Artsen die woonzorgcentra bezoeken krijgen hogere vergoeding
Om artsen aan te moedigen zelf naar hun patiënten in woonzorgcentra te gaan, worden de erelonen daarvoor verhoogd. Maar is dat de nodige ommekeer in de sector die CMvoorzitter Luc Van Gorp maandag nog verketterde?
Voor bewoners van woonzorgcentra is het niet altijd mogelijk om zelf naar de dokter te gaan. De arts moet daarom naar het woonzorgcentrum komen, zegt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit). Om zulke bezoeken te bevorderen, verhoogt hij de erelonen die zowel huisartsen als specialisten daarvoor krijgen. “Op die manier kan de zorg beter worden afgestemd tussen het woonzorgcentrum en de artsen”, zegt Vandenbroucke. Het remgeld – het deel dat de patiënt zelf betaalt – blijft hetzelfde. De nieuwe regeling zou deze zomer van kracht gaan.
Maandag beschreef Luc Van
Gorp, de voorzitter van de Christelijke Mutualiteit, de woonzorgcentra als “verschrikkelijke plaatsen” in zijn pleidooi om euthanasie mogelijk te maken bij ouderen die levensmoe zijn. Dat pleidooi koppelde hij aan de vergrijzingsgolf die op ons afkomt, het tekort aan personeel in de zorg en de slechte kwaliteit van de woonzorgcentra.
Of de nieuwe regeling de zorgkwaliteit in de woonzorgcentra verhoogt, blijft de vraag. Jan De Lepeleire, professor emeritus in de huisartsengeneeskunde, spreekt van een “positieve kentering” in het beleid. Lieve Dhaene, directeur communicatie bij zorgnetwerk Zorgnet-Icuro, sluit zich daarbij aan.
Dat geriaters, neurologen en (neuro)psychiaters in de wzc’s zouden langskomen, is volgens Dhaene een grote verbetering. Nu komen die specialisten er nauwelijks overdevloer.“Bewonerswordennu zeer vaak in het ziekenhuis opgenomen. Om de zorgnood van dementerende patiënten goed op te volgen, moeten zij bijvoorbeeld steeds in opname. Dat is vaak traumatiserend voor de bewoner en duur voor de samenleving”, zegt Dhaene.
Minstens een keer per jaar
Vandenbroucke maakt in totaal 7,1 miljoen euro vrij voor de hogere erelonen. Daarvan dient 422.000 euro om de erelonen van specialisten te verhogen naar 151,5 euro. Het gros van het budget (6,678 miljoen euro) gaat naar de verhoogde erelonen van huisartsen. Die stijgen met 25 procent, naar 45,81 euro. Voor een stuk is de verhoging een herwaardering van het werk van de huisarts in woonzorgcentra. Maar deels is het een regularisatie, zegt De Lepeleire.
Tijdens covid bleek uit controles van het Riziv dat huisartsen de bewoners van woonzorgcentra te veel aanrekenden. Bij een bezoek aan verschillende bewoners gaat de vergoeding per patiënt in principe naar beneden. Alleen hielden huisartsen zich daar vaak niet aan. Het Riziv berekende dat er op die manier 4 miljoen euro te veel werd uitbetaald. Dat de huisartsen te veel vroegen, was niet volledig onterecht, stelt De Lepeleire: “Ze gaven aan dat de werklast zeer hoog was.” Volgens Vandenbroucke was de vergoeding ook te laag. Met een “correctere vergoeding” hoopt de minister die situatie recht te zetten.
In ruil voor de verhoging, moeten huisartsen minstens een keer
“Bewoners van een wzc worden vaak in het ziekenhuis opgenomen. Dat is traumatiserend voor hen en duur voor de samenleving”
Lieve Dhaene Zorgnet-Icuro
per jaar nagaan welke zorg een bewoner nodig heeft. “Hoe zit het met medicatie, is er extra overleg met specialisten of mantelzorgers nodig? Maar het gaat ook om gesprekken met de patiënt over hoe die zelf zijn zorg in de toekomst ziet”, zegt De Lepeleire.
Dhaene vraagt zich af of dat volstaat: “Bewoners blijven hier vaak zo’n anderhalf jaar. Bovendien hebben ze veelal verschillende, vaak chronische, aandoeningen.”
In de praktijk komen er in sommige wzc’s ook tientallen huisartsen over de vloer. “Iedereen heeft recht op een vrije keuze van arts. Maar er is al een tekort aan huisartsen, en dat er hier zoveel langskomen, helpt de druk niet te verlagen. Het debat zou beter gaan over de vraag of een evolutie naar een vast team van huisartsen dat alle bewoners opvolgt, in overleg met de coördinerend en raadgevend arts,
niet beter is.”