Procureurs vechten schorsing na gesjoemel magistratenexamen aan
JUSTITIE Twee procureurs die in opspraak kwamen omdat hun kinderen op voorhand de vragen van het magistratenexamen kregen, vechten hun schorsing aan – ondanks de aanwijzingen dat ze gesjoemeld hebben.
De twee West-Vlaamse magistraten spanden woensdag een rechtszaak aan voor de tuchtrechtbank in hoger beroep in Brussel. Normaal gezien is zo’n tuchtzaak openbaar, maar op vraag van de magistraten in kwestie werden de dossiers achter gesloten deuren behandeld. Hun advocaten wilden de afgelopen dagen geen commentaar kwijt.
Beide magistraten hebben een vooraanstaande functie binnen justitie als afdelingsprocureur bij het West-Vlaamse parket. Ze zetelen ook in het directiecomité. Vorige maand werden ze drie maanden geschorst door de WestVlaamse procureur des Konings, in afwachting van verder onderzoek. Dat gebeurde nadat de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) op zondag 3 maart bekendgemaakt had dat er fraude ontdekt was bij het examen strafrecht dat de raad organiseert. Juristen die magistraat of rechter willen worden, moeten slagen voor dat examen. De Gentse advocaat-generaal C.B., die in de jury zat, had aan de HRJ opgebiecht dat hij de examenvragen vooraf had doorgespeeld aan de zoon van een bevriende magistraat, de WestVlaamse afdelingsprocureur Y.S.V. uit Brugge.
Raadsheer-onderzoeker
Niet alleen C.B. werd geschorst wegens schending van het beroepsgeheim, maar ook Y.S.V., de vader van de kandidaat. Ook zijn moeder, die rechter is in Ieper, werd op non-actief gezet. Op 20 maart werd ook de Ieperse magistraat J.L. geschorst. Ook zijn dochter had aan het bewuste examen deelgenomen. Justitie vermoedt dat ook zij de vragen doorgespeeld kreeg via haar vader.
De twee afdelingsprocureurs vragen nu om hun schorsing ongedaan te maken. De tuchtrechtbank houdt haar beslissing in beraad. Als het hof de schorsing ongedaan maakt, dan mogen de twee niet alleen opnieuw aan de slag als procureur binnen het parket West-Vlaanderen, ze krijgen dan ook hun titel én functie terug als afdelingsprocureur. Ze zijn met een koninklijk besluit benoemd. Voor Y.S.B. is die benoeming nog twee jaar geldig, voor J.L. is dat één jaar.
Binnen het West-Vlaamse parket wordt ontstemd gereageerd op die mogelijkheid. Dat een omstreden magistraat opnieuw een leidinggevende functie zou krijgen, ligt bij veel mensen moeilijk. De advocaat van C.B. liet trouwens weten dat zijn cliënt de schorsing niet aanvecht. Ondertussen voert het Brusselse parket-generaal verder onderzoek naar de fraude bij het magistratenexamen. “Er is een raadsheer-onderzoeker gelast”, klinkt het. Naast het strafrechtelijke onderzoek riskeren de twee een tuchtstraf die kan variëren van een blaam over een schorsing tot één jaar of een terugzetten in graad tot ontslag.