“De gitaar draait voor mij om geschiedenis”
Op zijn negende deelde Julian Lage het podium met Carlos Santana. Vandaag is de 36-jarige muzikant een van de leidende jazzgitaristen. “Er zijn veel geweldige jazzgitaristen, maar ze zijn zelden het gezicht van de jazz.”
Het kan toeval zijn, maar de messias van de jazzgitaar is op kerstdag 1987 in Californië ter wereld gekomen. Julian Lage is de jongste van vijf kinderen in een artistiek gezin. Hij kwam al op jonge leeftijd in aanraking met blues en jazz, en dat in een tijd waarin Nirvana en co. jongeren naar de platenwinkel lokten. “Die populaire muziek kwam wel in huis via mijn broers en zussen”, zegt hij vanuit een hotelkamer in de Amerikaanse staat New Hampshire tijdens een tournee, die hem zondag naar Antwerpen brengt. “Mijn ouders luisterden naar singer-songwriters en jazzmuzikanten als John Coltrane en Thelonious Monk. Mijn vader speelde gitaar, zo leerde ik de blues kennen.”
Op zijn achtste was Lage het onderwerp van de documentaire Jules at eight, waarin een student hem met de camera volgde. Hij barstte toen al van het talent en was duidelijk dolverliefd op zijn instrument. De docufilm bracht hem later zelfs tot op het podium van de Grammy
Awards. “Elk jaar werd die documentaire twee keer uitgezonden op PBS (de Amerikaanse publieke omroep, red.). Iemand zag ze en stelde me voor om op de Grammy’s te spelen. Daar ontmoette ik vibrafonist Gary Burton en dat zette een domino-effect in gang.”
Nochtans zie je Lage niet vaak spelen in de film. “Je hoort amper hoe ik klink als gitarist. Het gaat meer over een jongen die enerzijds nog kind is en anderzijds al in een volwassen leven vol muziek zit.”
Zijn optreden met gitaaricoon Carlos
Santana heeft onder de fans een cultstatus. De negenjarige Lage speelt naast de latin-goeroe met een maturiteit die weinig oudere gitaristen gegeven is. Maar een kindster is hij niet geworden. “Het waren andere tijden, waarin er niet zoiets bestond als viraal gaan op het internet. Het succes kwam niet van dag op dag, alles viel langzaam in de plooi.”
Oude virtuozen
Vandaag is Julian Lage een van de interessantste muzikanten in de jazzwereld en heeft hij intussen zes Grammy-nominaties op zak. “Gitaristen zijn niet vaak het uithangbord van de jazz. Daarbij denken we eerder aan trompettisten of saxofonisten. Je moet die goeie jazzgitaristen gewoon vinden.” De ontdekking van gitarist Jim Hall was voor Lage een keerpunt, hij heeft dan ook veel respect voor de oude virtuozen. Daarom kun je hem geen hemelbestormer noemen. Met de oude traditie breekt hij nooit, maar hij bekijkt haar wel op een frisse manier.
“Toen de elektrische gitaar populair werd (in de jaren 50, red.), splitste de gitaarwereld op in twee richtingen: de rock-’n-roll en de jazz. Voor mij gaat gitaarspelen om geschiedenis, om het leren over cultuur en muziek via de ontwikkeling van het instrument zelf.”
De voorbeelden van Lage, zoals Bill Frisell en John Scofield, zagen hoe Bob Dylan overstapte van de akoestische naar de elektrische gitaar. “Dat had een impact, het ging om veel meer dan het instrument op zich. Om die geschiedenis draait de gitaar voor mij.”
Lage maakte vooral faam als elektrische gitarist, vaak gewapend met een Telecaster, een atypische jazzgitaar. Op zijn nieuwe album Speak to me speelt hij voor het eerst zowel elektrische als akoestische gitaar, met dank aan producer Joe Henry. “Zonder hem had ik dat nooit aangedurfd. Door hem heb ik de brug kunnen slaan tussen de akoestische en de elektrische gitaarwereld.”
Op het album zijn ook blazers en een toetsenist te horen, terwijl hij de afgelopen jaren vooral in een trio met bassist en drummer speelde. “Met Henry als producer was er veel avontuur. Hij liet voor iedereen veel ruimte voor improvisatie, waardoor het een ongebruikelijk proces was. Maar het stond wel altijd in dienst van de muziek.” Lage gaat ook heel wat genres af. De plaat opent met een akoestische gospelsong, gaat dan naar een steviger bluesrocknummer, en er komen ook harde jazz en soundscape-achtige nummers aan bod.
Geen notenbraaksels
We krijgen élk aspect van de muzikant Julian Lage te horen, wat het een van zijn interessantste albums van zijn carrière maakt. De rode draad in het gitaarspel: virtuoos zijn in de subtiliteit. Lage speelt geen onmogelijke notenbraaksels, maar hij kiest de perfecte noten op het juiste moment. Zo zoekt hij de spanning op, zonder overdreven te experimenteren. Uitpakken doet hij nooit, imponeren des te meer. Zijn muziek is daardoor toegankelijk voor iedereen en tegelijk interessant genoeg voor diehard jazzliefhebbers, net zoals Bill Frisell en John Scofield dat doen. Lage wordt op zijn jonge leeftijd al vaak met hen in één adem genoemd.
Als we vragen of hij een missie heeft, antwoordt hij filosofisch. “Je kunt de wereld helpen door zelf bevrijd te zijn. Iedereen heeft zijn manier om dat te doen. Ik wil mijn uitdagingen op een liefdevolle manier aanpakken en dat uit zich in mijn muziek. Dat gevoel probeer je dan door te geven aan de luisteraar.”
Die passie voel je in ons gesprek, Lage is vooral erg nederig en dankbaar dat hij dit allemaal kan doen. Ook op het podium van Gent Jazz vorig jaar zagen we een minzame, sympathieke man die zijn onmetelijke liefde voor de stiel vakkundig overbrengt naar zijn publiek.
“Er bestond vroeger niet zoiets als viraal gaan. Het succes kwam niet van dag op dag, alles viel langzaam in de plooi”
Julian Lage staat op zondag 14 april met zijn trio (Jorge Roeder en Dave King) in De Roma, in Antwerpen.
Vul de vakjes van elk dik omrand blok met de cijfers 1, 2, 3, 4 enz. (net zoveel als er vakjes zijn). Vul 1 in bij een blokje met één vakje, 1 en 2 bij een blokje met twee vakjes enz. Vakjes met gelijke cijfers mogen elkaar niet raken; ook niet schuin.