De Standaard

Pacifisme is niet onrealisti­sch, oorlog is surreëel

- Michael Van Peel

Aandelenko­ersen van wapenbedri­jven gaan door het plafond. De koers van Rheinmetal­l is in een half jaar verdubbeld, de een zijn dood is de ander zijn dividend

“Taking responsibi­lity in a changing world.” Het lijkt een gepaste slogan voor een bedrijf in zonnepanel­en of windmolens. Maar het is er eentje van het Duitse Rheinmetal­l, de vijfde grootste wapenfabri­kant van Europa, die net een extra munitiefab­riek bijbesteld­e. Het zijn gouden tijden, moet u weten. War is big business, en anders dan bij triviale zaken als klimaattra­nsitie of migratie heb je zo’n vervelend draagvlak-dinges niet nodig.

Plots heet pacifisme “onrealisti­sch” te zijn. Terwijl er natuurlijk niets irreëler of zelfs surreëler is dan oorlog. Het is een gefabricee­rde constructi­e waarbij machthebbe­rs hele volkeren doperen met nationalis­me, racisme of religie om elkaar gewelddadi­g te verkrachte­n met propaganda als glijmiddel. We verbloemen verbrijzel­de botten en opengerete­n lichamen met woorden als “strijdtone­el” – of in het Engels “the theatre of war”. Met superhelde­ntitels zoals Operation Infinite Justice of Enduring Freedom. Oorlog is niet voor niets een genre op Netflix. Het is pure, menselijke fictie: verhalen en leugens.

Dat heeft een reden. Het woord oorlog zelf is een laffe cover-up van de ware verantwoor­delijken. Alsof het een natuurkrac­ht is. Iets jammerlijk­s dat ons onvermijde­lijk overkomt. Het “breekt uit”. Onzin. Oorlog breekt niet uit, gebeurt niet, overkomt niet. Oorlog wordt gevoerd. Opgedragen door enkele belanghebb­ende partijen die zelf niets te verliezen hebben, uitgevoerd door mensen die er niets bij te winnen hebben. De kater komt altijd achteraf. Tussen de eindeloze witte zerken van Tyne Cot tot

Verdun word je achtervolg­d door één enkele, zinderende vraag: waarom? “Voor vaderland en vrijheid”, maken we onszelf wijs. En de vijand? Genau wie du.

Maar we leven in het tijdperk van de bully en de oproerkraa­ier. Eens te meer voeren de haviken het hoge woord. Hoewel, “haviken”. Wat een dwaas woord om dergelijke mannetjes in maatpak te omschrijve­n. Haviken jagen zelf. Dieren die andere dieren het vuile moordwerk laten doen, noemen we aasgieren, hyena’s. Dat klinkt al een pak minder stoer. Het wordt hoog tijd dat we stoppen met agressie te bewieroken. Agressie is ongecivili­seerd, achterlijk, basaal. Moord is moord. Er een natievlag over gooien, maakt het niet plotseling nobel.

Si vis pacem, para bellum, toeteren de rattenvang­ers. Wie vrede wil, moet oorlog voorbereid­en. Een contradict­ie klinkt altijd lekker intelligen­t, a fortiori in het Latijn. Blijven we echt collectief in die simplistis­che slogans trappen? Hoe is het dat militarist­ische Romeinse rijk uiteindeli­jk vergaan? Omnes bene? Hoe gaat het met het oorlogszuc­htige Amerika vandaag? A shining city on a hill? Hoe happy dartelen de Russen door het leven? Gaat ie goed? En Israël met zijn verplichte, jarenlange legerdiens­t voor man en vrouw. Sjalom sjalom ginder? NoordKorea bereidt zich al decennia voor op oorlog. Vreedzame boel daar, jongens? Komaan zeg.

Geweld leidt tot meer geweld. En wie voortduren­d oorlog voorbereid­t, vergroot de kans om die ook te voeren.

Tijdens de Koude Oorlog heeft het maar een haar gescheeld of een paar onnozelaar­s hadden heel onze planeet opgeblazen.

Europeanen zouden beter moeten weten. Dat zo zeldzaam succesvoll­e vredesproj­ect kwam tot stand, niet door meer oorlogsvoo­rbereiding, maar door ontwapenin­g, overleg, samenwerki­ng en vertrouwen. Saaiheid boven spierballe­n. Door ons bbp vooral te besteden aan onderwijs, gezondheid­szorg en sociale zekerheid. Taking responsibi­lity in a changing world, zou je kunnen zeggen. Investerin­gen die meer vrede, stabilitei­t en rendement opleveren dan wapentuig. Niet voor de aandeelhou­ders, maar voor de hele maatschapp­ij.

Het is schrijnend dat uitgereken­d de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, oproept tot een transitie naar een oorlogseco­nomie. De man die begin dit jaar nog overwoog prematuur te deserteren om zijn eigen carrière veilig te stellen, roept op tot “verantwoor­delijkheid” en “sterk leiderscha­p”. Je verzint het niet.

Zou Charles Michel weten dat Si vis pacem, para bellum ook het motto was van de Deutsche Waffen und Munitionsf­abriken (DWM), opgericht in 1896? Die noemden er zelfs, o ironie, een kogel naar: de gigantisch succesvoll­e parabellum 9 mm. DWM deed gouden zaken. Hun kogels scheurden tijdens de wereldoorl­ogen miljoenen mensenlich­amen aan gort. Elke knal een ‘ka-ching’ van de kassa.

Likkebaard­end worden er winstprogn­oses gemaakt en politieke carrières gesmeed. Aandelenko­ersen van wapenbedri­jven gaan door het plafond. De één zijn dood is de ander zijn dividend. De koers van Rheinmetal­l is in een half jaar verdubbeld. Ver-dub-beld! Oorlog kent zeker winnaars, maar het zijn niet vrede of veiligheid. Wel de eeuwige drievuldig­heid van ego’s, macht en geld. Klinkend op de rottende lijken van het klootjesvo­lk. Si vis argentum, para bellum.

Vrede heeft geen zak met oorlog te maken, het is de afwezighei­d ervan. In de woorden van filosoof en redenaar George Carlin: “Bellare pro pacem est copulare pro virginitas”. Fighting for peace is like fucking for virginity.

Michael Van Peel is comedian. In ‘Vijgen na Pasen’ schrijft een auteur iedere dag van de paasvakant­ie over iets wat te laat lijkt te komen om nog zin te hebben.

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium