Acerta: “In veel bedrijven te weinig kandidaten voor sociale verkiezingen”
WERK Het aantal bedrijven waar er te weinig kandidaten zijn om sociale verkiezingen te organiseren, lijkt toe te nemen. Van de sociale verkiezingen die hr-dienstverlener Acerta begeleidt, is 32 procent nu al stilgelegd omdat er te weinig kandidaten zijn. Dan zijn er evenveel of minder kandidaten dan het aantal voorziene mandaten voor het preventiecomité of de ondernemingsraad. Voor het personeel valt er dan niets te kiezen. De kandidaten worden “van rechtswege” verkozen. Volgens Nele Mertens, de experte sociale verkiezingen bij Acerta, ligt dat cijfer hoger dan in het verleden. In 2020 werd een kwart tot een vijfde van de verkiezingen afgelast wegens gebrek aan kandidaten.
Dit jaar laten 605 bedrijven de verkiezingen door Acerta organiseren. Dat staal is niet helemaal representatief voor het Belgische bedrijfsleven, omdat het vooral om middelgrote bedrijven gaat. Daar komt het vaker voor dat er te weinig kandidaten zijn dan bij de grote ondernemingen. Vooral bij de mandaten voor bedienden, kaderleden en voor jonge werknemers is er volgens Acerta minder interesse. Bij de arbeiders zijn er wel voldoende kandidaten. De deadline voor de kandidatenlijsten was 31 maart. De verkiezingen vinden plaats tussen 13 en 26 mei.
Mertens ziet verschillende mogelijke oorzaken voor de afname van het aantal kandidaten. Bij middelgrote bedrijven waar vooral bedienden werken, leeft de vakbondscultuur minder sterk en worden conflicten eerder informeel opgelost. Tenslotte verneemt Acerta van zijn klanten ook dat personeelsleden wel bereid zijn zich te engageren, maar zich liever niet aansluiten bij een vakbond met een eigen kleur, die in het verlengde ligt van een politieke ideologie.
Lage opkomst in 2020
Acerta stelt bij zijn klanten wel een relatief grote belangstelling vast voor elektronisch stemmen. Verschillende bedrijven bieden softwarepakketten aan die dat mogelijk maken, en die geregistreerd zijn bij de FOD Werkgelegenheid. Ongeveer 30 procent kiest voor elektronisch stemmen. Maar die mogelijkheid is niet voor alle bedrijven voorhanden, omdat de personeelsvertegenwoordiging ermee akkoord moet gaan. Als dat niet zo is, of als er nog geen vertegenwoordiging is, moet het stemmen op de ouderwetse manier gebeuren. Dat betekent in stemhokjes, met papieren stembiljetten.
De opkomst voor de vorige sociale verkiezingen, in 2020, was relatief laag. Toen nam 63 procent deel van de gerechtigde personeelsleden deel aan de verkiezingen voor het preventiecomité en 61 procent voor de ondernemingsraden. Waarschijnlijk speelde het thuiswerk door de corona-pandemie daar ook een
rol in.
Bij middelgrote bedrijven met vooral bedienden leeft de vakbondscultuur minder sterk en worden conflicten eerder informeel opgelost
Bij de vakbond ACV wordt de conclusie van Acerta niet onderschreven. “Wij hebben nog geen zicht op hoeveel kandidaten er zijn”, zegt woordvoerder David Vanbellinghen. “De boodschap van Acerta lijkt me voorbarig. Op basis van zo’n beperkt aantal bedrijven kun je hoogstens een heel gedeeltelijk beeld schetsen.”
Bij het ABVV ziet algemeen secretaris Miranda Ulens nog geen afname van het aantal kandidaten. “De signalen die we ontvangen van op het terrein, wijzen net in de richting van meer kandidaten dan vier jaar geleden”, stelt ze. “De vraag is in welke mate de steekproef van Acerta rekening houdt met verschillen tussen sectoren. Ook is het relevant of iemand zich kandidaat stelt voor een ondernemingsraad of een preventiecomité. Je kunt dat moeilijk allemaal op een hoopje gooien.”
Ulens benadrukt ook dat er voor jongeren altijd minder kandidaten zijn. Zij zijn vaker tewerkgesteld in sectoren met onzekere contracten, zoals in de uitzendsector of via flexwerk.