Vivaldi laat volgende regering harde noten na
Als in Nederland de zorgvraag aan het huidige ritme van 2,9 procent per jaar blijft toenemen, dan werkt in 2060 een op de drie werknemers in de zorgsector. Dat is een hallucinant en volstrekt onmogelijk cijfer, tenzij Nederland zijn andere economische sectoren leeg wil zuigen. En in België oogt de prognose nog somberder, waarschuwt de Gentse econoom Johan Albrecht in een nieuw boek. Geld en handen om die groeiende zorgnood op te vangen, zijn er eenvoudigweg niet.
CM-voorzitter Luc Van Gorp sprak dan weer van een nakende “zorgcrash”. Smakeloze metaforen (“berg vlees”) en de gevaarlijke koppeling van de betaalbaarheid van de zorg met het ethische vraagstuk van een voltooid leven deden zijn boodschap de mist ingaan: willen we onze toegankelijke en kwaliteitsvolle gezondheidszorg behouden, dan dringen zich fundamentele hervormingen op.
De volgende regering heeft er meteen een zware opdracht bij. Die komt boven op de grote werven die Vivaldi onafgewerkt of zelfs onbegonnen heeft laten liggen.
Want dat is in essentie de evaluatie die de krant van de regering-De Croo maakt: al bij al uitstekende crisismanagers, maar de ideologische gespletenheid maakte haar niet bij machte om de hervormingen voor de toekomst voor te bereiden. Goede ministers konden stenen verleggen binnen het eigen vakgebied. Maar de werven waarvoor een eendrachtig akkoord tussen zeven partijen nodig waren, baarden een muis of raakten niet van de grond. De pensioenhervorming kost meer dan ze heeft bespaard en wordt door Europa mogelijk te licht bevonden om alle relancefondsen vrij te geven. De fiscale hervorming werd van meet af aan getorpedeerd. En het gulle geld voor crisisbeleid sloeg een diep gat in de overheidsfinanciën.
Daar kan een volgende regering lessen uit trekken. Te beginnen met de vaststelling dat grote hervormingen niet worden voorbereid met mooie intenties in een regeerakkoord, en al helemaal niet in een bonte coalitie van zeven partijen. Harde noten moeten op voorhand worden gekraakt, tijdens de regeringsonderhandelingen.
De volgende bestuursploeg is er zich best ook goed van bewust dat hervormen nu moet rijmen op saneren. Er is geen geld meer om compromissen te smeren. Dat zullen de kiezers voelen. Dat is meteen een derde les. Noodzakelijk beleid dat niet eendrachtig wordt gecommuniceerd, slaat elk draagvlak weg. De reportage bij de bewoners die de Ventiluslijn boven hun hoofd krijgen, weliswaar een Vlaamse beslissing maar illustratief voor de vertrouwensbreuk tussen Dorp- en Wetstraat, is op dat vlak ontluisterend. Vivaldi laat geen puinhoop na. Maar de regering heeft de opdracht voor haar opvolger zeker niet makkelijker gemaakt.
Voor grote hervormingen volstaan geen mooie intenties in het regeerakkoord