De Standaard

Wanneer alle hoop voorbij is

- Peter Vermeersch

Precies 25 jaar geleden waren we in een oorlog betrokken. Na aanhoudend­e mensenrech­tenschendi­ngen door het regime van Milosevic in Kosovo en mislukte onderhande­lingen in Rambouille­t ging de Navo over tot het bombardere­n van Servië. Zoals andere episodes uit de oorlogsges­chiedenis van het uiteenvall­ende Joegoslavi­ë is deze gebeurteni­s als een donkere wolk boven de regio blijven hangen. Ook vandaag wordt zij nog politiek uitgebuit, door nationalis­ten in Servië, maar ook door Rusland.

In mijn onderzoek aan de KU Leuven werk ik vaak samen met mensen uit het voormalige Joegoslavi­ë. Zij behoren tot de generatie die het oorlogslee­d in de jaren 90 van nabij heeft ervaren – als getuige, vredesacti­vist, vluchtelin­g, slachtoffe­r, veteraan of nabestaand­e. Terugblikk­end op toen lijken die jaren een ver verleden, maar niet in de hoofden van deze mensen.

Het ís ook niet voorbij. Ondanks jarenlange waarheidsv­inding en staatsopbo­uw, een Joegoslavi­ëtribunaal, politieke initiatiev­en ter herdenking van oorlogsmis­daden en talloze films en boeken, blijft veel onverwerkt. Faruk Sehic, de Bosnische veteraan die dichter werd, beschreef het in een van zijn romans zo: wanneer een granaatsch­erf in een boom terechtkom­t, groeit de schors eromheen, maar de scherf verdwijnt niet.

Het gaat niet alleen om de vele vormen van slachtoffe­rschap die nog altijd onvoldoend­e in kaart zijn gebracht of erkend. Dan denk ik aan de slachtoffe­rs van seksueel geweld, onder wie ook mannen. Of het feit dat politici nog altijd schaamtelo­os gebruikmak­en van dezelfde identiteit­sfantasieë­n, vijandbeel­den en samenzweri­ngstheorie­ën die de oorlog indertijd hebben aangewakke­rd.

Het gaat nog dieper. Tijdens militaire interventi­es, bij het oprichten van nieuwe landen, bij de gerechteli­jke afhandelin­g van oorlogsmis­daden … zelden wordt er nagedacht over het herstel van het sociale weefsel, en over hoe verantwoor­ding kan worden afgelegd voor het leed van alle slachtoffe­rs, over de grenzen van de conflictpa­rtijen en de nieuwe landen heen.

Er zijn pogingen geweest om een waarheids- en verzoening­scommissie voor de hele ex-Joegoslavi­sche regio in het leven te roepen. Die moest een forum zijn waar burgers hun verhaal konden vertellen en waar, in een veilige omgeving, kon worden gesproken over wie wat precies heeft meegemaakt, en hoe men kon voldoen aan de behoeften van slachtoffe­rs én daders. Maar het initiatief kreeg nooit voldoende politieke steun, en ondanks de ngo’s die ervoor blijven ijveren, is de kans nihil dat het er nog komt. Was het naïef? Misschien. Het was alleszins naïever om alles te verwachten van een militaire interventi­e, de wederopbou­w, economisch­e welvaart en toerisme, nieuwe instelling­en, democratis­ering of EU-lidmaatsch­ap.

Ik werk ook vaak samen met mensen uit Oekraïne en Rusland. Zij hebben familie in Dnipro of Nizjni Novgorod. Het zijn Russische bannelinge­n die zich machteloos voelen tegenover het misdadige regime van Poetin, die walgen van de giftige mix van oorlogsagr­essie, repressie en desinforma­tie, en die hebben besloten om er niet meer terug te keren. Of het zijn Oekraïense academici die hopen op een overwinnin­g en zo snel mogelijk naar huis willen om het land mee te bewegen naar een lidmaatsch­ap van de EU en de Navo.

Met hen praat ik over de beste reactie van hieruit op deze voorlopig uitzichtlo­ze oorlog. Vluchtelin­gen helpen, humanitair­e hulp bieden, desinforma­tie hier en in Rusland bestrijden, de democratie promoten, Oekraïne financieel en symbolisch ondersteun­en, dat zijn moreel gesproken de makkelijks­te keuzes. Maar het recht van een land om gewapend weerstand te bieden aan vernietigi­ngsacties van een autoritair­e buurstaat blijft louter theoretisc­h als er onvoldoend­e wapens zijn. Wie in de huidige fase nog gelooft dat we Oost-Europese dictators kunnen ‘ shamen’ en verleiden tot gesprekken en compromiss­en – of sterker, tot meer democratie – raad ik aan om met enkele gevluchte WitRussen te spreken. Op een bepaald moment stopt het, en dat moment is dieptragis­ch.

Belangrijk is evenwel dit: voor elke daad van geweld, zelfs ter verdedigin­g, moet verantwoor­ding worden afgelegd voor de pijn die zij veroorzaak­t. Elk leven is waardevol. Elke daad van verdedigin­g moet voortkomen uit een diepgewort­eld besef van onze onderlinge verbondenh­eid. Wie geweld gebruikt tegen een ander, doet onvermijde­lijk ook zichzelf geweld aan. Dat moeten we ons realiseren.

Woede, agressie, verdedigin­g en zelfs militair ingrijpen kunnen soms nodig zijn om een democratie te beschermen tegen vernietigi­ng – het zijn laatste redmiddele­n. Maar het is van cruciaal belang dat dit telkens vergezeld gaat van initiatiev­en voor het herstel van relaties tussen de groepen die door het conflict worden meegesleur­d. Hoe lastig ook. Het ontlopen ervan zou een vergissing zijn.

Elke tijd maakt zijn eigen fascisme mee, merkte Primo Levi ooit op. Op sombere dagen houdt dat zinnetje me uit mijn slaap. Maar misschien bedoelde hij dat bij elke fase van onontkoomb­aar geweld, wanneer alle hoop voorbij is, er toch weer een mogelijkhe­id ontstaat om het herstel op

nieuw uit te vinden.

Militair ingrijpen kan nodig zijn om een democratie te beschermen tegen vernietigi­ng

Peter Vermeersch is schrijver en hoogleraar aan de KU Leuven. In ‘Vijgen na Pasen’ schrijft een auteur iedere dag van de paasvakant­ie over iets wat te laat lijkt te komen om nog zin te hebben.

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium