Naam maken als schrijver
Het is al even geleden, maar toen ik op het punt stond te debuteren, had ik niet alles ingecalculeerd. Wist ik veel dat schrijvers vaker op een podium worden verwacht dan in hun schrijfkamer. Hardop voorlezen, een zaal inpalmen, daar had ik geen flauw benul van.
Begin met jezelf en je boek voor te stellen. De rest zou vanzelf op zijn plaats komen, verzekerde mijn uitgever me.
Een van mijn eerste optredens. Het Sint-Jans- of De Coninckplein (ik kan-die-twee-niet-uit-elkaar-houden).
Een festival van woord, alternatieve muziek en salmonella-ijsjes. De zon scheen, iedereen goedgezind. Dit kon niet fout gaan. Voor mij speelde een coverband. Ondertussen zat ik backstage gratis snacks te eten. Niet te vreten, maar het kostte niets.
“Hoi, ik ben Clara (de-fictievenaam-van-bezieler/presentatrice-vanhet-festival ). Niet zenuwachtig zijn, hier ben je bij familie. Moet ik straks iets speciaals vermelden? Vlaams-Marokkaanse schrijver? MarokkaansVlaams? Of Belgisch in plaats van Vlaams?”
“Gewoon mijn naam is prima”, antwoordde ik met een glimlach.
“Dat kan ook”, reageerde ze kort. Er barstte een applaus uit. “Oh, je moet zo het podium op.”
Clara (nog-steedseen-fictieve-naam) stond ondertussen op het podium. “Lieve vrienden, geef nog een applaus aan (de-bandnaam-ben-ik-vergeten). Maar nu wordt het spannend. We hebben een échte schrijver in huis. Niet Freddy Krueger maar Friqky Larousi gaat voorlezen. Geef hem ook een applaus.”
Ik kwam op en verstopte me meteen achter mijn boek. In plaats van mezelf fatsoenlijk voor te stellen, mompelde ik wat onsamenhangend. Het duurde niet lang voor het publiek afdroop om een ijsje te halen. Maar ik had al voor hetere vuren gestaan, ik zou mijn tien minuten koppig volmaken. Wat als ze me niet zouden betalen. Ik hield mijn boek stevig vast, las sneller, keek af en toe naar mijn klok, niets hield me tegen tot ik op de zenuwen werkte van enkele benevelde daklozen.
“Hé gast, ’t is goe geweest. Niemand luistert naar u.”
“Jawel, uw moeder luistert”, riep ik vanachter mijn boek.
“Zoiets doe je niet. Wist je dat zijn mama onlangs gestorven is”, snauwde Clara.
Een gerenommeerd schrijver had me zien afgaan, wilde wat advies geven.
“Een schrijver is iets abstracts en ondoorgrondelijks. Niet zoals een bakker, want die bakt. Een visser, die vangt. Een slager, die slacht. Wat liep er vandaag mis?” vroeg hij. “Alles.”
“Klopt, maar waar begon het?” “Bij mijn naam?”
“Juist! Alles staat of valt met een goede introductie. De eerste hit van Eminem. Hi, my name is, what? My name is, who?”
“Ik wist niet dat je kon rappen”, zei ik.
“Een hobby”, antwoordde hij droog. “Heb je visitekaartjes?” “Nee.”
“Een website?”
“Nee.” “fikryelazzouzi.com geregistreerd?”
“Nee.”
“Je bent duidelijk niet goed voorbereid. Stel jezelf altijd deftig voor en het komt wel goed”, zuchtte de Schrijver met een Reputatie.
Mezelf goed aankondigen, ik prentte het in mijn hoofd. Daarna gaf ik tal van lezingen. Soms waren ze goed, soms matig. Ik had nog steeds geen website, voor een schrijver was ik nu een podiumbeest geworden.
Maar niet zo lang geleden gaf ik in de refter van een school een lezing. Aan een tachtigtal leerlingen over mijn werk vertellen, wat voorlezen en vragen beantwoorden. Ik was nu een gerenommeerd schrijver geworden. Met een reputatie. De refter moest nog helemaal omgegooid worden. Ik hielp de tafels aan de kant te schuiven, stoelen in rijen te zetten.
Geen micro, ook al had ik dat expliciet gevraagd.
Studenten en leerkrachten sloften de refter binnen. Zonder micro dus. Ik schraapte mijn keel. “Goeiemorgen, hoort iedereen mij.”
“Neeee …” “Goeiemorgen”, schreeuwde ik. “Wie heeft er iets van mij gelezen?” Geen reactie.
“Van mij gehoord?”
Eén hand in de lucht. Eén?
Ik bleef rustig, ademde diep in begon over mezelf en het schrijverschap te praten. Ik las zelf voor en liet ook wat leerlingen uit mijn boeken voordragen. Interactie, werkt altijd. Er was gegeeuw en rumoer, gescrol en een luide scheet. Een groepje leerlingen konden hun lach niet inhouden, leraars werden kwaad.
Het moment om af te sluiten met: “Zijn er nog vragen?”
Het duurde even voor een leerling aarzelend haar hand opstak.
“Meneer, wat doe je eigenlijk? En wat was je naam weer?”
De bezieler van het festival kondigde me aan: “We hebben een échte schrijver in huis. Niet Freddy Krueger maar Friqky Larousi gaat voorlezen”
Fikry El Azzouzi is schrijver. In ‘Vijgen na Pasen’ schrijft een auteur iedere dag van de paasvakantie over iets wat te laat lijkt te komen om nog zin te hebben.
* politiek alleen nog vijandigheid gepredikt wordt, doe mij dan toch maar dat eerste. Het toont dat sommigen hun kleinmenselijkheid in de politiek proberen te overstijgen, en dat is beter dan collectief toegeven aan onze meest egocentrische reflexen.
Natuurlijk moeten we waakzaam blijven voor politici die over de schreef gaan. De vraag is in hoeverre we bereid zijn hypocrisie te tolereren als een functioneel aspect van ons politieke systeem. Als ons antwoord ‘helemaal niet’ is, riskeren we een groter kwaad over het hoofd te zien: de opkomst van openlijk amorele politici. Politici die geen moeite doen om hun gebreken te verhullen of te veinzen dat ze hogere idealen nastreven. Politici die zich onbeschaamd en ongestraft laven aan meedogenloosheid, aan wreedheid. Waar staan die, in uw hiërarchie der zonden?
Arthur Goemans
Studeert beleidswetenschappen in Cambridge en werkte voordien als advocaat.