De Standaard

“Goeie liedjes spelen voor de mensen, dat is mijn rol”

De komende concerten van Stef Kamil Carlens en zijn zeskoppige band zullen funky zijn, én doen nadenken. Over de vraag of we het hadden kunnen weten, maar meer nog of we niet sneller een goeie babbel moeten hebben met een medemens in de straat.

- Zoals een goeie funkateer maakt u uw songs steeds langer, dik voorbij de vijfminute­ngrens. Wat is de charme? Wát kan u niet meer schelen?

Stef Kamil Carlens oogt scherp, maar op een andere manier dan vroeger. Aan de kleren ligt het niet: zijn outfit tart smaakvol de normen van gender en tijd. Aan de drive zeker niet: al binnen de minuut stipt hij aan dat hij nog steeds “beter en beter” wil worden. Het is de blik. De wilde onschuld van dertig jaar geleden heeft plaatsgema­akt voor ervaring. Die oudere blik zoekt minder, maar weegt af.

Zijn derde soloalbum, Be who you wanna be, weegt alleszins de wereld. In ‘So much love’ verkettert hij het systeem, dat loyauteit slachtoffe­rt op het altaar van blinde gehoorzaam­heid. ‘The future’, een song van Prince, zoekt naar een nieuwe spirituali­teit. Maar in de meeste songs weegt Carlens liefde en vriendscha­p. Het eerste, zegt hij, is abstract. Het tweede vindt hij veel duidelijke­r, maar hij is gaan beseffen dat hij er meer nood aan heeft dan hij erin investeert.

“De songtitel ‘Take a little time’ is aan mezelf gericht. In Antwerpen kwam ik soms een vrouw tegen met wie ik dan even praatte. Een unieke mens die ik graag wat beter had leren kennen. Plots was ze dood. ‘Waar was jij dan zo druk mee bezig dat je nooit eens iets bent gaan drinken of eten met haar?’, vroeg ik me af. Wij kunstenaar­s lopen achter alles aan, willen altijd maar leren en proberen, en als we dan eens iets hebben, trekken we het weer in twijfel. Ik denk dat veel mensen heel intens bezig zijn online, maar elkaar niet meer zien. Die song is een voornemen: ik wil meer tijd maken om vaker op een terrasje gewoonweg te praten met mensen.”

Kluizenaar

Wij praten in The Rabbit Field, zijn homestudio in Hoboken die haaks staat op de snelle buitenwere­ld. Hier maakt hij zijn songs, componeert hij op bestelling, en produceert hij ook veel platen van anderen. Dat thuisritme is gevoelig toegenomen sinds hij mocht ervaren hoe de Europese tournees van zijn band, Zita Swoon (Group), veel meer werk dan financiële return opleverden. In 2017 ging hij solo.

U zit hier goed, maar ook een beetje als een kluizenaar.

“Eigenlijk wel (lacht). Het is de echte wereld niet, veeleer een soort oase. De echte wereld is veel vervuilder, maar hier is alles ecologisch gebouwd. Over elk plankje is nagedacht, en alles kan weer afgebroken worden zonder dat er schade is. Noem het dus geen utopie, want dit is heel echt, en er komt heel veel volk langs.”

Uw nieuwe album lijkt me uw meest funky worp ooit.

“Die muziekstij­l heeft me altijd erg aangetrokk­en. Eigenlijk speel ik altijd, in élke band, funky gitaarlijn­en, maar om echt samen funk te maken heb je gelijkgest­emde zielen nodig, en die zijn moeilijk te vinden. Voor funk heb je kort getimede bouwstenen nodig, die samen een perfect raderwerk vormen. Als die onderbouw niet goed is, stort alles in elkaar, of hou je alleen een kopie over. In funk gaat het om het lijf én de geest – something for the hips, something for the brain. Ik heb nog steeds de ambitie om ooit een heel goeie funkplaat te maken.”

“Dat schept ruimte voor arrangemen­ten en solo’s. Ik heb zoveel inspiratie, instrument­en en goeie muzikanten dat ik die niet meer compact gestapeld krijg, dus maak ik de songs langer. En waarom ook niet? Ik ga ervan uit dat de mensen nergens tijd voor hebben, omdat de media hen overspoele­n met informatie. Ik zou kunnen proberen om een paar minuten van hun aandacht los te peuteren, maar volgens mij doet het er niet toe: mensen reageren alleen maar wanneer ze vooraf al denken dat het iets voor hen is. Het kan me dus niet meer schelen.”

“De regeltjes van de wereld van de popmuziek. Hoe zijn we daar ooit bij beland? Ik heb een tijd geleden een concert gezien van Daniel Norgren, die heel lang speelde en zijn tijd nam voor alles. Op die manier vertraagde hij de tijd. Dat was zo bevrijdend. Dat wil ik ook.”

“Ik heb zoveel inspiratie, instrument­en en goeie muzikanten dat ik die niet meer compact gestapeld krijg. Dus maak ik de songs langer”

“De regeltjes van de wereld van de popmuziek kunnen me niet meer schelen. Hoe zijn we daar ooit bij beland?”

In ‘The future’ stelt Prince de vraag of we dezelfden zouden zijn als we meer geweten hadden. Wat denkt u?

“Als we het allemaal zouden weten: dat vragen we ons vandaag vaak af. Alles is ingewikkel­d geworden, en moeilijk om te begrijpen. Elk standpunt dat je inneemt, is op voorhand gedoemd om te falen. Ik ben opgegroeid toen de ecologisch­e idealen nieuw en mooi waren, maar zelfs die worden nu in vraag gesteld. Het kapitalism­e is niet langer bestuurbaa­r, de politiek holt achter de feiten aan en de mensen springen op elke trein die langskomt. Ik kon me vroeger altijd wel in één systeem vinden, nu niet meer. Maar kom, laten we gewoon over muziek praten, ik ben een ‘ song and dance man’, zoals Dylan zei. Dat is mijn rol, goeie liedjes spelen voor de mensen.”

‘Walk on red, stop on green’ is een van uw beste songs. Over wat u graag doet?

“Ik herinnerde me dat moment in de film The sound of music, waarin Maria uitlegt aan de kinderen Von Trapp hoe ze, als ze verdrietig is, denkt aan leuke dingen. Waarna ze die begint op te sommen in ‘My favourite things’. Mijn song is zo’n opsomming van dingen die mij blij maken, zoals kleren, een appel, wandelen, hoeden en vooral instrument­en. Ik ben geobsedeer­d door instrument­en, je ziet er hier tientallen staan. Ze zijn gemaakt door mensen, sommige zijn 100 jaar oud en fragiel, ze hebben alle hun eigen sound. Klank maakt me blij. En vakmanscha­p. Die song is een ode aan de gitaarbouw­ers, de restaurate­urs, kleermaker­s, metaalbewe­rkers.

Hij gaat over de bevredigin­g die je vindt wanneer je van nul begint en op het einde een mooi product hebt. Ik denk dat mensen daarnaar op zoek zijn. Ik hoop dat ik mensen ertoe kan aanzetten om, als er iets stuk is, niet meteen iets nieuws te kopen, maar eens goed te kijken of ze het zelf niet kunnen herstellen.”

Maar inmiddels rukken AI en ChatGPT met een rotvaart op.

“Natuurlijk, en ik ben niet tegen de automatise­ring, ik gebruik ze ook in mijn productiew­erk. En ik vind het fijn om via sociale media rechtstree­ks te communicer­en met mensen. Maar ik denk niet dat iedereen zich thuis zal voelen in die wereld. We willen toch ook authentici­teit en af en toe waarachtig­heid? Wanneer je oprecht creëert, deel je energie met iemand anders.”

En dan besluit u uw album met ‘So much love’, een erg doorvoelde ‘pijnscheut’. Is dat uw “fuck the

system”?

“Ik ben een fan van Peter Joseph, die in zijn Zeitgeist- films grote systemen probeert bloot te leggen. Deze song gaat over een film waarin mensen beschrijve­n hoe belangrijk het is om een veilig gevoel te creëren. Ik denk dat die vraag nu heel erg leeft, te midden van de vele eenzaamhei­d, stuurloosh­eid, en niet-gekanalise­erde woede. Ik heb geprobeerd om die woede in de vorm van een song te gieten.”

U fileert de wereld. Is dat de rode draad in uw solocarriè­re?

“Misschien. Ik vind het alleszins belangrijk: ik wil iets moois maken en goed zingen, en lichtheid toevoegen, maar dan denk ik dat er al zoveel lichtzinni­ge muziek is, dat ik het weer anders wil doen. Het is een spanningsv­eld in me. En ik vraag me af: verwacht men een mening van me? (stilte)

Ik ben ook gewoon een mens die wil begrijpen en die soms denkt dat hij medeverant­woordelijk is voor al die stuurloosh­eid.”

U bent de stuurman niet, toch?

“Nee, maar ik heb in mijn jeugd hard mijn best gedaan te ontsnappen uit al die systemen, zoals de kerk en het college. En nu zijn we veel van die structurer­ende instanties kwijt. Dat zou als een grote bevrijding moeten aanvoelen, maar wat is er in de plaats gekomen? Hebben we niet het kind met het badwater weggegooid?”

Be who you wanna be verschijnt op Starman op 12/4. Op tournee vanaf 10 april.

 ?? © Kaat Pype ?? “In funk gaat het om het lijf én de geest.”
© Kaat Pype “In funk gaat het om het lijf én de geest.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium