De lat mag Alice wat lager liggen
Wie nu in Vlaanderen geboren wordt, doet dat over het algemeen in bovengemiddelde welvaart. Hoewel er nog veel werk aan de winkel is, krijgt het overgrote deel van de Vlaamse jeugd alle kansen om iets van het leven te maken. Ze kunnen vrij bepalen wat en waar ze studeren, welke job ze uitoefenen en met welke partner ze de rest (of een deel) van hun leven doorbrengen. De race naar de top is, bijgevolg, nooit zo competitief geweest.
Soms doet het me denken aan de ‘Caucus-race’ uit Alice in Wonderland: een loopwedstrijd waarin alle deelnemers een willekeurig parcours moeten afleggen en mogen starten en aankomen waar en wanneer het hun uitkomt. Eigenlijk doen ze allemaal wat ze willen en op het eind wint iedereen. Toch?
Helaas is de realiteit voor veel jongeren vandaag anders. Net doordat ze van jongs af alle kansen en alle vrijheid in de schoot geworpen krijgen, voelen velen van hen zich verplicht om al die mogelijkheden om te zetten in verwezenlijkingen. Wie dat niet doet, faalt in het leven en heeft geen geldig excuus: er werd je immers geen strobreed in de weg gelegd.
Dat je op een gemoedelijke zomerdag een wit, pratend konijn zag voorbijkomen, het halsoverkop achterna rende en via zijn konijnenpijp aan de andere kant van de wereld uitkwam, waar je een Caucus-race moest afleggen tegen een dodo, een papegaai en een muis, nadat je bijna in een zee van je eigen tranen was verdronken, gelooft op dat moment niemand meer.
In Trends vroeg Peter De Keyser zich deze week nog af waarom de kinderen van de recentste generaties, ondanks alle vrijheid en welvaart, toch zo angstig en onzeker door het leven gaan. Wel, paradoxaal genoeg leidt net de druk die al die vrijheid en welvaart met zich brengen tot dat verstikkende gevoel van angst en onzekerheid. Die angst wordt – en dat geeft De Keyser zelf ook terecht aan – mede gevoed door een overmatig gebruik van sociale media, waarop jongeren continu geconfronteerd worden met de fantastische verwezenlijkingen van anderen: “Kijk naar mijn geweldige snorkeltrip in Griekenland/ wonderbaarlijke collega’s/ onvergetelijke verjaardagsfeest.” Zo krijg je een race die niet door iedereen, maar door niemand gewonnen wordt.
Over welke angst gaat het dan? Het is de angst om fouten te maken en een weg in te slaan waarop je onmogelijk nog rechtsomkeert kunt maken. Het is de angst om – hoera, weer een metafoor uit Wonderland! – net als Alice te moeten kiezen tussen de cake of het toverdrankje en daarbij steeds weer de foute beslissing te nemen. Het is de angst om, in tegenstelling tot wat er wordt verwacht en waar anderen wel in lijken te slagen, niet alles uit het leven te halen. En het is bovenal de angst om in dat hele proces jezelf te verliezen.
De lat hoger leggen, zoals De Keyser voorstelt, zal de mentale gezondheid van jongeren dus niet noodzakelijk verbeteren. Wat milder zijn voor elkaar, meer naar elkaar luisteren en vaker fouten durven te maken? Dat lijkt er al meer op.
“Who in the world am I? Ah, the great puzzle!”, schreef Lewis Carroll 160 jaar geleden. Ik heb geen idee hoelang het geleden is sinds u voor het laatst Alice in Wonderland gelezen of bekeken hebt, maar het is ongetwijfeld voldoende lang geleden om dat nog eens te doen.