Pillen voor een betere focus en een jonger lijf? Tuurlijk, die koop ik
Bakken energie, weelderig haar en verbeterde prestaties in en buiten de slaapkamer: als je de verpakkingen en lovende reviews van voedingssupplementen moet geloven, is alles te koop. Het is te mooi om waar te zijn, en toch laat ik me steeds verleiden. Waarom?
Uit een trekrugzak haalt hij twee proteïnerepen, minstens tien potjes met pillen en wat sportdrankjes tevoorschijn. “Dit is stressvol”, zegt hij. “En stress leidt tot depressie. Als ik geen extreem hoge dosis supplementen neem, word ik héél depressief.” Deze goedgelovige health freak is karikatuur Chris Traeger uit de serie Parks and recreation, maar ik had het kunnen zijn.
In mijn keukenkastje staan vitamine D, omega 3, l-arginine, glutamine, bromelaïne, magnesium, collageen en iets met een onuitspreekbare naam waarvan de geur me doet kokhalzen. Dat laatste potje is bijna leeg, want het belooft me een egale huid. Het enige wat mijn huisdokter aanbeveelt, is vitamine D. Hij schudt zijn hoofd als ik mijn verzameling opsom en herhaalt wat ik al ontelbare keren hoorde: “Eet gevarieerd, beweeg genoeg, en je kunt die potjes in de vuilnisbak flikkeren. Weet je wat helpt om lang jong te blijven? Dansen.”
Ik vind pillen slikken leuker, dus we spreken af dat ik drie keer per jaar mijn bloed laat prikken en laat weten wat ik neem. “Je weet dat overdoseringen van sommige vitamines fataal kunnen zijn? Een teveel aan vitamine A, B3, B6 of D is echt geen grap en calciumpillen kunnen de werking van antibiotica verstoren. Kruidensupplementen als ginkgo en ginseng werken dan weer bloedverdunnend.” “Ja, dokter”, zeg ik. Als ik de deur dichttrek, hoor ik hem zuchten.
Te koop: een betere vaginageur
Een week later draal ik alweer voor de eindeloze supplementenschappen in de drogisterij. Neem mij voor meer concentratie, roepen de verpakkingen. Koop hier een jonger lijf! Een beter seksleven! De beloftes komen in alle vormen: bruistabletten, poedertjes, pillen en de kleurrijke gummies die de Kardashian-Jenners mee groot gemaakt hebben.
Vaak vinden de makers het probleem samen met hun ‘oplossing’ uit. Zo heeft Kardashian-telg Kourtney een gummie op de markt gebracht voor een beter ruikende vagina. Op de site prijkt een logo met ‘Gynecologist recommended 2024’. Dat kan geen beschermd label zijn, want gynaecologen hebben een broertje dood aan de claims die Kardashian maakt. “Clinically-studied ingredients backed by science” staat er nog, waaruit niet meer blijkt dan dat er onderzoek is gedaan naar enkele gebruikte ingrediënten. Het volstaat om potentiële kopers te overtuigen. “I love the science in this”, schrijft een gebruikster in haar vijfsterrenreview.
Over het sciencegehalte kan gediscussieerd worden, suiker zit er genoeg in. De meeste vitaminegummies bevatten 2 tot 8 gram suiker per stuk, wat niet veel lijkt, tot je leest dat de Wereldgezondheidsorganisatie dagelijks max. 50 gram vrije suikers (alle suiker die aan eten of drinken is toegevoegd, en suikers uit honing, siropen, vruchtensappen en vruchtenconcentraat, red.) aanraadt. Als het geen suiker is, zitten er andere zoetstoffen en kunstmatige smaakstoffen in: zink, ijzer of B5 staat nu eenmaal niet bekend om zijn lekkere smaak.
Ik kan lachen wat ik wil met die naïeve gummiekopers, zelf ga ik de drogist buiten met ultrabewerkte vitamine- en proteïnedrankjes. Voor mensen die te weinig voedsel binnenkrijgen of aan topsport doen, zijn die misschien nuttig, voor mij zijn ze alleen duur. En hoewel ik niet tot de beoogde doelgroep behoor, heb ik abso-luut het profiel van de meeste kopers: hoogopgeleid, gezond en rijk genoeg om hier bakken geld aan uit te geven.
Kakkerscans
In NRC klaagde huisarts Bernard Leenstra vorig jaar over de vele neppatiënten die hij ziet. Rijke patiënten die aan een vitamineinfuus hangen en een ‘kakkerscan’ kopen, een nodeloze medische screening – hij heeft het niet over de nuttige preventieonderzoeken waarvoor je uitgenodigd wordt. Mensen die hun ontlasting op de post doen voor een analyse. Allemaal leuk, betoogt Leenstra, maar het leidt tot schijnzekerheid, stress en onnodige doktersbezoeken. Hij heeft een punt. Wat kost dat niet allemaal aan de sociale zekerheid? En zeker nu er op veel plaatsen een huisartsen
tekort is, gaat de aandacht beter naar mensen mét aandoeningen.
Andersom is het ook zo dat veel artsen geen tijd of zin hebben om lange gesprekken te voeren met hun patiënten. Zeker vrouwen en mensen met overgewicht worden vaak niet serieus genomen. Als je arts je steeds afwimpelt met het praatje dat je hevige krampen “nu eenmaal bij de menstruatie horen”, of dat je moeheid weg zal zijn “als je wat kilo’s verliest”, is het niet gek dat je je hoop vestigt op dr. Google. Dan ben je maar wat vatbaar voor goeroes die zweren bij planten als ashwagandha om je weer in balans te brengen. Die ‘verstoorde balans’ ook, die met één pil te verhelpen zou zijn, het is een o zo verleidelijk idee.
Maar hoewel mijn dokter soms zucht, krijgt deze neppatiënt altijd de juiste hulp. Waarom val ik dan voor goeroes en verkooppraatjes? Sociologe Stephanie Alice Baker wijst me erop dat we vaak verschillende dingen zoeken bij artsen en wellnessgoeroes. “De laatsten geven tips voor zelfoptimalisatie en zelfverwezenlijking, iets wat een huisarts meestal niet doet.” Ook is een middel uitgebreid onderzocht op voordelen, bijwerkingen en gevaren, voordat de dokter het aanraadt. In mijn oren klinkt dat als ‘er is nog veel te ontdekken’. Pillen slikken is dus experimenteren, wetenschappertje spelen met je lichaam als proefkonijn.
Angst bezweren
“Dat experimenteren is aanlokkelijk in een cultuur waar iedereen ernaar streeft om zijn beste zelf te zijn”, zegt Baker. In haar boek Wellness culture beschrijft ze haarfijn hoe die drang tot zelfverbetering en heruitvinding gelinkt is aan onze liberale samenleving. “De vrijheid om je leven vorm te geven gaat vaak gepaard met keuzestress en onzekerheid. Hoe minder voorspelbaar en controleerbaar het leven wordt, hoe meer mensen zich tot deskundigen wenden om zichzelf te verbeteren en zo hun angst te bezweren.” Dat hoeven niet per se experts te zijn, merkte ze, we luisteren evengoed naar ervaringsdeskundigen. Influencers kunnen daar goed mee verdienen, waardoor het internet vol staat met bekeringsverhalen, genre: “Sinds ik dit gebruik, zijn al mijn problemen opgelost.”
“Hoe minder voorspelbaar en controleerbaar het leven wordt, hoe meer mensen zich tot (ervarings)deskundigen wenden om zichzelf te verbeteren en zo hun angst te bezweren” Stephanie Alice Baker Sociologe
Ongeloofwaardig, zegt u? Beslist, maar zet 46 van dat soort jubelgetuigenissen op een verkoopssite en het product verschijnt als vanzelf in mijn winkelmandje. En dan heb ik het nog niet gehad over tips van vrienden. “Ik heb zo’n pot gummies op mijn nachtkastje staan, om mijn karnemelkboerenhondenhaar te verbeteren”, biecht een collega op. Ze heeft helemaal geen futloos haar. Haar bekentenis geeft me fomo: of het nu om weelderige lokken of energie gaat, ik wil niet achterblijven.
Marketingtermen geven vervolgens het laatste zetje. Goed, “clinically-studied ingredients backed by science” jaagt me dan niet op kosten, ‘recovery’ en ‘defence’ wel, al betekenen ze even weinig. Op onzekere momenten voelen die termen als toverspreuken die me toelaten al wat krom is recht te trekken. Zo wandel ik bijna elke dag tien minuten te laat binnen op mijn werk, maar wel met Focus – de naam van een drankje. Ik koop het, omdat ik erin wíl geloven. En of het nu door het placebo-effect komt of niet, af en toe voelt het alsof ik de code gekraakt heb.
Egocentrisch
Dat neemt niet weg dat dit een hopeloos zelfgerichte hobby is. Ben ik een narcistisch product van een neoliberale maatschappij? Kunnen mijn mede-kakkerscanners en ik niet gewoon wat mensen gaan helpen? Het een sluit het ander natuurlijk niet uit, sust Baker. “Sterker nog, bij haar ontstaan had wellness een belangrijk sociaal luik, maar door de commercialisering ervan is dat kleiner geworden.”
Dat zelfverbetering samen hoort te gaan met sociaal engagement, toont ook mijn tv-held Chris Traeger. Al zijn potjes en repen dienen zijn (mentale) gezondheid, hij helpt de mensen rondom hem. Na een uurtje doemscrollen denk ik aan hem: de wereld mag af en toe fucked-up zijn, ik zal haar vrolijk, vol focus en smetteloos glad als een babybilletje tegemoet treden. De verbeterde versie van mezelf kan misschien wel iets veranderen. Gewapend met die pillen kan ik stressvolle dingen doen zonder héél depressief te worden. Daarvoor laat ik gerust drie keer per jaar mijn bloed prikken.