Vervang de heks door stevige seks
Een collega-scribent die er in journalistieke kringen om bekend stond te allen tijde de vinger aan de pols van de tijd te houden (teneinde op goede voet te blijven met de veranderende mores), nodigde ons uit om de bewuste foto’s eens aandachtig te vergelijken. “U ziet natuurlijk ook dat er met dat beeld is geknoeid”, sprak hij.
We zetten onze monocle op en bogen voorover ter inspectie van het bewijsmateriaal. In een onderzoek als dit was het immers zaak om geen detail over het hoofd te zien, zich niet te laten verblinden door al te voor de hand liggende aanwijzingen. We hadden niet voor niets al die boeken van Simenon gelezen. We legden de twee foto’s dus naast elkaar en vergeleken nauwgezet.
“Wel?”, vroeg de collega-scribent ongedurig. “Het valt toch meteen op?”
“Haar borsten lijken een beetje gegroeid?”, dorsten wij uiteindelijk schroomvallig uit te brengen. Geen ontkennen aan: het kleinste kind kon zien (en zág dat dezer dagen waarschijnlijk ook) dat er tussen het Doornroosje van vóór en na de restauratie minstens één cupmaat verschil zat. Het mocht hier dan wel een sprookjesfiguur betreffen – opgebaard in het Nederlandse pretpark De Efteling – een handjevol veranderde niet vanzelf in een dubbele D.
“De Efteling wilde naar eigen zeggen het oorspronkelijke ontwerp van Anton Pieck wat meer benaderen”, legde de collega met een meewarige grijns uit.
“Maar daar trappen wij natuurlijk niet in”, knipoogden wij terug. “Nee? En waarom niet?”
We dachten vliegensvlug na. “Omdat wij geen oppervlakkige cismannen zijn? Omdat de gebroeders Grimm noch Doornroosje hun toestemming hebben gegeven voor die borstvergroting? Wacht eens even! Dat kind is toch niet zwanger?! Die wellusteling van een prins, en dat met een meisje dat daar al honderd jaar braafjes ligt te slapen!”
De collega zag dat we danig over onze toeren raakten van al dat denkwerk en verloste ons uit ons lijden: “Rustig, kerel. Haar borsten interesseren ons toch helemaal niet!” “Nee?”
“Totaal niet. U staart zich blind op die zelfrijzende bloes, maar u vergeet ondertussen te kijken naar haar coiffure.”
Parbleu, nu zagen we het ook: de blonde lokken van Doornroosje waren opeens haast een halve meter langer geworden. Maar daar piepte niemand
over. Was Anton Pieck postuum ook dameskapper geworden, of wat?
“Ik heb een droge mond”, mompelde onze collega opeens. Met deze intrigerende woorden (en met een bel cognac in de hand) trokken wij ons terug in de rookkamer, alwaar de collega gezwind aan het vertellen sloeg.
“Er was eens een 26-jarige theaterstudente met nekpijn die bij haar 50-jarige, kale theaterdirecteur op bezoek ging voor een tantramassage.” “Nog een sprookje? Geestig!”
“In het begin toch. Kleren uit. Er werd me daar gelebberd en gefoefeld dat het een aard had. De vrouw van de kale directeur was immers ook komen meespelen. Hij schoot ook nog eens in wufte vrouwenkleren en ginnegapte ongegeneerd over anale seks en polyamorie, u weet hoe gaat dat in die kringen.”
“Weet ik dat?”
“A lot of fun was had by all. Tot op een bepaald moment de actrice het welletjes vond. Ze liet daar evenwel weinig van merken, tenslotte had zij die man nog nodig voor haar carrière, een mens moet vooruit in het leven. Dus zand erover maar. Daarna maakten ze nog vele theaterproducties en hadden ze samen veel plezier. Zijn platte sekspraatjes nam ze er maar bij. En die sloten cava ook.”
“Wanneer verschijnt de boze heks in dit verhaal?”
De collega negeerde onze vraag. Geen heks dus.
“Jaren gingen voorbij. De actrice schreef ondertussen ook stukjes voor een krant, onder meer Metoo-verhalen. De directeur rook stilaan onraad. Het begon hem onderhand dunnetjes door zijn damesslipje te sijpelen. “Je gaat toch niet uit de biecht klappen over die tantramassage, mijn vrouwenkleren, mijn gore seksmopjes?” Jazeker ging ze dat. Zij wilde daar zelfs een toneelproductie over maken. En hij zou die moeten betalen! “No way”, zei hij koppig. Dan vroeg ze toch subsidies aan? Helaas, die werden haar tot vier keer toe door een jury ontzegd, dat móést wel een samenzwering zijn. De actrice wás al pissig omdat niemand naar haar luisterde en nu werd ze nog pissiger. Van de weeromstuit gooide ze de vuile was dan maar in de media.
Dit sprookje werd almaar warriger en ranziger. Het mocht onderhand ook wel wat beginnen opschieten. “Maar leefden ze toch nog lang en gelukkig? Kreeg zij een borstvergroting, begon zijn haar opeens wonderbaarlijk te groeien?”, vroegen we ongedurig.
De collega schudde spijtig het hoofd. “Niets van dat alles. Hij werd in het theaterdorp aan de schandpaal gebonden, bleef voor immer geboekstaafd als machtswellustige vrouwenzot met een fout gevoel voor humor. Zij kwam uit deze historie als een wraakzuchtige opportuniste. Merkwaardig genoeg konden beiden partijen daar eigenlijk nogal mee leven.”
“Eind goed, al goed, dus toch?” “Ach, voor die conclusie bleef het wachten op de toneelvoorstelling die niemand wou: De schone slaapster en de boze wolf doen aan tantra.”
“Ach juist, nu herinner ik het me: ik ben ook niet gaan kijken.”
Doornroosje mocht dan wel een sprookjesfiguur zijn, een handjevol veranderde niet vanzelf in een dubbele D