Hoe hou je de muis uit huis? “Dicht alle gaten en kieren”
Leuven kampt met een muizenplaag. Voor je het weet is het land overspoeld door muizen, en zoiets is slechts met veel moeite te bestrijden. Wat kun je daaraan doen, behalve etenswaren goed opbergen?
Een aangevreten broodzak, keutels in de wasmand, het geluid van trippelende pootjes achter de muren, een bruine flits vanuit de ooghoeken ... Zelfs bij veel dierenliefhebbers springen de lichten dan op rood. Een muizenplaag in huis is meer dan een ongemakje. De kleine knaagdieren kunnen ziektes dragen, schade veroorzaken en zelfs elektrische bedrading doorknagen.
Voor je snel naar de dichtstbijzijnde tuinwinkel loopt om tientallen euro’s uit te geven aan muizenvallen of vergif, is het beter om even te bezinnen. Europese regelgeving enerzijds en gewenning bij de muizen anderzijds maken dat het vergif op de winkelplanken vaak niet sterk genoeg meer is om een huismuis te doden. Dure producten zoals elektronische muizenverjagers hebben dan weer hun nut niet bewezen.
Dierenleed
Gewone muizenvallen zijn vaak weinig efficiënt, je moet al heel wat inzicht hebben in het gedrag van muizen om de vallen op de juiste plek te zetten. Zulke muizenvallen kunnen ook heel wat dierenleed veroorzaken. Bovendien mag je volgens de wet een gevangen muis niet opnieuw vrijlaten in de vrije natuur. En als je dat toch zou doen, bijvoorbeeld op het grasveld om de hoek, is de kans groot dat het beestje door de stress het leven laat. Er zit dan niets anders op dan de muis zelf te doden.
“Het beste én meest diervriendelijke dat je tegen een muizenplaag kan beginnen, is preventief tewerkgaan”, zegt Peter Lemmens van Descroes Ongediertebestrijding uit Antwerpen. “Een muis kan al door een kier van een centimeter kruipen. Het eerste wat wij doen als we ergens opgeroepen worden, is zo goed mogelijk alle gaten en kiertjes dichten.” Staalwol is daarvoor een goedkope en makkelijke oplossing, omdat de dieren er onmogelijk doorheen kunnen.
Gewone muizenvallen zijn vaak weinig efficiënt, je moet al heel wat inzicht hebben in het gedrag van muizen om de vallen op de juiste plek te zetten
Maar wat als de muizen al binnen zijn? Het gif waar professionele verdelgers mee aan de slag gaan, is volgens Lemmens een stuk sterker en effectiever dan dat wat in de winkel wordt aangeboden. “Daarom raad ik mensen altijd aan zo snel mogelijk advies te vragen bij een verdelger, in plaats van zelf aan te modderen terwijl de plaag alleen maar erger wordt. Verdelgers moeten ook strenge regels volgen als ze die producten plaatsen. Gif mag niet zomaar blijven liggen. Volgens de Belgische wetgeving moeten wij ook na 35 dagen terugkomen om te controleren of het gif nog nodig is. Is dat niet het geval, dan halen we het weer weg.”
Dirk Criel, landschapsdeskundige en projectverantwoordelijke van het natuurinclusieve Faunahuis van Natuurpunt in Brakel, probeert het op een andere manier. “Wij proberen in plaats van te verdelgen, samen te leven met dieren zoals muizen, steenmarters of vleermuizen”, zegt hij. Dat doet hij door plekjes rond het huis en soms ook erin te creëren waar het dier kan leven zonder overlast te creëren.
Beschermde spitsmuizen
In de praktijk heeft Criel in zijn tuin een paar goedgeplaatste steenhopen geplaatst, die inmiddels het onderkomen zijn geworden van beschermde spitsmuizen. Het Faunahuis werkt aan een ingebouwde steen buitenshuis die een alternatieve nestplaats vormt voor de huismuizen.
“Mensen moeten leren om duurzame oplossingen te vinden. Anders blijft het dweilen met de kraan open. Dieren dringen een woning binnen om een reden. Als je die reden kent, kan je daar iets tegen ondernemen”, zegt Criel.
Nog een tip voor de muizenverjager die zijn handen durft vuil te maken: “Je kan de uitwerpselen van je hond bij een hol of nest leggen, of zelf in het hol plassen. Maar dat is voor de durvers.”
“Mijn pluszoon heeft behoefte aan een zorgwoning waar hij aan cohousing kan doen, maar daar was dit arbeidershuisje te klein voor”, vertelt Marc Suykerbuyk (67). Een ‘optopping’ – een extra verdieping boven op het bestaande gebouw – bleek de ideale oplossing om meer ruimte te creëren in zijn rijhuis in Wilrijk.
“Toen we de omgeving verkenden om te zien hoe de buren hadden uitgebreid, vielen de optoppingen op. Als je hier uit het raam kijkt, zie je een hele rij opgetopte woningen. Dat bleek uiteindelijk ook voor ons de meest rendabele oplossing”, zegt Suykerbuyk. Samen met een aanbouw vergrootte de leefoppervlakte van 70 naar 120 vierkante meter. “Er is een extra slaap- en badkamer bijgekomen.”
Suykerbuyk is niet de enige die er onlangs een extra verdieping heeft bijgekregen. Een rondbelronde langs aannemers, architecten en lokale besturen leert dat vooral in steden het optoppen geen uitzondering meer is.
Bij een optopping wordt een constructie boven op het bestaande dak gebouwd. “Structureel verandert er niet veel aan de woning, alleen het doortrekken van de trap is intensief”, zegt Karl Gheysen, erkend aannemer bij bouwbedrijf Buildinc. “Wij bouwen optoppingen met geïsoleerde panelen, dat is licht en duurzaam. Er zijn verschillende systemen van afwerking en materiaal, maar het principe is overal hetzelfde.”
Idealiter wordt een optopping op een plat dak gebouwd, zegt Gheysen. Wie een puntdak heeft, moet die punt eruit halen. “De belangrijkste vereiste voor een optopping is de stabiliteit van het gebouw. Een ingenieur berekent of die voldoende is.”
Dakterras
De meeste mensen kiezen voor zo’n uitbreiding in de hoogte om hun woonruimte te vergroten. Een extra bad- of slaapkamer kan broodnodig zijn, zoals bij de familie Suykerbuyk. Ook dakterrassen en studio’s zijn populair. Zelfs bij grote projecten, zoals de bouw van een school, wordt er aan optoppen gedacht.
Een verticale uitbreiding van een gebouw heeft veel voordelen, zegt Nikolaas Martens, bestuurslid van Netwerk Architecten Vlaanderen en zaakvoerder van Martens Van Caimere Architecten. “Ze neemt geen andere ruimte in beslag. Optoppen maakt zo’n uitbreiding compact en energetisch aantrekkelijk.”
Ook kunstenaar Nicolas Van Parys (50) koos voor dat scenario. Hij woont met zijn twee zonen in een vrijstaand huis in Mariakerke, bij Gent. Al bij de aankoop van zijn jarenzeventigwoning droomde hij over een extra verdieping voor een schildersatelier.
Inmiddels is het zo’n drie jaar geleden dat hij de eerste vergunningen aanvroeg. “Mijn optopping heeft me de plaats geboden om mijn atelier te realiseren binnen het comfort van mijn eigen huis. Ik heb extra ruimte gekregen zonder bouwgrond te moeten betalen.”
“Door mijn optopping heb ik nu een schildersatelier te in mijn eigen huis. Ik heb extra ruimte gekregen zonder bouwgrond te moeten betalen” Nicolas Van Parys
De werken hebben ongeveer drie maanden geduurd. “De bouw viel mee, alleen de trap en de afwerking achteraf vroegen wat meer aandacht. Maar ik heb hier altijd perfect kunnen leven.” Van Parys is enthousiast over het resultaat. “Voor mij was het ook belangrijk dat het een mooi verlengstuk werd van het huis. Dat is gelukt: het is alsof de bovenste verdieping altijd al deel van huis uitmaakte.”
“Wat de ‘verappartementisering’ is voor het buitengebied, is optopping voor de steden”, zegt Maarten Van Acker, professor architectuur, stedenbouw en ruimtelijke planning aan de UAntwerpen. Steeds meer Vlamingen trekken naar steden en grotere kernen, hoewel de ruimte er schaars en kostbaar is. “Mensen zijn op zoek naar plaats. Door de verdichting moeten we daarvoor in de hoogte gaan. Dan is optopping vaak de enige oplossing”, zegt Martens.
Verticaal uitbreiden wint aan belang, zegt ook Marc Dillen, directeur-generaal van bouwfederatie Embuild Vlaanderen. “Bestaande gebouwen worden zo optimaal benut. Bovendien draagt het bij tot een hoger aanbod betaalbare woningen.”
Woningtekort
Nederland ziet het optoppen van gebouwen als een mogelijke oplossing voor het woningtekort. Of dat ook voor ons land geldt, betwijfelt Van Acker. “Het kan zijn steentje bijdragen in de strijd tegen het woningtekort, maar het is niet de heilige graal.”
Dillen verwacht dat het aantal optoppingen nog zal toenemen. “Het is meestal een vrij eenvoudige constructie op een bestaande structuur die niet veel overlast veroorzaakt.” Er komt nochtans heel wat bij kijken. “Bijbouwen is niet altijd toegelaten, het is belangrijk om de juiste vergunningen te bemachtigen”, zegt Dillen.
Ook moet de structuur solide genoeg zijn, zodat de woning van de buren niet in gevaar wordt gebracht, zegt Van Acker. Net om die reden is niet iedereen even enthousiast over die extra verdieping voor de buurman. Hoger bouwen kan ook leiden tot meer schaduw op iemands woning of tuin. “De architectuur moet respectvol omgaan met het bestaande pand. Daarom wordt er vaak gekozen om woningen op te toppen die al omgeven zijn door hoge gebouwen”, zegt Van Acker.
Hij waarschuwt wel voor optopping op grote schaal. “Als er plots veel meer mensen komen wonen op dezelfde oppervlakte, moeten de voorzieningen meegroeien. Dan is er meer nood aan bijvoorbeeld parken, supermarkten en artsen.”