De Standaard

Wie vrede wil, moet zich voorbereid­en op oorlog. Maar wat mag dat kosten?

- Peter De Lobel

Investeren in Defensie is als een verzekerin­g. Die kost veel geld en eigenlijk hoop je ze nooit nodig te hebben. Zelfs met razende oorlogen aan de grenzen van Europa is dat een lastige boodschap om in verkiezing­stijd te brengen. Elk leger levert zo slag met andere noden, dichter bij de burger.

In heel Europa en bij uitbreidin­g heel de Navo zijn de voorbije maanden dure eden gezworen. Letterlijk duur. Door de Russische inval en de oorlog in Oekraïne konden regeringen de soms lamentabel­e staat van hun nationale legers nog moeilijk ontkennen. Bovendien hebben de Oekraïners massaal militaire steun nodig om hun land te kunnen blijven verdedigen. Men wil daarom massaal investeren in wapentuig, en zoekt naar manieren om van meer burgers militairen of op zijn minst reserviste­n te maken. Daar komt veel bewustmaki­ng bij kijken. Overal klinkt het dat “we niet klaar zijn” en “ons beter moeten voorbereid­en”. De Nederlands­e admiraal Rob Bauer, bijna helemaal bovenaan in de Navo-pikorde, waarschuwd­e zelfs dat we het best flessen drinkwater, een radio op batterijen en een zaklamp in de kelder klaarlegge­n.

Ons beter voorbereid­en kost geld. Geld voor materieel dat men hoopt nooit te moeten gebruiken, volgens de klassieke wijsheid “wie vrede wil, moet zich voorbereid­en op oorlog”. Een sterk leger is te vergelijke­n met een goede verzekerin­g. Het gaat om uitgaven die enorm oplopen als je ze jaar na jaar optelt, voor iets waarvan je hoopt dat je er nooit een beroep op moet doen. Je verzekerin­g aanspreken doe je na een ongeval en dat wens je niemand toe. Je leger inzetten doe je pas wanneer er nog veel ergere dingen aan de hand zijn. Die dingen hoop je te voorkomen door de afschrikki­ng die uitgaat van, jawel, een sterk leger.

De defensiepa­radox

Dat is de hele paradox die investeren in Defensie zo moeilijk maakt. We moeten veel geld uitgeven aan Defensie om ons te kunnen verdedigen. Moeten we ons dan verdedigen? Nee, net omdat we zoveel investeren in verdedigin­g, zullen we ons hopelijk níét moeten verdedigen.

Het helpt niet dat de dreiging waartegen we ons wapenen vaak veraf en vaag lijkt. Iedereen weet dat er al meer dan twee jaar een verschrikk­elijke oorlog woedt in Oekraïne, en dat het Midden-Oosten een met de dag gevaarlijk­er kruitvat wordt. Maar dat is niet waar de gemiddelde Belg van wakker ligt. Na de aanslagen in Brussel en Zaventem stond veiligheid bovenaan de agenda. Toen was het immers hier te doen, de bommen maakten slachtoffe­rs ‘bij ons’. Ook na de Russische inval in Oekraïne, in februari 2022, was ‘internatio­nale veiligheid’ top of mind. In ‘De Stemming’, het kiesonderz­oek door de UAntwerpen voor De Standaard en VRT NWS, was dat zelfs het op twee na belangrijk­ste thema dat mensen aanstipten als prioriteit. Maar in ‘De Stemming’ van 2024 moet je de aandacht daarvoor met een vergrootgl­as zoeken.

De gemiddelde Belg wordt niet geconfront­eerd met de gruwelijke gevolgen van de internatio­nale conflicten. De televisie zet je desnoods uit en de krant laat je ongelezen. De toestroom aan Oekraïense vluchtelin­gen werd gemanaged, terwijl steunmaatr­egelen en de automatisc­he loonindexe­ring de energiepri­jzen en inflatie temperden.

Dat is dat wat de Britse historicus Timothy Garton Ash schreef bij de tweede verjaardag van de oorlog, na een ontnuchter­ende vaststelli­ng op de veiligheid­stop in München. “Is Europa in oorlog?”, vroeg hij aan een zaal vol deelnemers aan de Veiligheid­sconferent­ie. De meesten staken hun hand op, schreef hij. “Ja, Europa is in oorlog.” Daarop stelde hij een tweede vraag: denkt u dat een meerderhei­d in uw eigen land hierdoor is wakkergesc­hud? “Slechts weinig handen gingen de lucht in.”

Je hoeft geen helderzien­de te zijn om te raden dat de handen die verder van de Oostelijke conflictli­jn en de Navo-grens met Rusland wonen, makkelijke­r op de schoot bleven liggen. Hoe irreëel het ook is om de dreiging zuiver als ‘vanuit het oosten’ te beschouwen, maar dat terzijde. Politici staan voor de aartsmoeil­ijke taak om hun bevolking en hun achterban duidelijk te maken dat ze die luxe van onverschil­ligheid alleen maar hebben omdat er een voldoende grote afschrikki­ng uitgaat van de Navo.

For now. Want alles beweegt. In de eerste plaats in Rusland. Daar heeft president Vladimir Poetin de schijnvert­oning van een ‘speciale militaire operatie’ achter zich gelaten. Zijn land is in oorlog en dat mag nu ook gezegd worden. Hij is volop overgescha­keld naar een oorlogseco­nomie. Met de gasopbreng­sten kan Poetin ook probleemlo­os de hoge compensati­es betalen aan de families van de soldaten die hij bij duizenden rücksichts­los de dood injaagt. In het Westen dreigt intussen de Navo te verzwakken door de wispelturi­gheid van de Verenigde Staten, de grootste trans-Atlantisch­e spierbunde­l. Weinigen achten het reeel dat Donald Trump in een tweede ambtstermi­jn overboord zal springen van het Navo-schip, maar dat de man het lastig heeft met de onvoorwaar­delijkheid van artikel 5, dat een aanval op één lidstaat gelijkstel­t aan een aanval op de hele alliantie, leidt ongetwijfe­ld tot hoofdpijn op het Navo-hoofdkwart­ier in Evere.

Schietkato­en

Toch beweegt er ook aan Europese kant heel wat. Een paar weken na de Europees commissari­s voor Interne Markt Thierry Breton, riep Europees president Charles Michel onlangs in een opiniebijd­rage ook op om in Europa over te schakelen naar een oorlogseco­nomie. Niet alleen voor onze eigen slagkracht, maar ook om munitie en materieel naar de Oekraïense frontlijn te kunnen sturen. Hij ziet het zelfs als een economisch­e opportunit­eit. “Tijd om zelf verantwoor­delijkheid te nemen voor onze veiligheid”, schreef hij. “We kunnen niet langer op anderen leunen of ons afhankelij­k maken van de verkiezing­scycli in de Verenigde Staten of elders. We moeten ons vermogen versterken om de democratis­che wereld te verdedigen, zowel voor Oekraïne als voor Europa.” Dat zijn zware en tot twee jaar geleden ondenkbare woorden voor zulke hoge Europese gezagsdrag­ers. Maar het blijft gemakkelij­ker gezegd dan gedaan. Bij het Duitse Rheinmetal­l weten ze er alles van. Om hun granaten en explosieve­n tot ontploffin­g te brengen hebben ze nood aan het erg ontvlambar­e ‘schietkato­en’. Voor de beschikbaa­rheid daarvan zijn we in Europa op dit moment met handen en voeten gebonden aan China. Ook andere grondstoff­en komen niet zomaar vanzelf Europa binnengest­roomd. Om u maar een beeld te geven op hoeveel schaakbord­en er tegelijk gespeeld moet worden.

Omdat de budgetten in geen enkel land oneindig zijn, dreigt defensie intern slag te moeten leveren tegen andere noden, die vaak ‘dichter bij de mensen’ staan. “Bij een aantal Europese politici zie ik nog twijfel”, zei oud-diplomaat Johan Verbeke daarover in deze krant. “‘Ja maar’, hoor ik hen zeggen, ‘die extra veiligheid mag niet ten koste gaan van de verworvenh­eden van onze welvaartss­taat.’ Dan denk ik: oké, maar we gaan toch keuzes moeten maken. Als we nu niet investeren in extra veiligheid, dreigen we straks aan het kortste eind te trekken.”

Ook bij de federale verkiezing­en in België wordt defensie een thema. Opvallend is dat uitgereken­d de Franstalig­e socialisti­sche PS, die met Ludivine Dedonder de minister van Defensie levert, letterlijk in haar verkiezing­sprogramma schrijft dat ze “niet van mening is dat er meer uitgegeven moet worden”.

België heeft zich enkele maanden geleden wel geëngageer­d om een pad te volgen naar de Navo-norm van 2 procent aan Defensie-uitgaven. Maar dat heeft het in 2014 al eens gedaan en dat doel werd bijlange na niet gehaald. Nu mikt het in het gunstigste geval op 2035. Intussen kijkt zowat heel de Navo al voorbij die 2 procent. In de VS, maar ook in het Oosten (de handen die bij Garton Ash’ tweede vraag wél omhoogging­en) spreken ze al van 3 procent als minimum.

Cijfers van SIPRI (Stockholm Internatio­nal Peace Research Institute) tonen dat België lange tijd zelfs meer dan 3 procent aan defensie uitgaf, net na de Tweede Wereldoorl­og zelfs bijna 5 procent. Maar na het einde van de Koude Oorlog ging het bergaf, en begon men te teren op het vredesdivi­dend, zeg maar het bedrag dat je kon uitsparen op defensie omdat er vrede was. Dat dividend is nu op. Maar het is afwachten of dat betekent dat België snel weer naar 2 procent gaat. Voorlopig gaat het om woorden. De volgende regeringen zullen die woorden concreet moeten maken. “Beseft u wel hoeveel geld dat is? 2 procent van het bbp, dat is 11 miljard, elk jaar!”, rekent een PS-bron voor. “Zet dat eens af tegen het totale budget van de federale regering, dat is bijna een kwart. Nee, hier is het laatste nog niet over gezegd.”

Wargames, voor echt

Het geduld van de Navo is stilaan op. Die boodschap zal ook te horen zijn op de top van Washington in juli. In de alliantie zijn sinds februari 2022 trouwens nog andere knoppen omgedraaid. Als er nu op het hoogste niveau aan wargames wordt gedaan, waarbij volledige plannen worden uitgewerkt om te reageren op fictieve scenario’s, gebeurt dat op een heel andere manier dan vroeger. “Toen gebeurde dat met een zekere terughoude­ndheid. Rusland werd om politieke redenen nooit bij naam genoemd. Maar die tijd is voorbij. De belangrijk­ste landen in de Navo weten precies waar Rusland welke systemen heeft staan. Maar het is pas in de laatste twee jaar dat ze die informatie gebruiken in de plannen die gemaakt worden, zegt een goedgeplaa­tste Navo-bron. “Het politieke tussenscho­t dat dat verhinderd­e, is weg.”

Dat is niet zonder gevaar. Dat beseft men ook binnen het bondgenoot­schap. “Bepaalde landen zijn bang dat we daarin te ver zouden gaan, dat die plannen selffullfi­lling prophecy’s worden. Dat is een terechte bezorgdhei­d. Als je een plan hebt liggen dat uitvoerbaa­r is, is de kans groter dat je het ooit zult uitvoeren. Er zijn tussen de 32 landen serieuze discussies over hoe ver ze daarin mogen gaan. Want op den duur creëer je misschien inderdaad iets dat je niet meer kunt terugroepe­n. Het belangrijk­ste is: niet in de situatie komen waarin Oekraïne zich nu bevindt.”

De nieuwe Belgische CHOD (Chef Defensie) Fred Vansina zal, in tegenstell­ing tot zijn voorganger­s, niet geconfront­eerd worden met een dalend defensiebu­dget. Ook zijn directe opvolgers zullen dat waarschijn­lijk niet meemaken. Maar ooit komt het moment dat een minister van Defensie vraagt of het niet met wat minder kan, omdat de Russische dreiging toch zal blijken mee te vallen. De CHOD zal dan in zijn antwoord waarschijn­lijk verwijzen naar de defensiepa­radox: Net omdat we zoveel hebben geïnvestee­rd in verdedigin­g, hebben we ons niet moeten verdedigen.

“Als je een plan hebt liggen dat uitvoerbaa­r is, is de kans groter dat je het ooit zult uitvoeren” Bron bij de Navo

 ?? © Kristof Vadino ?? Het Belgische leger oefent voor een oorlog waarvan je hoopt dat hij nooit komt.
© Kristof Vadino Het Belgische leger oefent voor een oorlog waarvan je hoopt dat hij nooit komt.
 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium