‘Biënnalisering’ in Venetië
In de strijd tegen het overtoerisme voert Venetië eind deze maand ‘entreegeld’ in. Op de drukste dagen zal elke passant 5 euro voor een pasje moeten ophoesten. Zowat iedereen betwijfelt of de toeristentaks zoden aan de dijk zal brengen. Twee weken voordien komt overigens al een toeristenstroom op gang die elke twee jaar terugkeert: die van de bezoekers van de Biënnale van Venetië. Voor de oudste en meest populaire van de kunstbiënnales zakte in 2022 een recordaantal van 800.000 bezoekers af naar de lagunestad, een daggemiddelde van 4.000.
De kans dat de nieuwe lichting getrakteerd wordt op oververzadiging, is ook dit keer weer reëel. La biennale di Venezia is nu eenmaal een podium waar voor artiesten en hun entourage maximale zichtbaarheid gegarandeerd is. Geen stad biedt ook een mooier decor voor een kunstbad.
Bij elke editie duikt er wel ergens een presentatie op met een hoog stuntgehalte. Nu al, twee weken voor de start, is de Spaanse kunstenaar Manolo Valdés een gespreksonderwerp. Hij toont twaalf monumentale bronzen beelden, geinspireerd op een beroemd schilderij van Velázquez. Vooral de locatie valt op. Las Meninas a San Marco kreeg het fiat van het stadsbestuur om een absolute hotspot in te palmen: de uitloper van het San Marcoplein richting Canal Grande. De werken blijven tot 15 juni staan, dus niet de hele duur van de Biënnale. Erfgoedverdedigers reageren niettemin verontwaardigd. Ze hebben het over de kwaal van de ‘biënnalisering’, hoe het stadsbeeld geïnfecteerd wordt door de tweejaarlijkse lawine van hedendaagse kunst. Ze becijferden ook dat Valdés’ galerie Contini de stad amper 1.500 euro per dag betaalt om op die heilige plek te exposeren. Een peulschil in vergelijking met de return die ze via de sociale media van bezoekers mag verwachten.
‘Biënnalisering’: de term, die voor ons de bijklank van ‘banalisering’ heeft, is niet nieuw. De ereplek die Valdés krijgt, is wel koren op de molen voor wie vindt dat Venetië zijn ziel verkoopt. Als een stad die niet langer een oogverblindend openluchtmuseum wil zijn, maar enkele maanden lang een soort pretpark voor culturo’s.
Kunstenaar Manolo Valdés kreeg het fiat om een absolute hotspot in te palmen