Pacifisme is niet onrealistisch, oorlog is surreëel
Aandelenkoersen van wapenbedrijven gaan door het plafond. De koers van Rheinmetall is in een half jaar verdubbeld, de een zijn dood is de ander zijn dividend
“Taking responsibility in a changing world.” Het lijkt een gepaste slogan voor een bedrijf in zonnepanelen of windmolens. Maar het is er eentje van het Duitse Rheinmetall, de vijfde grootste wapenfabrikant van Europa, die net een extra munitiefabriek bijbestelde. Het zijn gouden tijden, moet u weten. War is big business, en anders dan bij triviale zaken als klimaattransitie of migratie heb je zo’n vervelend draagvlak-dinges niet nodig.
Plots heet pacifisme “onrealistisch” te zijn. Terwijl er natuurlijk niets irreëler of zelfs surreëler is dan oorlog. Het is een gefabriceerde constructie waarbij machthebbers hele volkeren doperen met nationalisme, racisme of religie om elkaar gewelddadig te verkrachten met propaganda als glijmiddel. We verbloemen verbrijzelde botten en opengereten lichamen met woorden als “strijdtoneel” – of in het Engels “the theatre of war”. Met superheldentitels zoals Operation Infinite Justice of Enduring Freedom. Oorlog is niet voor niets een genre op Netflix. Het is pure, menselijke fictie: verhalen en leugens.
Dat heeft een reden. Het woord oorlog zelf is een laffe cover-up van de ware verantwoordelijken. Alsof het een natuurkracht is. Iets jammerlijks dat ons onvermijdelijk overkomt. Het “breekt uit”. Onzin. Oorlog breekt niet uit, gebeurt niet, overkomt niet. Oorlog wordt gevoerd. Opgedragen door enkele belanghebbende partijen die zelf niets te verliezen hebben, uitgevoerd door mensen die er niets bij te winnen hebben. De kater komt altijd achteraf. Tussen de eindeloze witte zerken van Tyne Cot tot
Verdun word je achtervolgd door één enkele, zinderende vraag: waarom? “Voor vaderland en vrijheid”, maken we onszelf wijs. En de vijand? Genau wie du.
Maar we leven in het tijdperk van de bully en de oproerkraaier. Eens te meer voeren de haviken het hoge woord. Hoewel, “haviken”. Wat een dwaas woord om dergelijke mannetjes in maatpak te omschrijven. Haviken jagen zelf. Dieren die andere dieren het vuile moordwerk laten doen, noemen we aasgieren, hyena’s. Dat klinkt al een pak minder stoer. Het wordt hoog tijd dat we stoppen met agressie te bewieroken. Agressie is ongeciviliseerd, achterlijk, basaal. Moord is moord. Er een natievlag over gooien, maakt het niet plotseling nobel.
Si vis pacem, para bellum, toeteren de rattenvangers. Wie vrede wil, moet oorlog voorbereiden. Een contradictie klinkt altijd lekker intelligent, a fortiori in het Latijn. Blijven we echt collectief in die simplistische slogans trappen? Hoe is het dat militaristische Romeinse rijk uiteindelijk vergaan? Omnes bene? Hoe gaat het met het oorlogszuchtige Amerika vandaag? A shining city on a hill? Hoe happy dartelen de Russen door het leven? Gaat ie goed? En Israël met zijn verplichte, jarenlange legerdienst voor man en vrouw. Sjalom sjalom ginder? NoordKorea bereidt zich al decennia voor op oorlog. Vreedzame boel daar, jongens? Komaan zeg.
Geweld leidt tot meer geweld. En wie voortdurend oorlog voorbereidt, vergroot de kans om die ook te voeren.
Tijdens de Koude Oorlog heeft het maar een haar gescheeld of een paar onnozelaars hadden heel onze planeet opgeblazen.
Europeanen zouden beter moeten weten. Dat zo zeldzaam succesvolle vredesproject kwam tot stand, niet door meer oorlogsvoorbereiding, maar door ontwapening, overleg, samenwerking en vertrouwen. Saaiheid boven spierballen. Door ons bbp vooral te besteden aan onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid. Taking responsibility in a changing world, zou je kunnen zeggen. Investeringen die meer vrede, stabiliteit en rendement opleveren dan wapentuig. Niet voor de aandeelhouders, maar voor de hele maatschappij.
Het is schrijnend dat uitgerekend de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, oproept tot een transitie naar een oorlogseconomie. De man die begin dit jaar nog overwoog prematuur te deserteren om zijn eigen carrière veilig te stellen, roept op tot “verantwoordelijkheid” en “sterk leiderschap”. Je verzint het niet.
Zou Charles Michel weten dat Si vis pacem, para bellum ook het motto was van de Deutsche Waffen und Munitionsfabriken (DWM), opgericht in 1896? Die noemden er zelfs, o ironie, een kogel naar: de gigantisch succesvolle parabellum 9 mm. DWM deed gouden zaken. Hun kogels scheurden tijdens de wereldoorlogen miljoenen mensenlichamen aan gort. Elke knal een ‘ka-ching’ van de kassa.
Likkebaardend worden er winstprognoses gemaakt en politieke carrières gesmeed. Aandelenkoersen van wapenbedrijven gaan door het plafond. De één zijn dood is de ander zijn dividend. De koers van Rheinmetall is in een half jaar verdubbeld. Ver-dub-beld! Oorlog kent zeker winnaars, maar het zijn niet vrede of veiligheid. Wel de eeuwige drievuldigheid van ego’s, macht en geld. Klinkend op de rottende lijken van het klootjesvolk. Si vis argentum, para bellum.
Vrede heeft geen zak met oorlog te maken, het is de afwezigheid ervan. In de woorden van filosoof en redenaar George Carlin: “Bellare pro pacem est copulare pro virginitas”. Fighting for peace is like fucking for virginity.
Michael Van Peel is comedian. In ‘Vijgen na Pasen’ schrijft een auteur iedere dag van de paasvakantie over iets wat te laat lijkt te komen om nog zin te hebben.