken en veel energie”, vertelt Louise van den Heuvel (27), de Nederlandse basgitariste uit Maastricht die al lange tijd in hartje Brussel woont. “Toen ik van Jazzlab en het platenlabel De Werf carte blanche kreeg om een eigen band op poten te zetten, wilde ik datzelfde vuur terugvinden in iets veel intiemer, minder dansbaar en meer verhalend, voor een luisterend publiek. Zoals Joni Mitchell dat zo goed doet.”
Dat de iconische zangeres een groot voorbeeld is voor Van den Heuvel, hoor je meteen op ‘Hold me’ – het eerste nummer op Sonic Hug, zoals ze haar project, band en album heeft gedoopt – met die gelijkaardige, hoge stem. Want ja, ze speelt dit keer niet alleen elektrische bas, op drie van de acht nummers zingt ze ook. “Tot nog toe had ik hooguit wat backings gedaan”, vertelt ze. “Dus dat was wel een beetje eng. Je moet dat wel durven, hé.” In ‘Innerland’ en ‘Blauwe velden’ zingt ze opvallend lager, en doet ze zelfs wat aan Lana Del Rey denken. Ze begrijpt de vergelijking. “In die nummers klinkt mijn stem inderdaad warmer. Misschien omdat ik die geschreven heb toen ik nog rookte. Nu lukken die lage klanken mij niet meer.”
Scandinavische inspiratie
Van den Heuvel is blij dat ze een eigen band heeft. “In Dishwasher zijn we met drie en de samenwerking is er fijn en leerzaam. Toch had ik nood aan het maken van muziek waar ik zelf de volledige verantwoordelijkheid voor draag, al is het schrijven van de nummers dan wel een eenzamer proces.”
Dishwasher speelt een hybride muziekvorm, een mix van stijlen met veel elektronica en etnische invloeden. Bij Sonic Hug ligt het jazzgehalte veel hoger. “Dat is niet echt een bewuste keuze. Ik heb me laten inspireren door Scandinavische bands zoals die van Gustaf Ljunggren, en ADHD, waar ik toen vaak naar luisterde. Ik wilde weg van het virtuoze, back to basics, zeg maar.” Al hoor je in haar basspel zeker ook invloeden van Jaco Pastorius, de meest virtuoze basgitarist uit de jazzgeschiedenis. “Die boventonen in ‘Hold me’ haal ik inderdaad van zijn ‘Portrait of Tracy’.”
Van den Heuvel koos voor haar band uitstekende muzikanten die haar plannen perfect uitvoeren. “Sam Comerford leerde ik kennen toen ik met Zwangere Guy en Lander Gyselinck op tournee was”, vertelt ze. Comerford, een Ierse Brusselaar, speelt niet alleen sax, maar ook fluit en basklarinet, wat de muziek een bijzondere klankkleur geeft. Hendrik Lasure (Schntzl, Bombataz) schittert op piano en Hammondorgel – Van den Heuvel putte voor haar zangstem ook inspiratie uit diens album Het wiel. En drummer Daniel Jonkers, erg actief in de Brusselse scene, is net als Van den Heuvel een Nederlandse Limburger. “Met hem speel ik al samen sinds mijn zeventiende.”
De bassiste heeft aan het conservatorium van Maastricht gestudeerd en merkte dat veel van haar vrienden na hun studies naar Amsterdam, Keulen of Brussel verhuisden. Na een jaartje Gent (“Tijdens corona, dus ik was daar snel weer weg”) koos ze voor Brussel, “want Amsterdam is voor mij veel ontastbaarder dan alles in België. Ik voel me al meer Belg dan Nederlander.”
Knuffel
Van den Heuvel koos de naam Sonic Hug – letterlijk: een knuffel van geluid – omdat de muziek “de luisteraar hopelijk zal omhelzen, en aanvoelt als een warm dekentje voor iedereen die daar nood aan heeft”. Toch hebben ‘Hold me’ en ‘Innerland’ een zwaar onderwerp. “Ze gaan over een relatiebreuk en de emotionele schade die daarmee gepaardgaat.Endehoopdathetna zo’n slechte periode allemaal weer beter wordt, dankzij de rust die je vindt in nostalgische herinneringen.”
Die laatste vormen het thema in ‘Blauwe velden’. “Ik herinner me dat ik als kind, ik was misschien drie of vier jaar, met de bal speelde op een veld met blauwe bloemen, met op de achtergrond een huis met wit-rode raampanelen. Ik weet niet eens of het echt zo is gebeurd, maar zulke herinneringen bieden wel troost.”
Ook de instrumentale stukken hebben prikkelende titels. ‘Kwartleven’, bijvoorbeeld (“Dat heb ik geschreven op mijn 25ste verjaardag”) of ‘Luchtsteen’ (“Met een sterke groove, terwijl de sax en piano daarboven lijken te zweven”). En ‘Kusjeswekker’ slaat op iemand die je met zachte kusjes wakker maakt, “vroeger mijn moeder, nu mijn vriend – de veiligheid uit je kindertijd die in je volwassen leven wordt voortgezet”.
Van den Heuvel is erg op haar sound gefocust. “Met snel spelen ben ik niet echt bezig. Je eigen sound is uiteindelijk een samenraapsel van alles wat je hoort en na gaat streven, zonder dat het daarom per se een bewuste keuze is.”
Misschien heeft ze daarom met haar elektrische bas best wel een herkenbare klank ontwikkeld. En schrijft ze boeiende stukken. Sonic Hug is nu al kandidaat voor beste Belgische jazzalbum van het jaar.
“Ik had nood om muziek te maken waar ik de volledige verantwoordelijkheid voor draag, al is het schrijven van nummers dan een eenzamer proces”
Sonic Hug van Louise van den Heuvel verschijnt op 5 april bij De Werf. Speeldata tournee op www.jazzlab.be