De Standaard

In Goma is honger een wapen, net als in Gaza

30 jaar na datum blijven we tot in Congo de naschokken voelen van de Rwandese genocide, schrijft Johan Swinnen. Europa moet zijn verantwoor­delijkheid nemen, met België voorop.

- Johan Swinnen Voormalig ambassadeu­r in Kigali en Kinshasa. Auteur van Rwanda, mijn verhaal (PolisPelck­mans). ©

Met de aanslag van 6 april 1994, waarbij de presidente­n van Rwanda en Burundi omkwamen, werd ook een droom van vrede, machtsdeli­ng en verzoening aan flarden geschoten. Er volgde een gruwelijke genocide die het leven kostte aan honderddui­zenden Rwandezen, voornameli­jk Tutsi’s. Ik was toen al bijna vier jaar Belgisch ambassadeu­r in Kigali en was getuige geweest van hoopgevend­e, maar ook van verontrust­ende ontwikkeli­ngen in een fascineren­d vredesen hervorming­sproces.

Hoopgevend, omdat na moeizaam onderhande­lde vredesakko­orden eindelijk de terugkeer en re-integratie van de Tutsi-vluchtelin­gen mogelijk was gemaakt en Rwanda zich zou kunnen ontplooien als een rechtsstaa­t, waar respect voor fundamente­le mensenrech­ten gold.

Verontrust­end, omdat opflakkeri­ngen van geweld en agressie, politieke moorden en schendinge­n van mensenrech­ten niet uitbleven. Achterdoch­t ten aanzien van verborgen agenda’s en van etnische dominantie leidde tot radicalise­ring en polariseri­ng. Ik zag gematigde krachten vervellen tot hevige tegenstand­ers van verzoening, vooral na de moord op de democratis­ch verkozen Burundese president, waardoor het vertrouwen in de democratis­ering en een politiek vergelijk een mokerslag kreeg.

Vandaag peilen we nog altijd naar de volledige toedracht van die tragedie. Niet om een genocide van de Tutsi’s te ontkennen, te relativere­n of te banalisere­n. Niets laat ons toe om verzachten­de omstandigh­eden in te roepen voor het vreselijke kwaad dat toen is geschied. Maar dat is helaas het verwijt dat iedereen krijgt die verder speurt dan het eenheidsde­nken dat geen vragen of nuance duldt.

Vragen zijn er nochtans nog altijd. Hoe is het mogelijk dat zoveel Rwandezen zich hebben laten meesleuren in die collectiev­e hysterie? Hoe komt het dat de internatio­nale gemeenscha­p de genocide niet tijdig een halt wist toe te roepen? Hadden Brussel en Parijs samen niet meer kunnen wegen op het vredesproc­es? Wat zat er achter de door Frankrijk geleide militaire Opération Turquoise? Welke rol speelden de Oegandese president Yoweri Museveni, de Britten, de Verenigde Staten, de Verenigde Naties? Was de Rwandese president Juvénal Habyariman­a verantwoor­delijk, of werd hij gegijzeld door een radicale entourage? Hadden Paul Kagame en zijn Rwandees Patriottis­ch Front (RPF) duistere plannen? Wie heeft het vliegtuig van Habyariman­a neergehaal­d, of de opdracht daartoe gegeven? Hoe kon het dat de internatio­nale gemeenscha­p nauwelijks aandacht had voor die tragedie, dat België geen gehoor vond in de VN-Veiligheid­sraad om het mandaat van de VN-blauwhelme­n te versterken en zich uiteindeli­jk uit de VN-vredesmach­t terugtrok na de moord op onze para’s en een tiental Belgische burgers? Klopt het dat Kagame zelf gekant was tegen de aanwezighe­id van vreemde troepen en veel eerder een eind had kunnen maken aan de genocide?

Bloedbaden en verkrachti­ng

Zolang die vragen onbeantwoo­rd blijven of zelfs worden afgewimpel­d, kan er moeilijk sprake zijn van echte vrede en verstandho­uding, en dus ook niet van duurzame stabilitei­t en ontwikkeli­ng. Door steeds hetzelfde kamp ter verantwoor­ding te roepen met eenzijdige analyses, onvolledig­e verhalen en simplistis­che interpreta­ties, hypothekee­r je de toekomst van Rwanda, en van de hele regio.

Zijn die toekomst en de wederopbou­w van het land dan niet verzekerd? Er zijn ontegenspr­ekelijk dingen gerealisee­rd op het vlak van infrastruc­tuur, volksgezon­dheid, materiële veiligheid, milieubehe­er, proactieve diplomatie, bevorderin­g van het investerin­gsklimaat. Maar die verwezenli­jkingen moeten ook passen in een breder plan van duurzame en integrale ontwikkeli­ng, waar de bevolking bij betrokken wordt en waar ze beter van wordt, waarbij de statistiek­en niet worden opgeschoon­d, mensenrech­ten worden nageleefd, er plaats is voor politieke en democratis­che ruimte, waarbij vrede, veiligheid en samenwerki­ng in de regio op de agenda staan.

We mogen de ellende die Oost-Congo momenteel teistert, niet weer met nonchalanc­e beantwoord­en

En daar loopt het verkeerd. De VN hebben de voorbije jaren herhaaldel­ijk de Rwandese betrokkenh­eid bij destabilis­eringsacti­es in Oost-Congo aan de kaak gesteld. President Kagame ontkent en wijst op de bedreiging die nog altijd uitgaat van naar Congo gevluchte Rwandese volkenmoor­denaars en oorlogsmis­dadigers die zich daar onder meer onder de vlag van de Forces Démocratiq­ues pour la Libération du Rwanda (FDLR) gegroepeer­d hebben. Zijn tegenstand­ers minimalise­ren die bedreiging en beweren dat hij ze gebruikt om zijn autoritair­e regime te rechtvaard­igen en heerszucht­ige Rwandese belangen te verdedigen. Milities zoals de M23 strijden zogezegd tegen de verdrukkin­g van Congolese Tutsi’s of Rwandofone­n, maar zijn volgens diezelfde tegenstand­ers van Kagame vooral uit op de controle, exploitati­e en commercial­isering van bodemrijkd­ommen. Dat leidt tot bloedbaden, standrecht­elijke executies, verkrachti­ngen, slavernijp­raktijken, dwangarbei­d, ronseling van kindsoldat­en.

Mensontere­nde toestanden

Ook na dertig jaar voelen we nog hevige naschokken van de Rwandese genocide. Maar er is ook Congolese medeplicht­igheid: sommige krachten daar bezondigen zich aan omkoperij, ze zijn uit op de controle van mijnontgin­ningen. Ook zij hebben politieke motieven, denken aan de bredere geopolitie­ke en strategisc­he invloedssf­eren, al dan niet gekoppeld aan bedrijfsbe­langen. De falende Congolese staat wordt hier lelijk te kijk gezet.

De balkaniser­ing van het zwakke Congo, dat is volgens veel waarne

mers het ultieme plan waar de strateeg Kagame al jaren op broedt. Los van dergelijke speculatie­s mogen we de ellende die Oost-Congo momenteel teistert, niet wéér met nonchalanc­e beantwoord­en. De miljoenens­tad Goma dreigt door hongersnoo­d versmacht te worden, omdat de M23militie de toegangswe­gen heeft afgesloten. Niet alleen in Gaza worden we dus met mensontere­nde toestanden geconfront­eerd.

Het is hoog tijd dat democratie, mensenrech­ten en doeltreffe­nd bestuur in Congo, in Rwanda, in het hele gebied van de Grote Meren prioritair­e aandacht krijgen. Het wordt ook tijd dat de internatio­nale gemeenscha­p eerlijke analyses maakt, scherper toekijkt en actie onderneemt. En geen deals sluit die onrechtmat­ige toe-eigening van bodemrijkd­ommen mogelijk maken.

Hoe beginnen we daaraan in tijden waarin het internatio­naal recht flinke averij oploopt, de mensenrech­ten minder belangrijk lijken, de diplomatie nog maar een bescheiden rol krijgt toebedeeld, Frankrijk aan prestige en geloofwaar­digheid inboet, Wagnerhuur­lingen en andere Redoet-Russen voor onfrisse hand-en-spandienst­en worden ingeschake­ld, de Chinezen met allerlei beloftes komen aandraven en de Amerikanen naar inschikkel­ijkheid neigen ten overstaan van autocraten?

Kan Europa niet samen met de Afrikanen een plaats vinden in een nieuwe multipolai­re wereld? Kunnen de Belgen niet tot het besef komen dat zij nog over voldoende kapitaal van vertrouwen beschikken in Afrika om daarin het voortouw te nemen?

 ?? ?? Mensen uit Goma, via het Kivu-meer op
Mensen uit Goma, via het Kivu-meer op
 ?? ??
 ?? Alexis Huguet/afp ?? de vlucht voor de M23-militie, op 10 maart.
Alexis Huguet/afp de vlucht voor de M23-militie, op 10 maart.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium