Spanje stopt met ‘gouden visa’ te verkopen
Meerdere Europese landen verkopen verblijfsvergunningen aan rijke buitenlanders. Spanje is het zoveelste land op rij dat die ‘gouden visa’ wil inperken.
Migreren is makkelijk, als je een wereldburger met veel cash bent. In flink wat Europese landen zijn er dealtjes te sluiten. Via ‘gouden paspoorten’ of ‘gouden visa’ koop je respectievelijk het (permanente) burgerschap van een land, of een (tijdelijke) meerjarige verblijfsvergunning. Rijke Chinezen, Russen of Zuid-Afrikanen kloppen aan bij één lidstaat, maar kunnen vervolgens reizen in de anders zo streng afgeschermde Schengenzone van 27 landen. Soms vraagt dat land een investering in vastgoed in ruil, soms een bedrijfsactiviteit.
Jacht op rijke buitenlanders
Spanje zegt nu dat het zijn programma voor gouden visa stopzet. Daarmee versterkt Madrid een bestaande trend. In 2023 beloofden Ierland, Portugal en Nederland al om te verstrengen of de verkoop van visa te beëindigen. In Nederland leidde dat tot een abrupte stijging in aanvragen. “Veel vermogenden zien dit systeem als verzekering tegen geopolitieke instabiliteit”, zegt Henley & Partners, een consultancybedrijf dat zulke visa helpt aanvragen.
De sociaaldemocratische premier van Spanje, Pedro Sánchez, houdt de visa verantwoordelijk voor de dure woningmarkt. “Huisvesting is een recht, geen zaak voor speculatie. Door dat programma konden Spanjaarden die hier werken en belasting betalen geen deftige woning kopen”, zei hij.
Dat argument lijkt steek te houden als je weet dat 94 procent van die speciale visa uitgereikt is na aankopen van vastgoed in slechts zes belangrijke Spaanse steden. Toch zien experts dat niet als enige reden. De Spaanse vastgoedsite Idealista claimt dat slechts 0,1 procent van de eigendommen verkocht tussen 2013 en 2022 op het conto te schrijven is van die vermogende visahouders. “De prijzen zijn hoog door het beperkte aanbod en de hogere vraag.”
Na de financiële crisis van 2010 voerden enkele Zuid-Europese landen gouden visa in om hun economie erbovenop te krijgen. Al snel openden andere landen de jacht op rijke niet-Europeanen.
Het idee was dat de rijke wereldburgers behalve hun familie ook hun geld zouden meebrengen. Maar volgens de ngo Transparancy International volgden weinig landen de concrete resultaten van hun visabeleid op. In Portugal bleken er na tien jaar amper productieve investeringen of bedrijven uit te zijn voortgekomen.
Achterpoortje
De bezorgdheid over de visa nam toe in hun hoedanigheid van ‘achterpoortje’ voor corrupte of gesanctioneerde Russen. Of voor Chinese spionnen voor de Communistische Partij, of allerlei criminele oligarchen uit de hele wereld. In 2022 waarschuwde Didier Reynders, Europees Commissaris voor Justitie en Consument, dat Russische en Wit-Russische miljonairs het systeem konden misbruiken. “Die visa openen de deur voor corruptie, belastingontduiking en witwaspraktijken.” De risico’s wogen niet meer op tegen de baten.
Technisch gezien is een strafblad een reden voor uitsluiting van kandidaten. Maar in Spanje kon je volgens Henley & Partners al binnen de 20 dagen een visum krijgen. Dat laat amper ruimte voor een diepgravend onderzoek naar de kandidaat. Ter vergelijking: Portugal doet er 18 maanden over om dossiers goed te keuren. Ook de kostprijs verschilde: Madrid vroeg meer dan 500.000 euro, buurland Portugal 250.000, maar lidstaten als Malta gingen daar ver onder.
Rijke expats hoeven nog niet te wanhopen. Hoe meer landen het advies van Europa opvolgen, hoe meer anderen zich profileren als alternatief toegangspoortje. Zo maakt Hongarije nu al reclame in China voor de gouden visa die het straks zou invoeren.