Hoe onze Brusselse politici Viktor Orban een handje toesteken
Brussel heeft domweg een bijeenkomst van Europese conservatieve politici verboden, schrijft Chris Ceustermans.
Deze week zou de internationale conservatieve hoogmis National Conservatism Conference (Natcon) in de Brusselse Europawijk plaatsvinden. Op die bijeenkomst, georganiseerd door stichtingen van het Hongaarse Orban-regime en de Amerikaanse Edmund Burke Foundation, debatteren politieke en academische kopstukken over de in hun ogen ondemocratische Europese constructie, migratie en cultuuroorlogen.
Trekkers van de wereldwijde conservatieve beweging moesten er het woord nemen: onder meer de Hongaarse premier Viktor Orban, de Franse schrijver en politicus Éric Zemmour, de Britse ‘Brexiteer’ Nigel Farage. Tom Vandendriessche (Vlaams Belang) stond ook op het programma.
Enkel dagen geleden bleek de Brusselse conferentiezaal Concert Noble zich terug te trekken, net zoals het Sofitel in Etterbeek. Antifascistische groepen hadden acties aangekondigd tegen de conferentie. De congresverhuurders volgden het advies van de burgemeesters van Brussel en Etterbeek. Die beweerden dat de veiligheid niet gegarandeerd kon worden. Er kwam zelfs een politie-interventie aan te pas om de verontwaardigde organisatoren uit het Sofitel te zetten.
In allerijl sloot medeorganisator Mathias Corvinus Collegium Brussels een contract met de zaal Claridge in de Brussels gemeente Sint-Joost. Dat zinde burgemeester Emir Kir (exPS) niet. Dinsdagmiddag begaven agenten van diens Zone Brussel Noord zich ter plekke en vroegen de eigenaar om de conferentie stop te zetten wegens mogelijke veiligheidsrisico’s. De politie sperde de ingang alvast af voor laatkomers. Het was niet zeker of Orban nog het woord zou kunnen nemen.
Gedroomde munitie
Nu al is duidelijk dat die ondoordachte afgelasting een overwinning is voor conservatieve, anti-Europese bewegingen. Voortrekkers van het conservatieve nationalisme zoals Viktor Orban liggen onder vuur vanuit ‘Brussel’ omdat ze de meningsvrijheid inperken. Het gaat er onder meer over dat sinds 2021 in Hongarije geen boeken met lgbti-inhoud in de winkels zichtbaar mogen zijn en een liberale privéuniversiteit zoals de Central European University van George Soros er werd ‘buitengepest’.
De Europese Unie vroeg Hongarije structurele hervormingen, onder andere op het vlak van ‘academische vrijheid’. Ondanks bevroren Europese subsidies werd in die zaak nog geen vooruitgang geboekt. De repliek van nationalistische conservatieven zoals Orban is dat de Europese Unie geen lessen te geven heeft over een ‘open samenleving’ omdat ze zelf weinig transparant en autoritair almaar nieuwe regels opdringt, zoals die over ‘seksuele zelfbestemming’.
De pogingen om de conservatieve conferentie te saboteren, versterken dat vijandbeeld tegen de Europese Unie: dat de ‘open samenleving’ alleen geldt voor wie een antinationalistisch, progressief liberalisme belijdt. In de regimegetrouwe Hongaarse pers – het grootste deel van de ge
De incidenten in Brussel worden meteen deel van Orbans Europese kiescampagne
schreven en audiovisuele media – was de Brusselse aanpak van de conferentie groot nieuws. De leidende regimekrant Magyar Nemzet schilderde de premier en zijn medecongresgangers af als vreedzame, moedige verdedigers van het vrije woord. “De stem van de Hongaarse kiezers zal tot in Brussel gehoord worden”, liet Orbans politiek directeur in de krant optekenen. De incidenten in Brussel worden meteen deel van Orbans Europese verkiezingscampagne. Deze week kondigde Orban, ooit een liberale dissident tegen de communistische bezetter, al aan dat hij nooit onder Europese druk zal instemmen met meer migranten of “lgbti-propaganda”.
Zo biedt dit gestuntel met grondwettelijke rechten de sluwe Orban en zijn internationale bondgenoten de gedroomde munitie tegen de Europese Unie en haar hoofdstad, met dank aan de zelfverklaarde progressieve ‘verdraagzamen’ uit Brussel.