Laat studenten genAI omarmen
Ja, ChatGPT en generatieve AI zijn razendsnel ons leven binnengedrongen. En ja, onze wereld staat op haar kop omdat we vrezen dat studenten inspiratie zullen halen bij genAI.
Dat mag, en daar moet het bij blijven: inspiratie en niet alleen creatie. Daar ligt nu net de verantwoordelijkheid voor ons, docenten en begeleiders van verslagen, bachelor- en masterproeven. Wij moeten onze studenten klaarstomen om zo goed mogelijk te functioneren in een genAI-wereld, vanaf het secundair tot het hoger onderwijs, met als kers op de taart hun bachelorof masterproef.
Dus neen, bachelor- en masterproeven mogen niet worden weggelaten uit het curriculum van de student, zoals Gustaaf Cor- * nelis en Marijke Van Vlasselaer in deze krant schreven ( DS 29/3).
Tijdens hun studie vergaren studenten veel kennis: van lesgevers, uit publicaties, uit proeven, uit experimenten, uit ervaring, uit theorie en uit de praktijk.
Wij moeten de studenten daarbij begeleiden. We moeten hen helpen om de juiste weg te vinden in dat spinnenweb van het internet. We moeten hen leren navigeren in die diepe oceaan van nuttige en nutteloze gegevens, van nepnieuws en echt nieuws. We moeten hun wegwijzers zijn, en ze weliswaar even bij de hand nemen, maar ze dan laten gaan, op eigen houtje. Die laatste stappen, die ze alleen zetten, pennen ze vervolgens neer in hun bachelor- of masterproef.
Die proef is het sluitstuk van een parcours waarin lesgevers een belangrijke rol spelen. Hoe verwerpelijk velen de hulp van genAI ook vinden, we moeten ze omarmen en niet verfoeien.
Moeten studenten niet meer kunnen schrijven nu genAI teksten produceert? Natuurlijk wel. Ze zullen altijd moeten schrijven. Schrijven is namelijk niet alleen maar letters tikken. Schrijven is informatie verzamelen, selecteren, structureren. Pas op het einde gaat het erom letters te verbinden tot woorden, zinnen, alinea’s, kortom, tot teksten.
Vanaf de allereerste schrijftaken moeten we studenten motiveren om genAI-tools te gebruiken. Mijn studenten uit de eerste bachelor zijn bijvoorbeeld verplicht om een schrijftaak met vijf onderdelen in te dienen: 1) de eigen tekst, 2) de goede prompt voor genAI, 3) de tekst van genAI, 4) een reflectie op de verschillen tussen beide teksten en 5) de definitieve tekst, op basis van de genAI-tekst en de eigen tekst.
Als genAI een bijna perfecte tekst produceert, kan dit ook weer leerrijk zijn voor schrijvende studenten: ze zien dan een goed opgebouwde tekst en steken daar iets van op. Maar ook dan moeten ze evalueren of die tekst wel de juiste woorden bevat en in de gepaste stijl is geschreven.
Wij moeten door AI gegenereerde teksten altijd kritisch blijven nakijken, zowel inhoudelijk als vormelijk. In deze genAI-tijden zijn opdrachten zoals bachelor- en masterproeven broodnodig. Die taken stimuleren studenten om kritisch om te gaan met bronnen.
Met zulke opdrachten verwerven ze inzicht in hoe ze de juiste info halen uit het oneindige reservoir van beschikbare gegevens. Bachelor- en masterproeven worden daarin steeds belangrijker.