Kopecky kan zonder vervelende vragen toewerken naar Parijs 2024
Kon ze in de Ronde van Vlaanderen de verwachtingen niet helemaal inlossen, dan heeft Lotte Kopecky in Roubaix het hoofddoel van haar voorjaar waargemaakt. De zege brengt rust voor haar zomer.
Aan het einde van twee bewogen weken waarin Wout van Aert en Remco Evenepoel werden uitgeschakeld, slaagde het derde boegbeeld van de Belgische wielersport erin om nog eens een brede lach op het gezicht van de supporters te toveren. Over de beroemde velodroom in Roubaix schalde zaterdagavond de Brabançonne door de boxen voor Lotte Kopecky.
De wereldkampioene mocht de kasseitrofee in de lucht steken na een editie waarin ze de meest ondernemende was: een eerste versnelling al op zeventig kilometer van het einde, een volgende bom op de kasseien van Auchy-lez-Orchies, een derde prik op de oplopende asfaltstrook na de vijfsterrenstrook van Mons-en-Pévèle, andermaal de gashendel open op Camphin-en-Pévèle en een vijfde vuurpijl op de stenen van Gruson.
Eén renster zou Kopecky evenwel geen moment uit haar wiel krijgen: de Nederlandse kannibaal Marianne Vos, vooraf al als haar gevaarlijkste concurrente aangeduid en in de sprint op papier sneller. “Marianne erbij was niet ideaal”, vertelde Kopecky na de wedstrijd. “Ik wilde vandaag zelf winnen, maar deed er zich een situatie voor waarin we voor een sprint konden gaan met Lorena ( Wiebes, red.), was ik daar ook 110 procent bereid toe.”
In de finale speelde Kopecky handig uit dat haar Nederlandse ploeggenote deel uitmaakte van de achtervolgende groep. De naar Oost-Vlaanderen uitgeweken Antwerpse etaleerde ook haar koersintelligentie toen Ellen van Dijk op vier kilometer van de streep demarreerde. Ze reageerde bliksemsnel en verhinderde op die manier dat ze bij Lidl-Trek hun overtal in de kopgroep konden verzilveren.
Frisheid boven snelheid
Hoewel “alles volgens plan” verliep – aldus Kopecky achteraf – hadden op het middenplein van de velodroom velen geen goed oog in de kansen van de wereldkampioene. In het vooruitzicht van een spurt tegen niet alleen Vos, maar ook nog de snelle Elisa Balsamo leek een derde plaats het hoogst haalbare. “Wanneer je naar de piste komt, moet je vertrouwen hebben in jezelf dat je bekwaam bent om het af te maken”, vertelde Kopecky. “Voor het opdraaien van de piste was het al een hevige strijd voor de posities. Ik wist ook dat Marianne en Elisa met elkaar zouden duelleren en dat het aan de overkant van de piste tegenwind was. Ik bleef kalm, ging op het juiste moment.”
Vanuit een schijnbaar verloren positie schudde Kopecky een machtige sprint uit haar dijen en verwees Balsamo, Pfeiffer Georgi en Vos naar de dichtste ereplaatsen. “Dat het een lange sprint werd, speelde in mijn voordeel”, aldus Kopecky. “Na een slopende koers als Parijs-Roubaix komt het minder aan op snelheid dan op frisheid”, verklaarde runner-up Balsamo .
Minder dominant
Parijs-Roubaix is voor Kopecky haar vijfde zege in een seizoen dat eind februari veelbelovend begon in de Ronde van de Emiraten. Toen behaalde ze haar eerste zege ooit in een rit met aankomst bergop plus de eindwinst. Hoewel ze vervolgens ook de Strade Bianche en Nokere Koerse won, heette het al snel dat de wereldkampioene minder dominant en flitsend oogde dan vorig seizoen.
De jongste Vlaamse klassiekers waren koren op de molen van de critici. Na Dwars door Vlaanderen liet ploegleider Danny Stam optekenen dat de hele ploeg, met inbegrip van Kopecky, niet scherp genoeg was geweest. In de Ronde van Vlaanderen moest de wereldkampioene op de hellingen al te veel het hoofd buigen. “In de Ronde van Vlaanderen was het gevoel niet zoals ik wilde”, vertelde Kopecky in
Roubaix. “Ik ben zo kalm mogelijk proberen te blijven. Gelukkig heb ik heel goeie vrienden en een sterk team achter me staan die me vertrouwen bleven geven. De voorbije twee dagen hebben we heel wat afgelachen, zodat ik vanmorgen mijn zenuwen onder controle had. Ik voelde dat ze in me geloofden en heb dat gevoel in de wedstrijd proberen mee te nemen.”
Hoofddoel
In de Helleklassieker gaf Kopecky blijk van mentale weerbaarheid. Met de klap stelde zich niet langer de vraag of ze niet beter een volwaardige trainer in de arm kon nemen dan wel haar eigen trainer te blijven. En werd ze bewierookt voor de resultatenreeks die ze dit voorjaar in de klassiekers neerzet, met behalve winst in de Strade Bianche, Nokere Koerse en ParijsRoubaix podiumplaatsen in de Omloop Het Nieuwsblad en de Trofeo Alfredo Binda en topvijfnoteringen in Dwars door Vlaanderen en de Ronde van Vlaanderen.
Weinig relevant was ineens ook dat de vierde editie van Parijs-Roubaix de zwakst bezette tot dusver was, afgaande op het cijfer dat de gespecialiseerde website Procyclingstats toekent aan de kwaliteit van het deelnemersveld. En dat van de top tien in de Ronde van Vlaanderen voor Roubaix behalve Kopecky alleen Vos en Letizia Paternoster present hadden getekend.
“Mijn wereldtitel op de weg blijft voor mij mijn grootste prestatie. Roubaix winnen in de regenboogtrui komt wel in de buurt”
Lotte Kopecky
De slotsom na de Helleklassieker was dat Kopecky de wedstrijd op haar naam had geschreven die sinds haar overwinningen in de
Strade Bianche en vooral de Ronde van Vlaanderen tot het hoofddoel van haar voorjaar was uitgegroeid. “Mijn wereldtitel op de weg vorig jaar in Glasgow blijft voor mij het grootste wat ik al heb gepresteerd, maar Roubaix winnen in de regenboogtrui komt aardig in de buurt.”
In La reine des classiques bevestigde Kopecky haar status van koningin van de kasseiklassiekers. Zonder druk kan ze nu toeleven naar haar laatste afspraken dit voorjaar, de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik. Om vervolgens vol vertrouwen en zonder vervelende vragen toe te werken naar haar volgende grote doel: de Olympische Spelen van Parijs.
Uitslag: 1. Lotte KOPECKY (Team SD Worx) 148.5 km in 3u47’13” (gem.: 39.214 km/u); 2. Elisa Balsamo (Ita); 3. Pfeiffer Georgi (GBr); 4. Marianne Vos (Ned); 5. Amber Kraak (Ned); 6. Ellen van Dijk (Ned) 6”; 7. Lorena Wiebes (Ned) 28”; 8. Victoire Berteau (Fra); 9. Marie Le Net (Fra); 10. Kim Le Court Pienaar (Mri); 11. Elise Chabbey (Zwi); 12. Gladys Verhulst-Wild (Fra); 13. Letizia Borghesi (Ita); 14. Sophie Von Berswordt (Ned); 15. Evy Kuijpers (Ned); 16. Zoe Backstedt (GBr); 17. Christina Schweinberger (Oos) 1’05”; 18. Arlenis Sierra Canadilla (Cub); 19. Lieke Nooijen (Ned); 20. Marthe Truyen