Prestaties van AI blijven groeien, de kosten ook
AI Bijna anderhalf jaar na de lancering van ChatGPT maakt Stanford een stand van zaken op. Alles blijft schijnbaar onstuitbaar in stijgende lijn gaan.
De universiteit Stanford zette talloze recente studies op een rijtje voor de jaarlijkse Stanford AI Index en voegt nog wat nieuwe cijfers en analyse toe. Het meest in het oog springend daarbij is misschien wel hoe de meest geavanceerde AI-systemen de mens bijbenen. In het ene na het andere domein steekt AI de score van een gemiddelde mens voorbij: het herkennen van beelden, taalkennis, begrijpend lezen.
Op andere domeinen blijft AI nog achter: onder meer in het basisbegrip van hoe de wereld werkt ( visual commonsense reasoning), planning en geavanceerde wiskunde. Maar ook daar is AI de achterstand snel aan het inlopen. Ondertussen verzinnen we weliswaar nieuwe, moeilijkere tests die de grenzen van die systemen beter aftasten.
1.000 dollar
Deze stelselmatige verbetering komt met een hoge kostprijs. Opeenvolgende versies van de LLM’s (Large Language Models) vergen telkens meer trainingsdata en meer rekenkracht en kosten dus meer geld. Het eerste ‘transformertaalmodel’ uit 2017 kostte nog geen 1.000 dollar om te trainen, GPT-3 kostte in 2020 al een pittige 4,3 miljoen dollar. In 2023 ging het prijskaartje naar zo’n 80 miljoen dollar voor GPT-4 en zelfs bijna 200 miljoen dollar voor het trainen van Gemini Ultra, het eind vorig jaar gelanceerde AI-model van Google.
Die bedragen maken overduidelijk dat nog maar een handvol heel grote bedrijven in staat is om de meest geavanceerde systemen – de zogenoemde frontier models – te ontwikkelen.
Nog een belangrijke vaststelling: al deze technische vooruitgang begint ook echte, aantoonbare voordelen op te leveren voor bedrijven. Generatieve AI zorgt voor meetbare omzetgroei, onder meer omdat werknemers productiever zijn (dus meer werk gedaan krijgen) als ze er gebruik van maken. Steeds meer bedrijven hebben in 2023 generatieve AI ingezet.
De technische vooruitgang begint ook echte, aantoonbare voordelen op te leveren voor bedrijven
Maar is dat wel goed nieuws? Misschien wel voor de werkgever, maar niet noodzakelijk voor het personeel. Gewone mensen voelen de bui al hangen, blijkt uit recente opiniepeilingen. Al geven die peilingen een gemengd beeld. Een studie van Ipsos toont bijvoorbeeld aan dat in 2023 66 procent van de ondervraagden wereldwijd verwachtte dat AI de komende drie tot vijf jaar een grote impact zal hebben op hun dagelijks leven (in 2022 was dat 60 procent). Het percentage dat verwacht dat die impact eerder positief dan negatief zal zijn, is licht toegenomen tot 54 procent, de meerderheid is dus optimistisch. Maar tegelijk zegt 52 procent dat de opmars van producten en diensten met AI hen zorgen baart.