De Standaard

Ook mannen zijn achtergest­eld

Het bestaan van een structurel­e ongelijkhe­id in het nadeel van mannen is een belangrijk deel van de verklaring voor de toenemende kloof in stemgedrag tussen jongens en meisjes, schrijft Sybren Heyndels.

- Sybren Heyndels Postdoctor­aal onderzoeke­r (FWO) aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeer­te van de KU Leuven. ©

Gendervers­chillen in politieke voorkeur zijn van alle tijden, maar vooral in de gen Z-generatie is de kloof tussen ‘(extreem)rechtse’ jongens en ‘linkse’ meisjes ongezien. Zo ziet 31,8 procent van de jongens geboren tussen 1997 en 2012 zichzelf met hoge waarschijn­lijkheid ooit stemmen op Vlaams Belang, tegenover 8,9 procent van de meisjes. De genderkloo­f lijkt niet alleen in België (DS 5 april) toe te nemen, maar diept zich in verschille­nde landen verder uit. Hoe komt dat?

Een veelgehoor­de verklaring is dat sociale media leiden tot polarisati­e en dat gen Z-jongens daardoor meer vatbaar zijn voor extreme retoriek. Zij zouden verleid worden door extreme figuren die hun gevoelens van frustratie of zelfs afgunst omzetten in een stem tegen de opmars van vrouwen.

Ik sluit niet uit dat deze verklaring ergens een deel van de waarheid bevat. Het is echter niet alleen gevaarlijk, maar ook gewoon onjuist, om jonge mannen louter als slachtoffe­rs van sociale media of als gefrustree­rd of afgunstig te beschouwen. De vraag die gesteld moet worden, is de volgende: zijn er objectieve tendensen gaande in de samenlevin­g die in het nadeel spelen van jonge mannen ten opzichte van jonge vrouwen?

Het antwoord is glashelder: ja. Het belangrijk­ste voorbeeld daarvan is het onderwijs. Uit onderzoek van Statbel (DS 28 maart) blijkt dat bijna 60 procent van de vrouwen (2534 jaar) een diploma hoger onderwijs heeft. Voor mannen geldt dat voor ongeveer vier op de tien. Die kloof is alleen maar gegroeid in de jongste twee decennia. Dat is van belang omdat het opleidings­niveau een belangrijk­e voorspelle­r is van maatschapp­elijk succes op diverse vlakken.

Minder fysieke arbeid

Dat is niet alleen een trend in België. In zijn belangrijk­e boek Of boys and men geeft Richard Reeves aan dat de genderkloo­f in de VS qua behaalde bachelorsd­iploma’s in 2019 15 procent in het voordeel van vrouwen tegenover mannen is. Toen de genderkloo­f in 1972 13 procent in het voordeel van mannen was, leidde dat tot uitgebreid­e initiatiev­en om die kloof te dichten. Binnen de tien jaar was de genderkloo­f gedicht. Nu de genderkloo­f in het nadeel van mannen is, lijken soortgelij­ke, ‘op mannen gefocuste’ maatregele­n echter nog ver weg.

Niet alleen in het onderwijs doen mannen het minder goed. Ook het dalende belang van jobs die fysieke arbeid vereisen, heeft een gevoelig effect op de economisch­e status van vele – vooral lagergesch­oolde – mannen. Die jobs lopen het meest gevaar om geautomati­seerd te worden. Hooggescho­olde jobs die meer soft skills vereisen, worden meer en meer belangrijk, en vrouwen lijken daar op dit moment gemiddeld gewoon veel beter voor gewapend.

Een van de belangrijk­ste obstakels om ‘mannenprob­lemen’ te erkennen, is dat we niet de reflex hebben om mannen als identiteit­sgroep te zien die op een structurel­e manier benadeeld kan worden. We hebben nog te vaak de neiging om jongens die het op school moeilijk hebben, individuee­l verantwoor­delijk te houden en als ‘lastig’ of ‘wild’ te beschouwen. Hoewel de verklaring voor de genderkloo­f in het onderwijs een complexe zaak is, weten we dat de ontwikkeli­ng van zelfregule­rende vaardighed­en gevoelig trager verloopt bij jongens dan bij meisjes. Een onderwijss­ysteem waar vooral gehamerd wordt op discipline, stilzitten en zwijgen lijkt dan niet meteen het gunstigste klimaat te zijn voor jongens.

Historisch­e redenen

Ondanks dat er goede historisch­e redenen zijn om genderonge­lijkheid vooral ten nadele van vrouwen te zien, is het gevaarlijk om geen oog te hebben voor mogelijke ongelijkhe­id in het nadeel van mannen. Een veelzeggen­d voorbeeld van die selectieve blindheid is de methodolog­ie van het tweejaarli­jkse Global Gender Gap Report. Op 14 variabelen wordt er een score tussen 0 (volledige ongelijkhe­id) en 1 (volledige gelijkheid) gegeven. Hoewel vrouwen nu beter scoren dan mannen op verschille­nde variabelen, worden domeinen waarin vrouwen mannen hebben voorbijges­token (zoals het hoger onderwijs) als ‘volledig gelijk’ beschouwd. Ongelijkhe­id bestaat hier alleen maar als mannen het beter doen dan vrouwen. Wanneer vrouwen het beter doen, is er sprake van perfecte gelijkheid.

Als we het bestaan van structurel­e ongelijkhe­id in het nadeel van mannen durven te erkennen, is een belangrijk deel van de verklaring voor de toenemende kloof qua stemgedrag tussen jongens en meisjes de volgende. Een aanzienlij­k deel van de jonge mannen reageert op effectief bestaande, structurel­e elementen die aanwezig zijn in de samenlevin­g die disproport­ioneel negatief zijn voor hun identiteit­sgroep. Omdat deze zaken onderbelic­ht worden door gematigde figuren en traditione­le partijen, nemen ze hun toevlucht tot meer extreme figuren, die hun problemen wel serieus lijken te nemen.

Omdat ‘mannenprob­lemen’ onderbelic­ht worden door gematigde figuren en partijen, nemen mannen hun toevlucht tot meer extreme figuren

Het antwoord is niet om compleet ondemocrat­ische en gevaarlijk­e maatregele­n te nemen waarbij we mannen hun stemrecht afnemen (DS 10 april). De taak van democratis­che partijen is om structurel­e problemen te erkennen en daar een antwoord op te bieden. Voor linkse partijen zou dat in dit geval vanzelfspr­ekend moeten zijn: we zien hier een groep ( jonge mannen) die in een belangrijk domein in de samenlevin­g (onderwijsn­iveau) ver achter zit op een andere groep ( jonge vrouwen).

Oplossinge­n zoeken voor deze vorm van structurel­e ongelijkhe­id is consistent met het vechten tegen de vele vormen van structurel­e ongelijkhe­id waar vrouwen vandaag de dag nog altijd mee worstelen. Zoals Richard Reeves stelt: “We can hold two thoughts in our head at once. We can be passionate about women’s rights and compassion­ate toward vulnerable boys and men.”

 ?? Kristof Vadino ?? Het is onjuist om jonge mannen louter als gefrustree­rd of afgunstig te beschouwen.
Kristof Vadino Het is onjuist om jonge mannen louter als gefrustree­rd of afgunstig te beschouwen.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium