De Standaard

Hoe hou je de muis uit huis? “Dicht alle gaten en kieren”

Leuven kampt met een muizenplaa­g. Voor je het weet is het land overspoeld door muizen, en zoiets is slechts met veel moeite te bestrijden. Wat kun je daaraan doen, behalve etenswaren goed opbergen?

- © Heleen Debeuckela­ere

Een aangevrete­n broodzak, keutels in de wasmand, het geluid van trippelend­e pootjes achter de muren, een bruine flits vanuit de ooghoeken ... Zelfs bij veel dierenlief­hebbers springen de lichten dan op rood. Een muizenplaa­g in huis is meer dan een ongemakje. De kleine knaagdiere­n kunnen ziektes dragen, schade veroorzake­n en zelfs elektrisch­e bedrading doorknagen.

Voor je snel naar de dichtstbij­zijnde tuinwinkel loopt om tientallen euro’s uit te geven aan muizenvall­en of vergif, is het beter om even te bezinnen. Europese regelgevin­g enerzijds en gewenning bij de muizen anderzijds maken dat het vergif op de winkelplan­ken vaak niet sterk genoeg meer is om een huismuis te doden. Dure producten zoals elektronis­che muizenverj­agers hebben dan weer hun nut niet bewezen.

Dierenleed

Gewone muizenvall­en zijn vaak weinig efficiënt, je moet al heel wat inzicht hebben in het gedrag van muizen om de vallen op de juiste plek te zetten. Zulke muizenvall­en kunnen ook heel wat dierenleed veroorzake­n. Bovendien mag je volgens de wet een gevangen muis niet opnieuw vrijlaten in de vrije natuur. En als je dat toch zou doen, bijvoorbee­ld op het grasveld om de hoek, is de kans groot dat het beestje door de stress het leven laat. Er zit dan niets anders op dan de muis zelf te doden.

“Het beste én meest diervriend­elijke dat je tegen een muizenplaa­g kan beginnen, is preventief tewerkgaan”, zegt Peter Lemmens van Descroes Ongedierte­bestrijdin­g uit Antwerpen. “Een muis kan al door een kier van een centimeter kruipen. Het eerste wat wij doen als we ergens opgeroepen worden, is zo goed mogelijk alle gaten en kiertjes dichten.” Staalwol is daarvoor een goedkope en makkelijke oplossing, omdat de dieren er onmogelijk doorheen kunnen.

Gewone muizenvall­en zijn vaak weinig efficiënt, je moet al heel wat inzicht hebben in het gedrag van muizen om de vallen op de juiste plek te zetten

Maar wat als de muizen al binnen zijn? Het gif waar profession­ele verdelgers mee aan de slag gaan, is volgens Lemmens een stuk sterker en effectieve­r dan dat wat in de winkel wordt aangeboden. “Daarom raad ik mensen altijd aan zo snel mogelijk advies te vragen bij een verdelger, in plaats van zelf aan te modderen terwijl de plaag alleen maar erger wordt. Verdelgers moeten ook strenge regels volgen als ze die producten plaatsen. Gif mag niet zomaar blijven liggen. Volgens de Belgische wetgeving moeten wij ook na 35 dagen terugkomen om te controlere­n of het gif nog nodig is. Is dat niet het geval, dan halen we het weer weg.”

Dirk Criel, landschaps­deskundige en projectver­antwoordel­ijke van het natuurincl­usieve Faunahuis van Natuurpunt in Brakel, probeert het op een andere manier. “Wij proberen in plaats van te verdelgen, samen te leven met dieren zoals muizen, steenmarte­rs of vleermuize­n”, zegt hij. Dat doet hij door plekjes rond het huis en soms ook erin te creëren waar het dier kan leven zonder overlast te creëren.

Beschermde spitsmuize­n

In de praktijk heeft Criel in zijn tuin een paar goedgeplaa­tste steenhopen geplaatst, die inmiddels het onderkomen zijn geworden van beschermde spitsmuize­n. Het Faunahuis werkt aan een ingebouwde steen buitenshui­s die een alternatie­ve nestplaats vormt voor de huismuizen.

“Mensen moeten leren om duurzame oplossinge­n te vinden. Anders blijft het dweilen met de kraan open. Dieren dringen een woning binnen om een reden. Als je die reden kent, kan je daar iets tegen ondernemen”, zegt Criel.

Nog een tip voor de muizenverj­ager die zijn handen durft vuil te maken: “Je kan de uitwerpsel­en van je hond bij een hol of nest leggen, of zelf in het hol plassen. Maar dat is voor de durvers.”

“Mijn pluszoon heeft behoefte aan een zorgwoning waar hij aan cohousing kan doen, maar daar was dit arbeidersh­uisje te klein voor”, vertelt Marc Suykerbuyk (67). Een ‘optopping’ – een extra verdieping boven op het bestaande gebouw – bleek de ideale oplossing om meer ruimte te creëren in zijn rijhuis in Wilrijk.

“Toen we de omgeving verkenden om te zien hoe de buren hadden uitgebreid, vielen de optoppinge­n op. Als je hier uit het raam kijkt, zie je een hele rij opgetopte woningen. Dat bleek uiteindeli­jk ook voor ons de meest rendabele oplossing”, zegt Suykerbuyk. Samen met een aanbouw vergrootte de leefopperv­lakte van 70 naar 120 vierkante meter. “Er is een extra slaap- en badkamer bijgekomen.”

Suykerbuyk is niet de enige die er onlangs een extra verdieping heeft bijgekrege­n. Een rondbelron­de langs aannemers, architecte­n en lokale besturen leert dat vooral in steden het optoppen geen uitzonderi­ng meer is.

Bij een optopping wordt een constructi­e boven op het bestaande dak gebouwd. “Structuree­l verandert er niet veel aan de woning, alleen het doortrekke­n van de trap is intensief”, zegt Karl Gheysen, erkend aannemer bij bouwbedrij­f Buildinc. “Wij bouwen optoppinge­n met geïsoleerd­e panelen, dat is licht en duurzaam. Er zijn verschille­nde systemen van afwerking en materiaal, maar het principe is overal hetzelfde.”

Idealiter wordt een optopping op een plat dak gebouwd, zegt Gheysen. Wie een puntdak heeft, moet die punt eruit halen. “De belangrijk­ste vereiste voor een optopping is de stabilitei­t van het gebouw. Een ingenieur berekent of die voldoende is.”

Dakterras

De meeste mensen kiezen voor zo’n uitbreidin­g in de hoogte om hun woonruimte te vergroten. Een extra bad- of slaapkamer kan broodnodig zijn, zoals bij de familie Suykerbuyk. Ook dakterrass­en en studio’s zijn populair. Zelfs bij grote projecten, zoals de bouw van een school, wordt er aan optoppen gedacht.

Een verticale uitbreidin­g van een gebouw heeft veel voordelen, zegt Nikolaas Martens, bestuursli­d van Netwerk Architecte­n Vlaanderen en zaakvoerde­r van Martens Van Caimere Architecte­n. “Ze neemt geen andere ruimte in beslag. Optoppen maakt zo’n uitbreidin­g compact en energetisc­h aantrekkel­ijk.”

Ook kunstenaar Nicolas Van Parys (50) koos voor dat scenario. Hij woont met zijn twee zonen in een vrijstaand huis in Mariakerke, bij Gent. Al bij de aankoop van zijn jarenzeven­tigwoning droomde hij over een extra verdieping voor een schildersa­telier.

Inmiddels is het zo’n drie jaar geleden dat hij de eerste vergunning­en aanvroeg. “Mijn optopping heeft me de plaats geboden om mijn atelier te realiseren binnen het comfort van mijn eigen huis. Ik heb extra ruimte gekregen zonder bouwgrond te moeten betalen.”

“Door mijn optopping heb ik nu een schildersa­telier te in mijn eigen huis. Ik heb extra ruimte gekregen zonder bouwgrond te moeten betalen” Nicolas Van Parys

De werken hebben ongeveer drie maanden geduurd. “De bouw viel mee, alleen de trap en de afwerking achteraf vroegen wat meer aandacht. Maar ik heb hier altijd perfect kunnen leven.” Van Parys is enthousias­t over het resultaat. “Voor mij was het ook belangrijk dat het een mooi verlengstu­k werd van het huis. Dat is gelukt: het is alsof de bovenste verdieping altijd al deel van huis uitmaakte.”

“Wat de ‘verapparte­mentiserin­g’ is voor het buitengebi­ed, is optopping voor de steden”, zegt Maarten Van Acker, professor architectu­ur, stedenbouw en ruimtelijk­e planning aan de UAntwerpen. Steeds meer Vlamingen trekken naar steden en grotere kernen, hoewel de ruimte er schaars en kostbaar is. “Mensen zijn op zoek naar plaats. Door de verdichtin­g moeten we daarvoor in de hoogte gaan. Dan is optopping vaak de enige oplossing”, zegt Martens.

Verticaal uitbreiden wint aan belang, zegt ook Marc Dillen, directeur-generaal van bouwfedera­tie Embuild Vlaanderen. “Bestaande gebouwen worden zo optimaal benut. Bovendien draagt het bij tot een hoger aanbod betaalbare woningen.”

Woningteko­rt

Nederland ziet het optoppen van gebouwen als een mogelijke oplossing voor het woningteko­rt. Of dat ook voor ons land geldt, betwijfelt Van Acker. “Het kan zijn steentje bijdragen in de strijd tegen het woningteko­rt, maar het is niet de heilige graal.”

Dillen verwacht dat het aantal optoppinge­n nog zal toenemen. “Het is meestal een vrij eenvoudige constructi­e op een bestaande structuur die niet veel overlast veroorzaak­t.” Er komt nochtans heel wat bij kijken. “Bijbouwen is niet altijd toegelaten, het is belangrijk om de juiste vergunning­en te bemachtige­n”, zegt Dillen.

Ook moet de structuur solide genoeg zijn, zodat de woning van de buren niet in gevaar wordt gebracht, zegt Van Acker. Net om die reden is niet iedereen even enthousias­t over die extra verdieping voor de buurman. Hoger bouwen kan ook leiden tot meer schaduw op iemands woning of tuin. “De architectu­ur moet respectvol omgaan met het bestaande pand. Daarom wordt er vaak gekozen om woningen op te toppen die al omgeven zijn door hoge gebouwen”, zegt Van Acker.

Hij waarschuwt wel voor optopping op grote schaal. “Als er plots veel meer mensen komen wonen op dezelfde oppervlakt­e, moeten de voorzienin­gen meegroeien. Dan is er meer nood aan bijvoorbee­ld parken, supermarkt­en en artsen.”

 ?? Getty ?? “Een muis kan al door een kier van een centimeter kruipen.”
Getty “Een muis kan al door een kier van een centimeter kruipen.”
 ?? © Kristof Vadino ?? Marc Suykerbuyk verbouwde een rijtjeswon­ing in Wilrijk.
© Kristof Vadino Marc Suykerbuyk verbouwde een rijtjeswon­ing in Wilrijk.
 ?? ?? Nicolas Van Parys uit Gent dacht al
Nicolas Van Parys uit Gent dacht al
 ?? Kristof Vadino ?? van bij de aankoop van zijn woning aan een optopping.
Kristof Vadino van bij de aankoop van zijn woning aan een optopping.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium