Een jaar burgeroorlog in Soedan: crisis groeit, met Iraanse ‘hulp’
Hulpgoederen komen het noodlijdende Soedan amper in, maar Iraanse drones blijkt het leger wel te verwelkomen. Door internationale inmenging komt er geen einde aan de bloedige oorlog en de grootste vergeten crisis ter wereld.
Een jaar geleden werden de inwoners van de Soedanese hoofdstad Khartoem opgeschrikt door het geluid van geweerschoten, ontploffingen en gevechtsvliegtuigen die laag over de stad raasden. Door op 15 april 2023 vliegvelden en het presidentiële paleis in de stad te bezetten, startten de rebellen van de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) een machtsstrijd met het Soedanese leger (SAF). Twaalf maanden van meedogenloos geweld tussen de RSF en de SAF hebben geresulteerd in een bloedbad, een enorme humanitaire crisis en een geopolitiek kruitvat.
Volgens de Verenigde Naties zouden naar schatting 8,5 miljoen mensen door het conflict ontheemd zijn. Zij leven in kampen, in Soedan of naburige landen. De burgeroorlog is daarmee al de grootste vluchtelingencrisis ter wereld. Begin maart waarschuwde het Wereldvoedselprogramma dat de situatie ook kan uitgroeien tot de grootste hongercrisis. Ongeveer 25 miljoen Soedanezen hebben nood aan humanitaire hulp, 18 miljoen daarvan verkeren in acute voedselnood. Dat is bijna 40 procent van de bevolking.
Etnische moorden
Officiële cijfers van de Verenigde Naties wijzen op circa vijftienduizend slachtoffers, maar het werkelijke aantal doden ligt hoger. In West-Darfur, waar het geweld het grootschaligst is en de Arabische RSF-rebellen gruwelijke etnische moorden uitvoeren, zouden al tussen de tien- en vijftienduizend inwoners zijn gedood.
West-Darfur, waar de RSF-milities onder leiding van Mohamed Hamdan ‘Hemedti’ Dagalo de plak zwaaien, ziet ook nauwelijks humanitaire hulp aankomen. Het leger belemmert systematisch de toegang voor hulpgoederen en -verleners. “Een bewuste beslissing die het humanitair recht en oorlogsrecht schendt en het leven van miljoenen mensen in gevaar brengt”, zegt Christos Christou, internationaal voorzitter van Artsen Zonder Grenzen.
Om iets te doen aan dat gebrek aan hulp en internationale aandacht, houden regeringen, ambtenaren, hulporganisaties en donoren maandag een conferentie in Parijs. Op de eerste verjaardag van de burgeroorlog willen ze met zo veel mogelijk landen humanitaire steun verzamelen en aanmoedigen. De VN berekenden eerder vier miljard dollar nodig te hebben om adequate hulp te bieden aan de Soedanezen. Tot nu toe is nog maar een magere 5 procent van dat bedrag vergaard.
“Meelijwekkend”, vindt Tom Perriello, de Amerikaanse gezant voor Soedan, dat. Terwijl hij in de aanloop naar de conferentie aankondigde dat de VS honderd miljoen dollar bijkomende steun zouden leveren, wees hij op de weinig rooskleurige vooruitzichten. Nieuwe vredesgesprekken tussen de strijdende partijen lijken niet in de maak. De RSF hadden lange tijd de bovenhand, maar het leger heeft intussen wat terrein teruggewonnen. In februari en maart boekte het strategische successen in Omdurman, een van de drie steden die samen de hoofdstad vormen.
Die winst zou het Soedanese leger aan Iran te danken kunnen hebben. Zes Iraanse bronnen – diplomaten en regionale functionarissen – vertelden aan het persbureau Reuters dat het leger de laatste maanden Iraanse drones gebruikt. Op satellietbeelden van de luchtbasis Wadi Sayyidna kon Wim Zwijnenburg, onderzoeker bij de Nederlandse vredesorganisatie Pax, de Iraanse Mohajer-6 drone identificeren. Die beelden dateren van 9 januari. In dezelfde maand identificeerde hij op sociale media nog een ander type drone, een nieuw model van de Zagil-3. “Dat is een aangepaste versie van de Iraanse Ababil-drone. Iran heeft waarschijnlijk in samenwerking met de Soedanese wapenindustrie deze geüpdatete versie gecreëerd”, legt Zwijnenburg uit aan De Standaard.
Iraanse ‘dronediplomatie’
“Ik heb nog beelden gezien van Iraanse munitie zoals kleine, lichte vuurwapens, antitankwapens, in Soedan”, gaat Zwijnenburg verder. “Dat bewijst dat Iran daar een grotere rol aan het spelen is.” Soedan deelt een kustlijn van 853 kilometer met de Rode Zee, wat het land een tactisch interessante ligging verleent. Door wapens naar Soedan te exporteren, verdient Teheran niet alleen geld, maar kan het ook zijn invloed uitbreiden aan beide oevers van de Rode Zee: de kant van Soedan en die van Jemen, waar de door Iran gesteunde Houthirebellen nog altijd de internationale handel verstoren.
Door deze ‘dronediplomatie’ met Soedan lijkt Teheran verder weg te drijven van de Verenigde Arabische Emiraten, nadat China vorig jaar tussen beide landen een voorzichtige normalisatie van de betrekkingen tot stand bracht. Abu Dhabi zou, via Tsjaad, militaire steun verlenen aan de RSF-rebellen om zo zijn geopolitieke macht in de regio uit te breiden.
Volgens de VN zouden 8,5 miljoen mensen door het conflict ontheemd zijn
“Beelden van drones bewijzen dat Iran in Soedan een grotere rol aan het spelen is”
Wim Zwijnenburg
Ngo Pax