De vliegende robotaxi komt van de grond
Het Chinese bedrijf Ehang mag op grote schaal zijn onbemande vliegende taxi EH-216 produceren en verkopen. Kostprijs: ruim 300.000 euro. China is zelfs al bezig om infrastructuur te bouwen voor de nieuwe “laagvliegeconomie”. Al zijn er nog drempels.
Vliegende taxi’s, het klinkt als sciencefiction. Maar wat tot voor kort alleen te zien was in films als The fifth element of de tekenfilmserie The Jetsons, zou de komende jaren weleens realiteit kunnen worden in China en het Verre Oosten.
Het Chinese bedrijf Ehang is in de laatste fase beland van de ontwikkeling van een succesvolle ‘eVTOL’, een elektrisch voertuig dat verticaal opstijgt en landt. Na ruim 2.000 testvluchten met passagiers en een reeks geslaagde commerciële vluchten in thuisbasis Guangzhou en Hefei, kreeg Ehang deze week van Peking officieel groen licht om zijn onbemande vliegende taxi (de EH216-S) op grote schaal te produceren en verkopen.
Tot 130 kilometer per uur
De EH216-S zit dus goed op schema om de eerste commercieel ingezette luchttaxi ter wereld te worden. De gecertificeerde luchttaxi is volgens de website van Ehang een elektrisch vliegtuig met twee zitplaatsen voor reizen over korte afstanden, uitgerust met 16 propellers die aangestuurd worden door meerdere elektrische batterijen.
De vliegende taxi haalt een topsnelheid van 130 kilometer per uur, heeft een maximaal bereik van 35 km en kan hoogstens 21 minuten in de lucht blijven. Het futuristisch uitziende vehikel heeft ruimte voor twee passagiers. Het duurt twee uur om de elektrische batterijen te herladen. En volgens Reuters kreeg de onbemande luchttaxi voorlopig een prijs om de hals van 2,39 miljoen yuan (ruim 306.000 euro).
De gok die Ehang neemt met dit nieuwe paradepaardje, is wellicht kleiner dan u denkt. Terwijl Elon Musk volop inzet op zelfrijdende robotaxi’s op de grond, mikt dronefabrikant Ehang bewust op de uitbouw van een andere beloftevolle afzetmarkt: die van de vliegende robotaxi. China wil van de zogeheten ‘laagvliegeconomie’ – een neologisme voor commerciële luchtvaartactiviteiten tot op 1.000 meter hoogte – een strategische groeisector maken die op termijn tientallen miljarden aan nieuwe inkomsten moet genereren.
Hebben steden wel ruimte voor dit soort vliegende taxi’s?
Overal in het land krijgen Chinese bedrijven die in de laagvliegeconomie investeren royale subsidies van Peking. Niet alleen voor de productie van nieuwe luchttaxi’s, ook voor de bouw van ondersteunende infrastructuur, zoals vaste landingsplaatsen en vluchtverificatie door controletorens. In miljoenensteden als Shenzhen is er zelfs al gerichte overheidssteun voor ondersteunende bedrijven die voor het nieuwe transportmiddel vliegroutes op lage hoogte opzetten.
Demovlucht
In het Westen kijkt men jaloers toe. Terwijl rivaliserende bedrijven als Airbus, Volocopter, Lilium en Joby ook hier staan te springen om de vliegende taxidroom te vervullen – al dan niet onbemand – raakte tot nog toe geen van deze bedrijven aan de nodige certificatie van de Europese luchtvaartwaakhond EASA. Daardoor dreigen de westerse producenten in snelheid geklopt te worden door het Chinese Ehang.
De toelating voor commerciële productie voor Ehang is een wereldprimeur in de sector. Volgens Chinese media zet het de poort ook open naar nieuwe licenties elders in de wereld. In 2022 bijvoorbeeld voltooide de onbemande vliegende taxi van Ehang al een demovluchttour door vier steden in Japan. Het verbaast dan ook niet dat er plannen zijn om de EH216-S volgend jaar in te zetten op de wereldtentoonstelling in Osaka.
Toeval is dat niet. Ook in China zelf zal de vliegende robotaxi wellicht vooral voor toerisme gebruikt worden. Xiyu Tourism maakt zich op om de komende vijf jaar overal in China toeristische activiteiten op lage hoogte te lanceren met meer dan 100 Ehang-luchttaxi’s. Maar ook Japan AirX, Aerotree in Maleisië en Prestige in Indonesië hebben samen al meer dan 1.000 luchttaxi’s besteld via zogeheten preorders.
Belangrijke drempels
Toch is voorzichtigheid geboden. Vooraleer ook u een vlucht met de EH216-S kunt maken, moet de industrie nog heel wat drempels overwinnen. Zo moeten er eerst nog overal zogenoemde vertiports komen, vaste opstijg- en landingsplaatsen voor vliegende taxi’s. En dat best op strategische locaties, gekoppeld aan andere vormen van transport én voorzien van laadmogelijkheden.
In China is men daar al volop mee bezig. Maar in Europa zijn nog maar twee locaties officieel goedgekeurd, zonder dat er al beslissingen werden genomen over bijkomende beveiliging zoals controletorens, bagagecontrole of paspoortchecks.
De belangrijkste drempel is wellicht de publieke acceptatie. Zullen wij zomaar aanvaarden dat vliegende taxi’s ons straks luid zoemend om de oren vliegen? Nog andere vragen wachten op antwoorden. Zoals: hebben grote steden wel de ruimte voor dit soort vliegende taxi’s? En zal zo’n luchtritje voorbehouden zijn voor de happy few?
En vooral, hoe voorkom je dat toestellen neerstorten en op de grond bijkomende slachtoffers maken? In Europa zullen toestellen wellicht moeten bewijzen dat ze zo veilig zijn dat zich per miljard vlieguren maximaal één catastrofaal probleem mag voordoen. Dat is een pak strenger dan voor veel helikopters. De toekomst zal uitwijzen of de Chinese EH216-S daaraan zal kunnen voldoen.