Vuilniskar te koop. Prijs otk
Alles mag weg
Dinsdag op VTM2, en op VTM Go
★★★★☆☆
Er zijn massa’s spullen te koop op online veilingen. Maar waar komen ze vandaan? VTM zoekt het uit in Alles mag weg, waarin het reportages met een hoog ‘het leven zoals het is’-gehalte verweeft. Erg urgent is het niet. Het programma speelt in op de nieuwsgierigheid.
Alles mag weg volgt vier opruimteams, en komt zo uit bij boedels uit faillissementen, overlijdens, stopgezette handelszaken, of gedumpte voorwerpen. De teams zijn verspreid over Vlaanderen, zodat ook dialectologen er een fijne kluif aan hebben. Voor de opruimduo’s is elke opdracht zowat een blind date. Samen met hen ontdekken we welk vlees ze in de kuip hebben. Terwijl ze naar een hangar met tweeduizend flessen wijn of een overkop gegane brasserie dokkeren, praten ze elkaar bij. Dat komt soms wat kunstmatig over.
Prettiger is het wanneer ze zich aan de hand van wat ze aantreffen een idee proberen te vormen van de voormalige bewoner. Zat de Pool, die zonder spoor en zonder huurgeld verdween, in zijn zetel een pintje te drinken als hij afgepeigerd thuiskwam? Waarom had de bomma uit de pastoorswoning een hamer en een dildo in haar nachtkastje liggen?
In hun scripts zeggen de opruimers iets te vaak dat het “hun wel iets doet”, terwijl ze redelijk werktuigelijk hun job doen. Dan is de jonge kerel uit Ieper die zijn winkel met vinylplaten ten gelde moet maken aandoenlijker. Hij is zo eervol zich niet failliet te laten
Voor de opruimduo’s is elke opdracht zowat een blind date
verklaren. Zo zadelt hij niemand anders met de ellende op. Hoe anders ging het er in Beveren aan toe. Daar liet een failliete huurder een bedrijventerrein vol brol achter waar de ratten in wemelden. De opbrengst van wat de teams kunnen verkopen, is voor de schuldeisers – de eigenaar blijft met 100.000 euro opruimkosten achter.
Per aflevering monteren de makers een vijftal cases door elkaar. Luxewijnen en oldtimers wisselen ze af met eenvoudige, bijna waardeloze inboedels. Soms zit het tegen. Als de curator beslist om niet te veilen, hebben Koen en Raf alle werk voor niets gedaan. Bart en Igor ploegden zich een week lang door stapels afval en hielden daar 1.400 euro aan over. Gelukkig ziet hun baas het filosofisch: “We doen het ook voor het avontuur.”
It’s the economy, stupid en daar werkt elke case naartoe. Vanuit de losse pols maken de opruimers hun eerste schattingen. Daar zijn ze verbijsterend goed in. Voor een viersterrenhotel in Knokke evalueren ze de minimumwaarde van de inboedel op 35.000 euro – de veiling klokt af op 38.000. De climax zijn de laatste uren voor de online veilingen aflopen. Dan beginnen de prijzen aan hun eindsprint. De hangaropruiming van de familie Naessens bracht 124.600 euro op, waarvan zowat één vijfde voor het team. En de vuilniswagen van de gemeente Middelkerke, wie zou die gekocht hebben?