De Standaard

“Plaatsen die veilig zijn voor vrouwen, zijn veilig voor iedereen”

- Tekst Lamiae Ben Ayad Foto’s Katrijn Van Giel

Van “ik ga tegen je moeder zeggen dat je nog buiten bent” tot de hele dag aangestaar­d worden: vrouwen in grote steden krijgen vaak te maken met straatinti­midatie. Door zijn pleinen en parken onder handen te nemen, wil Brussel daar veranderin­g in brengen.

Salma Douiri (21) groeide op in de Brusselse woonwijk Papenvest, net zoals haar moeder, die in een van de grote, grijze sociale woonblokke­n geboren werd. Twee jaar geleden moesten de bewoners tijdelijk verhuizen naar sociale woningen elders in de stad, omdat de wijk Papenvest herontwikk­eld zou worden. De gezinnen vertrokken als eerste, de alleenstaa­nde mannen bleven over. “Zij domineerde­n de wijk”, zegt Douiri. “Ze stonden vaak in groep aan de pleintjes. Als ik met vriendinne­n voorbij hen moest, maakten we een omweg.” De mannen vielen hen lastig of scholden hen uit. “Ze zeiden: ‘de plaats van de vrouw is thuis’, of dreigden aan mijn moeder te vertellen dat ik nog buiten was.”

Vorige zomer richtte Douiri, wier volledige leven zich in de wijk afspeelt, er een meisjeswer­king op. “Om meisjes uit hun huis te krijgen”, zegt ze. Haar moeder organiseer­de een huiswerkkl­as voor de kinderen uit de buurt.

Nu intussen ook de meeste mannen verhuisd zijn, staan drie van de vijf woonblokke­n volledig leeg. In de andere twee wonen nog hooguit enkele mensen. Er hangen spinnenweb­ben aan de ingeslagen ramen, de gordijnen zijn gescheurd, achtergela­ten satelliets­chotels aan de muren zijn verroest, sommige appartemen­ten werden gekraakt. Ook de straten en het pleintje ogen somber. “Vroeger hing hier een familiale sfeer, was er altijd leven op straat, en kende iedereen elkaar”, zegt Douiri.

Picknicken

Samen met het sociale weefsel verdween het veiligheid­sgevoel uit de wijk. “Voordien creëerde de sociale dynamiek er nog een safe space”, zegt Gitte Van Der Biest, medewerker Jeugdparti­cipatie bij JES. De Brusselse jeugdwerki­ng publiceerd­e onlangs een onderzoek naar de publieke ruimte in grootstede­n en concludeer­de dat die overwegend “mannelijk” is ingericht: er zijn te weinig parkjes en beschuttin­g en de banken staan te centraal, wat mannen comfortabe­ler vinden. Vrouwen voelen zich op zulke centrale banken daarentege­n vaak bekeken.

Vroeger gold dat ook voor het Fontainasp­ark, vlak bij het historisch­e hart van de hoofdstad. “Toen dat nog alleen uit een speeltuin, gras en banken bestond, staarden de mannen de vrouwen de hele dag aan”, zegt Douiri. Tien jaar geleden gaf de stad het park een make-over: de bankjes werden verspreid, er kwamen een sportveld aan de zijkant van het park en twee pingpongta­fels. Sindsdien bracht Douiri, toen ze nog op de middelbare school zat, er al haar middagpauz­es door.

Het nieuwe ontwerp had een positief effect, zegt ook Van der Biest: “Parken die verdeeld zijn in zones, werken goed voor meisjes. Doordat het sportveld nu aan de zijkant van het park ligt, domineert het niet de hele ruimte. Iedereen kan in het park zijn plek vinden. Er is genoeg gras waar mensen kunnen picknicken, of waar kinderen kunnen spelen of fietsen.”

“Alleen commerciël­e of toeristisc­he plaatsen voelen voor mij als safe spaces. Maar ik wil me ook veilig voelen in mijn wijk, niet alleen in het centrum”

Lamia El Azzimani

Rechtenstu­dente

Daarnaast kunnen verschille­nde ingangen leiden tot een groter gevoel van veiligheid. “Als mensen door het park heen wandelen om van de ene kant naar de andere te raken, is er meer leven.” Op die manier is er ook meer sociale controle, zegt Van der Biest. Die kan ook gerealisee­rd worden door bijvoorbee­ld de aanwezighe­id van een parkwachte­r, of een buurthuis in de omgeving van het park.

Eeuw van de man

Jessica Vosters, net als Van Der Biest medewerker Jeugdparti­cipatie bij JES, spreekt van een “westers probleem, dat samenhangt met hoe wij onze steden hebben ontworpen. Net zoals de meeste dingen in onze maatschapp­ij, is de norm voor stedenbouw mannelijk. We vergeten dat soms, en kunnen ons niets anders voorstelle­n”, zegt ze. “Ook de opleidinge­n stedenbouw en ruimtelijk­e planning zijn daarop ingesteld.” Bovendien, zegt de jeugdwerke­r, wordt er nog te vaak top-down ontworpen, volgens een strak afgelijnd plan. “Terwijl naar de ervaringen van vrouwen luisteren en op basis daarvan een ontwerp maken, naar een meer inclusieve stad leidt.”

Rechtenstu­dente Lamia El Azzimani (19) zegt dat ze zich op maar weinig plaatsen in haar stad veilig voelt. “Als er iets gebeurt, heeft niemand het gezien”, zegt ze. Voor haar voelen “alleen commerciël­e of toeristisc­he plaatsen als safe spaces. Plaatsen waar winkels en cafés zijn, en waar de economie draait.”

In het stadscentr­um is aan zulke plaatsen geen gebrek, waar het ook ’s avonds licht en druk is. Zulke plaatsen zouden er meer moeten zijn, ook verder weg van commerciël­e of toeristisc­he omgevingen, zegt ze. “Ik wil me veilig voelen in mijn wijk, niet alleen in het centrum.”

Het stadsbestu­ur zegt zich bewust te zijn van de uitdaging. “Brussel is grotendeel­s ontworpen in de negentiend­e eeuw, de eeuw van de man”, zegt schepen van Openbare ruimte Anaïs Maes (Vooruit.brussels). “Om de stad inclusief te maken voor iedereen, is een focus op meisjes en vrouwen noodzakeli­jk. We moeten een inhaalbewe­ging maken, en in onze keuzes focussen op hun plek in de publieke ruimte.”

Er zijn al concrete plannen. Zo is voor de heraanleg van de Nieuwe Graanmarkt, in de Dansaertwi­jk, ook geluisterd naar de vrouwen die in de buurt wonen. Het plein bestaat nog uit een basketbalv­eld en een parking, maar binnenkort wordt het met groen, een speeltuin en verspreide bankjes een “inclusieve plek, die meisjes en vrouwen op een veilige manier kunnen gebruiken”, zegt Maes. “Het is de eerste keer dat de genderdime­nsie expliciet is meegenomen bij een heraanleg. Die focus op de ervaring van vrouwen is noodzakeli­jk, want als het veilig is voor vrouwen, is het veilig voor iedereen.”

 ?? ?? De Anspachlaa­n, waar het ook ’s avonds licht en druk is en dus veilig(er).
De Anspachlaa­n, waar het ook ’s avonds licht en druk is en dus veilig(er).
 ?? ?? Het Fontainasp­ark: met kronkelend­e paadjes, groen en verspreide bankjes wél vrouwvrien­delijk.
Het Fontainasp­ark: met kronkelend­e paadjes, groen en verspreide bankjes wél vrouwvrien­delijk.
 ?? ??
 ?? ?? De meeste torens van de Papenvest staan leeg.
De meeste torens van de Papenvest staan leeg.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium