Jordanië haalt Iraanse drones “niet voor Israël” neer
Israël kon dit weekend rekenen op Jordanië om Iraanse drones neer te halen. Maar onvoorwaardelijk is de steun van het land met twee miljoen Palestijnen niet.
Onder andere vanuit de hoofdstad Amman konden inwoners zondagmorgen zien hoe de Jordaanse luchtmacht Iraanse drones belette om Israëlische doelwitten te bereiken. In totaal zou ongeveer 20 procent van de drones boven het Jordaanse grondgebied zijn onderschept door het koninkrijk, dat de avond voordien had aangekondigd zijn luchtruim te sluiten.
In een interview met CNN benadrukt Ayman Safadi, de Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken, dat Jordanië zondag de Iraanse drones boven het eigen luchtruim in de eerste plaats heeft neergehaald voor zijn eigen veiligheid, niet voor die van Israël. “Laat ik heel duidelijk zijn: wij zullen net hetzelfde reageren, ongeacht waar de drones vandaan komen – van Israël, Iran of van waar dan ook.” Net als Washington legt hij de bal nu in het Israëlische kamp door bij premier Benjamin Netanyahu erop aan te dringen het conflict niet te laten escaleren.
Pro-Palestijns protest
Of Israël naar Jordanië zal luisteren, is maar de vraag. De landen ondertekenden in 1994 wel een vredesverdrag, en sindsdien onderhouden ze militaire banden en houden ze het contact tussen hun inlichtingendiensten in stand. Maar de politieke samenwerking is niet heel groot. De afgelopen jaren heeft Netanyahu Jordanië immers meermaals politiek de das omgedaan, door in 2021 bijvoorbeeld het Israëlische luchtruim te sluiten voor Jordaanse vluchten. Jordanië blijft intussen de oorlog in Gaza en de “collectieve straf voor alle Palestijnen” veroordelen en dringt aan op een politieke oplossing voor Palestina. Safadi herhaalde op CNN te streven naar een tweestatenoplossing.
Door niet deel te willen nemen aan een vergeldingsactie, legt Amman de bal in het Israëlische kamp
Jordanië moet niet alleen samenwerken met Israël, maar tegelijk ook de wensen van de eigen bevolking niet verwaarlozen. Het land, dat grenst aan Israël en de Westelijke Jordaanoever, heeft met meer dan twee miljoen Palestijnen de grootste Palestijnse diaspora ter wereld. De afgelopen weken en maanden kwam de Jordaanse bevolking bovendien massaal op straat om de oorlog in Gaza en de normalisatie te veroordelen.
Amerikaanse gratie
Met de militaire acties van dit weekend zou Jordanië vooral bij de Verenigde Staten op een goed blaadje willen blijven. Het land hangt immers in grote mate af van Amerikaanse steun. Concreet ontvangt het koninkrijk jaarlijks 1,45 miljard dollar aan steunpakketten vanuit Washington, welgekomen hulp in een land dat kampt met een werkloosheidsgraad van meer dan 20 procent. Ook militair is de afhankelijkheid groot. Jordanië rekent op de aanwezigheid van ongeveer 3.000 Amerikaanse militairen, die er oefeningen uitvoeren met het Jordaanse leger. Bovendien klopte Amman eind vorig jaar nog aan bij Washington voor Patriot-luchtverdedigingssystemen. Ook mocht Jordanië de afgelopen jaren in totaal 250 miljoen dollar aan steun ontvangen van SaudiArabië, dat sinds vorig jaar met zowel Israël als Iran diplomatieke vorderingen boekte en een escalatie niet ten koste wil zien gaan van zijn controle in de regio.
Met zijn deelname in de campagne tegen de Iraanse drones, kon Amman dus aan de Verenigde Staten en Saudi-Arabië bewijzen hun belangen in de regio te behartigen en op die manier hun steun als het ware te verdienen. Tegelijk stuurt het land een sterk signaal richting Netanyahu. Jordanië heeft dit weekend immers laten zien dat Israël zijn militaire steun goed kan gebruiken en dat het land dus niet politiek verwaarloosd dient te worden – door bijvoorbeeld niet te luisteren naar hun vraag om escalatie te vermijden.