Waarschijnlijk de enige die Vivaldi kon bijeenhouden
Dat Alexander De Croo met zijn regering de eindmeet haalde, is al een prestatie op zich. De premier klopte overuren om water en vuur te verzoenen, maar het compromis was zelden mooi, nooit voldoende. Aan Alexander De Croo ging geen ideoloog verloren. Hij ziet zich in de eerste plaats als een manager, “de ceo van de NV België”. Zijn bijwijlen verbluffende ideologische wendbaarheid maakte hem waarschijnlijk de enige politicus die de bonte Vivaldicoalitie bij elkaar kon houden.
Zo weet De Croo dat België hervormingen nodig heeft, maar begreep hij al snel dat het haast onmogelijk was om de zeven regeringspartijen op een lijn te krijgen. De tegenstand in Franstalig België was groot, met een glansrol voor schaduwpremiers Paul Magnette (PS) en Georges-Louis Bouchez (MR), die niet te beduusd waren om gesloten akkoorden ter discussie te stellen of achteraf weer open te breken.
Zijn eigen draagvlak als lid van Open VLD was te klein. Alleen al in de kern zetelen bijna evenveel ministers als in de voltallige Vlaamse regering. De Croo, die vier jaar lang overuren draaide, probeerde met strategisch agendabeheer, bilaterale voorbereidingen en nachtelijke marathons tot grote akkoorden te komen, om onderweg toch vaak te moeten landen bij de weg van de minste weerstand. De fiscale hervorming – “een prioriteit” – strandde helemaal.
Als crisismanager bleek De Croo in zijn sas. Hij werd het gezicht van een verdienstelijk, maar duur crisisbeleid. Zowel corona als de energiecrisis pakte hij energiek aan. Onder druk van de omstandigheden (de oorlog in Oekraïne) slaagde hij erin om de groenen te overtuigen om de kernuitstap uit te stellen. Hij sloot samen met Tinne Van der Straeten (Groen) een opmerkelijke deal met uitbater Engie, waarvoor hij zelfs de Franse president Macron inschakelde. Dat historische akkoord zal later misschien nog de belangrijkste verwezenlijking (of vergissing) van zijn regering blijken.
Persoonlijke brokken
Wie naar de Zestien gaat, haalt volgens een cliché nog 16 procent bij de verkiezingen. Met dat cijfer zou Open VLD nu een gat in de lucht springen.
Bij momenten liep De Croo ook een persoonlijk brokkenparcours, met de defenestratie van partijgenote en staatssecretaris Eva De Bleeker als startpunt van een diepe malaise in zijn eigen partij, waarbij zelfs voorzitter Egbert Lachaert het federale beleid niet meer wilde uitleggen. Het zette De Croo te kijk als een machiavellist die over lijken gaat, een imago dat hij vurig tegenspreekt.
Het contrast met zijn buitenlandse présence is groot. Oekraïne gaf hem een onverwacht parcours om te schitteren. De Croo greep het met beide handen aan, waardoor de indruk werd gewekt dat zijn buitenlandse reizen één grote sollicitatieronde leken, weg van het binnenlandse moeras. Ook in het Gaza-conflict stak De Croo zijn nek uit. Op maandag in China, op dinsdag een debat in Brussel, woensdag de regering: zeker de laatste maanden was de ceo van België een handelsreiziger geworden.
Eenzamer aan de meet
De Croo toonde zich daarbij als een heuse ambassadeur van België. Hij communiceert als de besten waarbij hij moeiteloos van de ene naar de andere taal overschakelt, vlot begrijpbaar voor het brede publiek. Het levert hem grote populariteit op in Franstalig België.
Zijn optimisme valt niet te loochenen, zelfs wanneer zijn eigen partij verbrokkelt en geen enkele voorzitter van de meerderheid nog aangeeft verder te willen met Vivaldi. Het maakt dat De Croo eenzamer aan de eindmeet komt. Van het teamwork dat hij voor ogen had, kwam weinig in huis, maar dat hij de meet haalde met deze bonte bende is al een prestatie op zich.