VN en WWF zetten deur open voor CO2-compensatie
Kan een bedrijf zijn CO2-uitstoot compenseren door op andere manieren broeikasgassen weer uit de lucht te halen? Bijvoorbeeld door de aanplanting van bossen of het vervangen van kacheltjes op houtskool door exemplaren op zonnewarmte? Wie een vliegtuigreis boekt, wordt hiertoe uitgenodigd.
Op papier werkt het systeem van zogenaamde carbon offsetting. CO2 die hier wordt uitgestoten, wordt elders weer uit de lucht gehaald. De eindbalans is neutraal.
In de praktijk blijkt die carbon offsetting zijn beloftes zelden waar te maken. De compensatiemaatregelen zijn vaak veel minder effectief dan voorgespiegeld. Onlangs nog toonden onderzoekers van de University of California dat de klimaatwinst bij vervanging van houtkachels door elektrische kooktoestellen tot 1.000 procent overschat wordt.
In bepaalde gevallen is offsetting ook gewoon afzetting. Als uitstoot gecompenseerd wordt door anderen te betalen om bos níét te kappen, kan dat bezwaarlijk als CO2-reductie worden bestempeld. Wanpraktijken en schandalen deden al traders in koolstofkredieten kapseizen en grote klanten trokken zich uit de sector terug uit schrik voor schadeclaims. Europa wil onbewezen klimaatclaims op basis van CO2-compensatie zelfs verbieden.
Voor bepaalde vormen van CO2-uitstoot is voorlopig geen klimaatneutraal alternatief beschikbaar
Toch zet een gezaghebbende klimaatinstelling de deur weer open voor carbon offsetting. Het Science Based Targets initiative (SBTi) is zowat het invloedrijkste orgaan om bedrijven te begeleiden in hun traject richting klimaatneutraliteit. Het is een samenwerking tussen de VN, het World Resources Institute en WWF, en ontwikkelde een methodologie waarmee bedrijven hun uitstoot verminderen in lijn met de klimaatdoelen van Parijs. Wereldwijd hebben meer dan 5.000 bedrijven harde klimaatdoelen volgens de methodologie van SBTi, waarvan er 800 een concreet traject hebben richting volledige klimaatneutraliteit. Onder hen multinationals als Ikea, BMW en AB Inbev.
SBTi heeft nu beslist dat bedrijven carbon credits mogen inzetten om hun klimaatdoelen te halen. Concreet mogen ze de CO2-uitstoot door klanten en leveranciers (de zogenaamde scope 3) deels compenseren. SBTi erkent dat bepaalde vormen van uitstoot niet tot nul te herleiden vallen. Voor CO2-reductie bij het eigen productieproces (scope 1) en aangekochte energie (scope 2) blijft compensatie niet toegestaan. Meer details over de precieze voorwaarden waaronder carbon offsetting mogelijk wordt, volgen in juli. Opmerkelijk, SBTi zal zelf niet toezien op de kwaliteit van de compensatieprojecten, maar rekent daarvoor op andere organisaties en revisoren.
Financiële instellingen en handelaars in carbon credits juichen de beslissing toe. Maar volgens de ngo Carbon Market Watch ondermijnt SBTi haar eigen wetenschappelijke geloofwaardigheid. Ze vreest dat de organisatie onder druk van bedrijven opnieuw de deur open zet voor papieren CO2reducties die op het terrein amper impact hebben.
De ongemakkelijke waarheid blijft dat voor bepaalde vormen van CO2-uitstoot, bijvoorbeeld in de luchtvaart, voorlopig geen klimaatneutraal alternatief beschikbaar is. Daar blijven compensatie, of opvang en opslag, de enige manieren om de CO2 weer uit de atmosfeer te halen. Maar
dan moet die technologie wel robuust en sluitend zijn.
In ‘De Grote Markt’ duikt de economieredactie dagelijks in een opmerkelijke beweging in de economische wereld.