Onder regering-De Croo vierde sociale onrust hoogtij: “Kwalijke erfenis van regering-Michel”
Welke regeringen lokten de voorbije dertig jaar de meeste vakbondsacties uit? Die van Jean-Luc Dehaene, Charles Michel en … Alexander De Croo.
“Vivaldi is een linkse regering’, schampert de rechtse oppositie. Dat levert tevreden vakbonden op, zou je dan denken. Maar niets is minder waar, blijkt uit stakingscijfers van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Tijdens de regeerperiode van De Croo en co. waren er gemiddeld 27 stakingsdagen per duizend werknemers per kwartaal.
Dat cijfer lag de voorbije dertig jaar slechts bij twee regeringen hoger. Dé stakingskampioen is de eerste regering van Jean-Luc Dehaene, die begin jaren 90 met strenge besparingen ons land richting de euro loodste. Op twee staat de centrumrechtse regering van Charles Michel. Die joeg de vakbonden de gordijnen in met de verhoging van de pensioenleeftijd, een indexsprong en de hervorming van de loonnormwet.
En dus op drie: de regering-De Croo. Nochtans trad Vivaldi midden in de coronacrisis aan, toen er nauwelijks gestaakt kon worden. In 2022 werd er massaal gemobiliseerd, met nationale stakingen en betogingen in juni, november en december dat jaar. Reden voor die uitbraak: de zieltogende koopkracht als gevolg van de pijlsnel stijgende energieprijzen. Ook kop van Jut: de loonnormwet.
Strak carcan
Om de twee jaar leggen de sociale partners – de werkgeversfederaties en de vakbonden – vast met hoeveel de gemiddelde loonkosten in de komende twee jaar mogen stijgen. Maar de regering-Michel bepaalde dat de loonkosten helemaal niet meer mogen stijgen als ze uit de pas lopen met de buurlanden. Met de acties wilden de bonden druk zetten op die onderhandelingen. Tevergeefs: de loonmarge werd 0,0 procent voor 2023 en 2024.
“In zekere zin waren de stakingen onder De Croo nog een erfenis van de regering-Michel”, zegt Kurt Vandaele, onderzoeker bij het Europese vakbondsinstituut Etui. “De loonnorm duwt de loonvorming in een strak carcan. Dan proberen vakbonden met grote nationale acties toch nog het onderste uit de kan te halen.”
Vorig en dit jaar keerde de sociale rust grotendeels terug. Terwijl de koopkracht van de doorsnee Belg er in 2022 op achteruitging, herstelde die in 2023 – met dank aan de indexering en de afnemende inflatie. “De corona- en energiecrisis heeft de regering-De Croo goed beheerd”, erkent David Vanbellinghen, de woordvoerder van de grootste vakbond, ACV. “Met dank aan de tijdelijke werkloosheid en de automatische loonindexering. Dat vermeed gestuntel en sociale onrust.”
“Het worden erg moeilijke sociale onderhandelingen zonder loonsverhogingen” DavidVanbellinghenWoordvoerder ACV
Stilte voor de storm?
Dat is in andere landen wel anders. Onze oosterburen vragen zich af of ze “Streikland Nummer eins” worden, met hun stilstaande bussen, treinen en vliegtuigen. Daar volgen de lonen niet automatisch de levensduurte, waardoor veel Duitsers aan koopkracht inboetten. In heel wat sectoren wordt strijd geleverd voor betere arbeidsvoorwaarden.
De vraag is hoe lang het hier nog rustig blijft. In mei zijn er sociale verkiezingen en dit jaar moet er met de sociale partners onderhandeld worden over de loonnorm. “Een tussentijds rapport toonde dat er in de nabije toekomst helemaal geen marge is voor loonsverhogingen. Dat worden dus erg moeilijke sociale onderhandelingen”, zegt Vandaele.
De vakbonden zijn niet van plan hun verzet op te geven. “De loonnormwet is onrechtvaardig, terwijl de winstcijfers historisch hoog piekten”, zegt Vanbellinghen. “Dat blijft als een zwaard van Damocles boven de volgende regering hangen.” Een versoepe
ling van de loonnorm komt op tafel bij de volgende regeringsonderhandelingen. De Franstalige socialisten zetten de hervorming van de loonnormwet boven aan hun verkiezingsprogramma.
Uit de RSZ-cijfers blijkt dat er het meest gestaakt werd in de overheidssector, de metaalsector en het (openbaar) vervoer. Geen verrassing, stelt ACV. “Daar laat het jarenlange besparingsbeleid zich voelen. Denk aan De Lijn, de NMBS, de gevangenissen en de witte woede (in de zorg, red.).”
Traditioneel ligt in de socialistische Waalse provincies Henegouwen en Luik de stakingsbereidheid hoger, maar ook hier hebben de vakbonden nog steeds een sterke aanhang , zegt Vandaele. “België is, samen met Frankrijk, een van de landen waar vakbonden nog steeds in staat zijn om mensen te mobiliseren.” Als het moet, zullen de vakbonden dat opnieuw doen. “We onderhandelen liever dan actie te voeren, maar dan moeten we ook ruimte tot onderhandelen krijgen.”