Topman Shell ontevreden over hoogste koers ooit
Hoeveel is een bedrijf waard? Het is een vraag waar actieve beleggers zich continu over buigen. De waarde van een onderneming wordt meestal uitgedrukt door de verhouding tussen de koers van het aandeel en de verwachte toekomstige winst. Dat geeft beleggers een richtsnoer: is zo’n aandeel een koopje, of betaal je er eigenlijk te veel voor?
Soms blijken vergelijkbare aandelen behoorlijk in waarde te verschillen. Dat is momenteel een issue bij oliemaatschappijen. Amerikaanse bedrijven, zoals Exxon en Chevron, zitten in een hogere prijscategorie dan Europese, zoals Shell, BP of Total. Voor de ceo van Shell, Wael Sawan, is dat een bron van frustratie. Hij gooide deze week de knuppel in het hoenderhok. Hij vermoedt dat de thuisbasis van het bedrijf, Londen, een rem zet op de waardecreatie waar hij zo zijn best voor doet. Als Shell in New York genoteerd was, zou het bedrijf veel meer waard zijn, vermoedt hij.
De Britten schrokken zich een hoedje. Shell is het grootste bedrijf op de Londense beurs. Verhuizing zou een serieuze blamage zijn voor de square mile, zoals het Londense financiële district heet. Nochtans speelt Shell al lang met het idee. Ook toen het bedrijf zijn hoofdzetel in 2021 van Den Haag naar Londen verhuisde, kwam het al even op tafel. Een van de elementen die een rol zouden spelen bij de waarderingsverschillen, is hoe er aan beide zijden van de oceaan aangekeken wordt tegen olie. In de VS, met zijn traditie van oliebaronnen en boortorens, juichen beleggers het toe als oliebedrijven meer olie willen oppompen. Toen Chevron en Exxon sectorgenoten opkochten, schoot de koers omhoog. Maar Shell wordt daarentegen verweten niet snel genoeg te vergroenen. Twee continenten, twee maten, twee gewichten. Beleggers zien de energietransitie in Europa als “een groene kostenpost”, bevestigde ex-ceo Ben van Beurden enkele dagen later. “En niet als een opportuniteit om waarde te scheppen”.
Hij verwees naar het Deense bedrijf Ørsted als een case in point. Die voormalige oliemaatschappij heeft zichzelf helemaal getransformeerd tot een bedrijf dat honderd procent groene energie opwekt. Maar aandeelhouders hebben daar weinig plezier aan beleefd. Terwijl Shell, ondanks alles, op zijn hoogste punt ooit staat, is Ørsted de afgelopen drie jaar twee derde van zijn waarde kwijtgeraakt. Vorig jaar maakte het 2,7 miljard euro verlies. Voor Van Beurden en Sawan niet echt een inspirerend voorbeeld.
Het verklaart waarom de energietransitie zo moeilijk verloopt. Zolang we nog allemaal blijven vliegen, tanken en op gas verwarmen, spekken we de kas van bedrijven als Shell, en niet die van Ørsted. De oliebedrijven zullen de omslag pas maken als ook hun klanten dat doen. En die klanten, dat zijn u en ik.
Amerikaanse oliebedrijven zijn meer waard dan Europese. Wat zegt dat over de energietransitie?
In 'De Balans' wordt de economische actualiteit op een eigenzinnige wijze onder de loep genomen.