Kunnen we nu eindelijk dat lelijke woord ‘wielerterrorist’ afschaffen?
Niet de fietser, maar de fietsinfrastructuur is de oorzaak van conflicten op de openbare weg, vindt Maarten Schmidt.
Ik huiver als ik het woord ‘wielerterrorist’ lees, dit weekend werd het weer gebruikt in de titel van een artikel op VRT NWS. Het was eigenlijk nog erger, want de titel leest ‘Toeristen of terroristen…?’. Wat wordt daar eigenlijk mee bedoeld? En schuilt achter de betekenis van dat woord niet een andere waarheid?
Twee weken geleden heb ik een poging gedaan om nog eens de volledige Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen te rijden. Na vier uur in de regen hield ik het wijselijk voor bekeken. Maar van een teleurstelling was geen sprake, ik had vier uur en bijna honderd kilometer lang op autovrije wegen mogen fietsen zonder incidenten. Dat is ongezien, zeker als je weet dat duizenden liefhebbers in Antwerpen vertrokken waren in erg slechte weersomstandigheden.
Ondanks die regen was het toch prachtig, kunnen fietsen op wegen die onder politiebegeleiding zo goed als verkeersvrij waren gemaakt. Op enkele stukken kregen we zelfs een politie-escorte. Ik zal niet zeggen dat we ons profwielrenners waanden, maar het is een verademing om in Vlaanderen te kunnen fietsen zonder te moeten stoppen op de vele kruispunten en ook niet constant alert te moeten zijn voor alle aankomende verkeer.
Wat me terugbrengt bij de combinatie van de woorden ‘wielrenner’ en ‘terrorist’. Het ontgaat me nog altijd wat de combinatie van die woorden moet betekenen. Ik ben nog nooit een wielrenner tegengekomen die moedwillig anderen in gevaar wou brengen. Want dat zou het moeten betekenen: een wielrenner die bewust geweld gebruikt en schade wil berokkenen – door gebruik te maken van zijn fiets, denk ik dan maar. Ik heb geen idee wie dat woord ‘wielerterrorist’ in het leven heeft geroepen, maar ik vermoed dat de enige bestaansreden ervan is dat het lekker bekt.
Het fietspadprobleem
Ik fiets al sinds mijn jeugd voor mijn dagelijkse verplaatsingen en sinds twintig jaar ook als recreatieve sporter. Op al die fietstochten ben ik nog nooit een fietser tegengekomen die beantwoordt aan bovenstaande omschrijving. Wat ik wel dagelijks tegenkom, is het conflict dat veroorzaakt wordt op onze wegen.
De afgelopen decennia is er nauwelijks een fietsbeleid geweest, waardoor fietsers vaak dezelfde ruimte op de openbare weg moeten gebruiken als automobilisten en voetgangers. Veel veilige en afgescheiden fiets
Ik ben nog nooit een wielrenner tegengekomen die moedwillig anderen in gevaar wou brengen
paden zijn er niet in België, veel fietspaden zijn niets meer dan oude voetpaden. Sommige fietspaden zijn in zo’n slechte staat dat we ze niet veilig kunnen gebruiken en dan maar opnieuw op de rijweg terechtkomen.
Ongeduldige automobilist
Dat conflict, veroorzaakt door een gebrekkig beleid, leidt tot ergernis bij alle weggebruikers. Die ergernis lokt dan weer reacties van onbegrip en ongeduld uit, waardoor wel gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Voor een fietser kan een ongeduldige automobilist heel bedreigend overkomen. We moeten van beide kanten geduld kunnen opbrengen, maar er is vooral een doortastend beleid nodig.
Afgelopen weekend reed ik de Brabantse Pijl voor wielertoeristen uit.
Het contrast met De Ronde kon niet groter zijn: warm, zonnig en droog. Ook daar waren er duizenden deelnemers en ook daar heb ik de hele dag geen enkel incident gezien met wielrenners. Laat staan dat ik iemand gekruist heb die zich als een ‘terrorist’ zou hebben gedragen.
Kunnen we dan voor eens en voor altijd die lelijke term afschaffen? Als we hem toch willen behouden, dan moeten we consequent zijn en ook van auto-, moto- of voetgangerterrorisme spreken. Als je het woord in die context gebruikt, besef je pas hoe absurd het is.
We hebben er allemaal baat bij om betere voorzieningen te creëren op de openbare weg, laten we daar dus voor ijveren in plaats van elkaar te blijven beschuldigen.