“Gevaarlijk wordt het als we ervan uitgaan dat ons verhaal het enige juiste is”
Een onbekende die dag zegt op straat. Je stiefvader die koffiekoeken haalt. Kip op zondag. Niet alleen het geluk zit in kleine dingen, maar ook wat ons leven uniek en bijzonder maakt, zegt psychologe Ann Buysse. “Laat ons nieuwsgierig zijn naar, en tolera
Ze is decaan van de faculteit psychologie aan de Universiteit Gent, partner in een nieuw samengesteld gezin, moeder van drie eigen zonen, onder wie twee adoptiezonen uit Haïti, loopster en nu ook schrijfster van het boek Zoveel tussen ons. Ann Buysse (55) is veel tegelijk, en zo heeft ze het ook het liefst. Ik zie haar aarzelen tussen een handdruk en een begroetingskus en we wisselen geen van beide uit. Dus vragen we elkaar hoe het is. Goed, en druk druk.
“Een prachtig ritueel is dat”, zegt Buysse als het interview begint. “Het is niet gebruikelijk om er uitgebreid op te antwoorden, maar het geeft aan: ik herken u, ik heb
u gezien, gij zijt belangrijk voor mij. Net als andere kleine rituelen, zoals altijd op dezelfde plek gaan zitten. Thuis heeft iedereen zijn vaste plaats aan tafel en niemand weet wanneer dat begonnen is. Elk jaar naar dezelfde plek op reis gaan, elke zondag kip eten: het zijn rituelen die tonen dat je die kleine gemeenschap, of die groep, belangrijk vindt. Om te tonen wat er is tussen ons.”
Hetvaltmeopdatdoorheenuwboekdekipopzondagverandertinoma’skippenrecept,dattenslotteaangevuldwordtmeteenvegetarischeversie,omdatdejongstegeneratiedaaromvraagt.Nietsblijftvooraltijdhetzelfde.Tochisereenstromingindesamenlevingdielieveralleszouvastzetten.Ugaatdaartegenin.
“Als er niets verandert, zijn we robots die altijd maar hetzelfde reproduceren. Dat druist in tegen het beeld van de mens die, anders dan de dieren, steeds betekenis verleent aan wat hij of zij doet en onderneemt. Aangezien we de werkelijkheid interpreteren, zal die ook altijd veranderen. Wat voor u de werkelijkheid is, is anders dan voor mij – en daarin ontstaat de dialoog, die heel belangrijk is. We delen grote culturele verhalen, die ons leren wat we in bepaalde omstandigheden moeten doen en laten, maar we geven daar onze eigen invulling aan, en zo schuiven die verhalen langzaam op.”
“Vraag aan mensen welke spreuk ze op hun graf willen, en velen zullen zeggen: ‘ I did it my way’. Dat raakt aan de belangrijkste vraag die ik met mijn boek opwerp: bepalen de grote verhalen ons leven, of hebben wij in zekere mate de regie? De meeste mensen hebben gelukkig wel dat gevoel.”
Hetisallesbehalveeenacademischboekgeworden.Hebtuerbewustgeenenkelcijferingezet?
“Cijfers verhouden zich altijd tot een zekere norm, en ik wilde nu eens allesbehalve normatief zijn. Ik heb veel onderzoek gedaan naar gezinnen, in al hun vormen: adoptie- en donorgezinnen, gescheiden gezinnen en nieuw samengestelde, alleenstaande ouders en ouders die wel of niet een biologische band hebben met hun kinderen. Gezinnen vormen een wereld in het klein, waarbinnen je elkaar ontmoet en met elkaar in dialoog gaat. Daarom vind ik ze zo boeiend. Maar ik heb ook gemerkt dat veel mensen zich schuldig voelen omdat ze niet beantwoorden aan de zogenaamde norm van het kerngezin. Ik wilde elk van die verhalen bestaansrecht geven. Er zijn veel manieren om het goed te doen.”
Zoalsdemandieopzondagkoffiekoekenhaaltwanneerzijnstiefdochtereris,omdathijweetdatzedatopprijsstelt.
“Dat vertelde een jonge vrouw in eerder onderzoek: ‘Ik denk dat hij mij wel belangrijk vindt, want hij haalt alleen koffiekoeken als ik er ben.’ Veel ouders zijn bang dat, als ze gaan scheiden, het minder goed wordt voor hun kinderen. Terwijl de essentie van alles is: zien we elkaar? Weten we wat voor de ander belangrijk is? Concreet voor kinderen na een scheiding: kunnen ze naar hun sportclub of hobby’s blijven gaan? Ik hou niet van het woord normaal, maar in se is ieder gezin normaal. Er zijn natuurlijk wel verschillen, en die worden vooral door de anderen benoemd.”
“Het wokedebat heeft de anti-wokebeweging in het leven geroepen, en die zal weer een tegenreactie uitlokken. De waarheid ligt niet in het midden”
“Onlangs liep ik buiten toen schooljongens de straat aan het schoonmaken waren. Ik in mijn skinny jeans, met mijn mobieltje in de hand. En toen hoorde ik een van die jongens roepen: ‘Pas op, daar komt een oma!’ Verschil valt altijd op, of we het nu willen of niet (lacht).”
Hetgevaarvanverschillenbenoemenisdathetuitsluit:jijhoorterbij, jijniet.
“Onvermijdelijk behoren we allemaal tot cirkels en kringen en verhalen waartoe we ons verhouden. Dat is zeer goed, we hebben dat houvast nodig. Gevaarlijk wordt het als we ervan uitgaan dat ons verhaal het enige juiste is, en we het andere perspectief dood willen, bij wijze van spreken. We hebben al die perspectieven nodig om samen op te schuiven en elkaar te corrigeren. Dat is de essentie van de democratie. Laten we dus nieuwsgierig zijn naar, en tolerant voor de verschillen.”
“We verschillen overigens niet alleen van anderen, maar ook van onszelf. Wie herkent zich niet in de klimaatbewuste vliegtuigreiziger, de soapverslaafde intellectueel of de grote mond die niet aan zijn moeder durft te vertellen dat hij een nieuw lief heeft? Niemand van ons is te herleiden tot één dimensie. We zijn allen veel. Of zoals Bob Dylan het zingt: I contain multitudes.”
Ikzaldeolifantindekamernietbenoemen, maareriseenpolitiekepartijdieondermeeraanuwuniversiteitdewokestemmenwilsmoren.
“Ik wil me niet over de politiek uitspreken. Wel over de dynamieken: het ene perspectief lokt het andere uit, en vice versa. Het wokedebat heeft de anti-wokebeweging in het leven geroepen, en die zal weer een tegenreactie uitlokken. Zo ook met de nieuwe gezinsvormen, die fenomenen uitlokken zoals de tradwives, de perfecte huisvrouwen. De waarheid ligt niet in het midden.”
“Denk aan de discussie over Zwarte Piet: aan de ene kant staan de mensen die hun kinderen hetzelfde plezier willen gunnen als zij vroeger hebben gekend. Aan de andere kant de Black Lives Matter-beweging, voor wie die figuur niet meer kan. Die twee standpunten zijn onverzoenbaar, maar ze brengen wel iets nieuws voort: een zwarte vrouwelijke sinterklaas, die op haar beurt ook weer protest oproept. En ondertussen lopen er al veel roetpieten rond: zo veranderen we heel langzaam. Als een traag druppelend infuus.”
“We hebben elkaar nodig. Om te overleven en om gezien te worden. Om graag gezien te worden”
Wekunnenonsnietafzijdighouden: nietcommunicerenisonmogelijk,schrijftu.
“Stel, je zit op een bus en de enige andere passagier gaat in de clinch met de chauffeur. Je besluit je gedeisd te houden. Dat is misschien slim, want je wilt niet in de klappen delen. Maar je stuurt ook de boodschap uit dat die vechtersbaas zijn gang kan blijven gaan. Hetzelfde zien we bij pestgedrag op school of op het werk: het is belangrijk dat de omstanders beseffen dat zij wel degelijk een rol spelen in het verhaal. Ook en zelfs met ons uiterlijk alleen al communiceren we: hoe we gekleed zijn, of we een supporterstrui dragen of niet, of gewoon, door onze huidskleur of onze leeftijd. Denk aan die jongens die in mij een omaatje zagen.”
Datvoorvalzituwelhooghe?
“Ha! Ik vond het treffend: het is de perfecte samenvatting van wat ik in mijn boek vertel. Er zijn veel andere mensen die, veel va
ker nog, zichzelf verkeerd gekaderd zien: geadopteerden die hier opgegroeid zijn, maar aan wie altijd gevraagd wordt vanwaar ze komen en of ze de taal nog spreken. Lesbische moeders die op school geen twee cadeautjes voor moederdag willen vragen omdat ze niet moeilijk willen doen. Donorgezinnen die alles zelf moeten uitzoeken: wel of niet een gekende donor? Wil die donor een rol spelen in het leven van het kind? Wil zijn moeder dat misschien en hoe ga je daar dan mee om? Het zijn groepen die op zichzelf moeten terugplooien en zich daardoor vaak eenzaam voelen. Dat maakt me boos, want als we het wettelijk mogelijk maken, waarom ondersteunen we die mensen dan niet beter? Waarom zijn onze culturele verhalen niet inclusiever?”
Soms zit het antwoord in kleine verhalen of in wat u ‘kleinspraak’ tussen mensen noemt.
“Ja, en ik heb daar een mooi voorbeeld van. Op een dag liep ik over het Sint-Pietersplein. Een man van kleur sprak me aan en vroeg: ‘Waar zijn we?’ Ik antwoordde: ‘Op het Sint-Pietersplein.’ Welnee, zei de man. ‘U lacht en ik lach, en we praten met elkaar, dus we zijn in Afrika.’ Het was een kort gesprek van slechts een paar minuten, en het doet me nog altijd veel deugd als ik daaraan terugdenk. Zo’n grote impact kunnen kleine dingen hebben.”
Ann Buysse, Zoveel tussen ons, je sociale leven in eigen regie, 192 blz., 22,99 euro, uitg. Borgerhoff & Lamberigts