Vallen is niet normaal en hoort er niet bij
Stef Loos (19). Bjorg Lambrecht (22). Suleiman Kangangi (33). Gino Mäder (26). Het zijn de namen van renners die sinds 2019 tijdens een wedstrijd om het leven kwamen bij een dodelijk ongeval. Enkele centimeters meer naar links of rechts en de naam van Remco Evenepoel (23) of Jonas Vingegaard (27) had er net zo goed aan toegevoegd kunnen worden. En dat ruim een week nadat Wout van Aert (29) aan het worstcasescenario was ontsnapt. Als over twee weken in Luik het doek valt over het klassieke voorjaar, zal dat bij elke koersliefhebber een zure smaak nalaten. Te vaak heeft de sport weg van een spelletje Russische roulette.
Het peloton wordt alsmaar sterker en net daarom is het veel belangrijker dan pakweg tien jaar geleden om op sleutelmomenten goed gepositioneerd te zijn. Er zijn geen sukkels meer. Neem daar nog de verbeterde aerodynamica en de evolutie van het (steeds lichtere) materiaal bij, en het is logisch dat het almaar harder gaat – Mathieu van der Poel verwees vrijdag naar de “monsterversnellingen” waardoor je nog kunt bijtrappen als je al 70 kilometer per uur rijdt. En waren er vroeger maar twee tot drie ploegen in staat om de voorposten te vullen, dan denkt nu iedereen voorin zijn plaats te kunnen vasthouden.
Het wielrennen rijdt zichzelf in ijltempo in de vernieling. De UCI moet dringend conclusies trekken
Het leidt tot een compacter peloton op smalle wegen, die dikwijls bezaaid zijn met verkeersmeubilair. Philippe Gilbert vergeleek het peloton enkele jaren geleden met de migratie van de gnoes in Afrika. “Ze rennen en ze wachten op niemand.” Innovatie na innovatie gaat het sneller. Maar de veiligheid hinkt achterop. Zeker, er zijn de afgelopen jaren stappen gezet met onder meer de introductie van safety managers, het gebruik van kunststoffen race barriers (stootkussens die metalen dranghekken vervingen), alternatieve routes voor motoren en het oprichten van SafeR, een onafhankelijke veiligheidsinstantie die op 1 januari echt van start ging. Toch zie je in een sport als Formule 1, waarin tegen 300 kilometer per uur geracet wordt, vandaag zelden even zware kwetsuren als in de koers.
Wielrennen mag in deze regio dan een van de drukst bekeken sporten zijn, momenteel rijdt ze zichzelf in ijltempo in de vernieling. (Bijna-)dodelijke vallen zijn niet normaal en horen er niet bij. Een nulrisico bestaat niet, maar je kunt de risico’s wel zo veel mogelijk beperken.
De belangrijkste verantwoordelijkheid ligt bij de Internationale Wielerunie UCI. Alleen als zij beschermende kledij verplicht, zullen de renners volgen. Vandaag voelen renners zich kwetsbaar, maar niemand zal vrijwillig beschermende kledij dragen indien je daardoor trager fietst dan een concurrent. De UCI kan ook wedstrijdorganisatoren aanzetten om gevaarlijke punten uit het parcours te halen en door roekeloos koersgedrag strenger te bestraffen.
Geen maatregel mag taboe zijn, zelfs al kan de afkeer soms groot zijn. Toen de valhelm in 2003 verplicht werd, stond ook lang niet iedereen op stoelen en banken te juichen. Nu is er geen prof bij zijn verstand die er nog aan denkt om zonder te vertrekken.