De vrouwen nemen Team Belgium op sleeptouw in Parijs
Voor het eerst zullen meer vrouwen dan mannen de Belgische kleuren dragen op de Olympische Zomerspelen. Die evolutie is meer het gevolg van een gebrek aan internationale concurrentie dan van een vooropgesteld beleid.
Vijfentwintig actrices in lange gewaden mogen dan traditioneel het ontsteken van de olympische vlam in het Griekse Olympia flankeren, de Olympische Spelen zijn sinds de antieke oudheid een mannenzaak. De Franse baron Pierre de Coubertin had bij de reïntroductie ervan in 1896 ook voor de Heraeaanse Spelen kunnen kiezen, waar exclusief vrouwen aan deelnamen, of voor de gemengde Pythische of Nemeïsche Spelen. Maar van alle Panhelleense Spelen uit de oudheid koos hij voor die van Olympia, die vierjaarlijks werden georganiseerd vanaf 776 voor Christus en voorbehouden waren voor naakte mannen.
De eerste moderne Spelen, in 1896, waren voorbehouden voor mannen. Vrouwelijke disciplines werden maar mondjesmaat toegelaten. In de ploegsporten moesten vrouwen wachten tot de jaren 60 en mocht het alleen voor sporten zonder contact. Toen Ingrid Berghmans als eerste Belgische vrouw een gouden medaille won, in Seoel 1988, genoot vrouwenjudo nog de status van ‘demonstratiesport’.
“Ik was niet eens geselecteerd door het BOIC, ik werd aangeduid door de internationale judofederatie”, vertelt de achtvoudige Belgische Sportvrouw van het Jaar. “Zes weken voor de Spelen blesseerde ik me tijdens een stage in Zweden omdat er geen enkele vrouw was tegen wie ik kon vechten. Toen een man zich bereid verklaarde, wierp ik hem zo enthousiast over mijn schouder dat ik door zijn gewicht omhoog werd gekatapulteerd en bij mijn val mijn sleutelbeen brak en mijn ribben verschoven. Op adrenaline heb ik de gouden medaille gewonnen.”
Wereldwijd zou het pas duren tot 2024 voor er evenveel mannen als vrouwen mochten deelnemen aan de Olympische Spelen. In Atlanta 1996 was 34 procent van het deelnemersveld vrouw, in Tokio 2020 48 procent en in Parijs 2024 50 procent. De gendergelijkheid wordt niet gerealiseerd door meer vrouwen toe te laten, wel door het aantal mannensporten terug te dringen.
Rolmodellen
Ook in de Belgische delegatie is de vrouwelijke aanwezigheid merkbaar. Van de voorlopig 99 geselecteerden zijn 52 vrouwen en 38 mannen. 9 plaatsen kunnen nog zowel naar mannen als vrouwen gaan (in de paardensport). Er kunnen nog zestig tot zeventig extra atleten bijkomen, “maar nu al staat vast dat onze delegatie meer vrouwen dan mannen zal tellen”, zegt Cédric Van Branteghem, de ceo van het BOIC.
Van Branteghem schrijft het vrouwelijke overwicht toe aan de rolmodellen. “Denk aan Kim (Clijsters) en Justine (Henin) in het tennis of Kim (Gevaert), Tia (Hellebaut) en Nafi (Thiam) in de atletiek. De hockeysters hebben dan weer als meisje opgekeken naar de hockeyploeg die in 2012 deelnam aan de Spelen in Londen.”
Het stijgende aantal vrouwelijke atletes is niet het gevolg van een doelbewuste politiek, zegt Tom
Van de voorlopig geselecteerde Belgische atleten zijn er 52 vrouwen en 38 mannen
Coeckelberghs, het afdelingshoofd topsport van Sport Vlaanderen. “We maken geen onderscheid tussen mannen en vrouwen, het gaat over het potentieel. Als er zich een kans op een top 8-plaats voordoet, dan gaan we er vol voor.”
Atleten krijgen bij Sport Vlaanderen een topsportcontract als ze op internationaal niveau bij de beste acht horen. De kans is groter dat dat gebeurt bij vrouwen dan bij mannen, omdat niet alle landen evenwaardig inzetten op vrouwensport. Belgische vrouwen hebben wereldwijd minder concurrentie dan Belgische mannen.
Hoe genderdivers de omkadering er zal uitzien, is nog af te wachten. “In de topsport is het vaak zo dat voor de sterkste profielen wordt gekozen, ook als het gaat om trainers of medische begeleiders”, zegt Coeckelberghs.
Hoewel vrouwen nu meer kansen hebben zou Ingrid Berghmans geen judoka in 2024 willen zijn. “De sociale media met al die haters die atleten afbreken ... Ik zou er niet mee om kunnen. Ik besef dat ik niet veel heb gekocht met mijn medailles, maar ik ben blij dat ik de weg heb getoond voor anderen.”