Belgisch vrouwentennis zit in diep dal
TENNIS Met een C-team staat België in het King Cup-duel vrijdag en zaterdag tegen de VS voor een onmogelijke opdracht. Bondscoach Wim Fissette moest hard zoeken naar gegadigden om zijn ploeg te stofferen voor de wedstrijd tegen de VS in Billie Jean King Cup-duel in Orlando (Florida). Zijn selectie wordt aangevoerd door twee 19-jarigen, Sofia Costoulas (WTA 279) en Hanne Vandewinkel (WTA 278). Marie Benoit (WTA 312) en Kimberley Zimmermann (WTA 74 in het dubbelspel) vullen de ploeg aan.
De VS kunnen daarentegen moeiteloos het forfait van hun primus Coco Gauff (WTA 3) opvangen door de aanwezigheid van Jessica Pegula (WTA 5), Madison Keys (WTA 18), Emma Navarro (WTA 20), Caroline Dolehide (WTA 50) en Taylor Townsend (WTA 72). De laagst geklasseerde Amerikaanse staat dus meer dan tweehonderd plaatsen hoger dan de hoogst geklasseerde Belgische.
Uiteraard mogen de gouden jaren van de wondertandem Kim
Clijsters/Justine Henin niet als norm dienen. Maar ook na het afscheid van Clijsters (2012) en Henin (2011) bleef België altijd aanwezig in de subtop van het enkelspel. Yanina Wickmayer, Kirsten Flipkens en Elise Mertens bereikten elk één keer de laatste vier van een grand slam en flirtten stuk voor stuk met een plaats bij de top tien.
Olympische dromen
Die brede poule van vaste waarden kromp op korte tijd fors in. Vorig jaar zette Kirsten Flipkens, voordien 19 jaar trouw op post als international, een punt achter haar loopbaan. Ze fungeert nu als assistente van Fissette. Yanina Wickmayer kent een dramatisch 2024, waarin ze amper één van haar negen matchen naar zich kon toehalen. Ondertussen is ze weggezakt naar de 89ste plaats, wat ook haar olympische droom bedreigt. Voor haar gelden in het voorjaar van 2024 andere belangen dan een kansloze missie naar Florida. En ook andere verdienstelijke speelsters als Alison Van Uytvanck , Ysaline Bonaventure en Maryna Zanevska komen om uiteenlopende redenen niet meer in aanmerking.
Greet Minnen en Elise Mertens zijn wel fit van lichaam en geest gebleven, maar beiden geven hun individuele loopbaan voorrang op interlandbeslommeringen. Mertens moet ook een bloeiende carrière in het dubbelspel onderhouden. En ook Minnen hoopt nog op olympische kwalificatie.
De kansloze trip van dit piepjonge team naar de States toont dus dat het Belgisch vrouwentennis op zoek is naar een nieuwe adem, met als bijkomend obstakel dat alle vaste waarden (op de 26-jarige Minnen na) late twintigers en prille dertigers zijn.