De Standaard

Europese steunpilaa­r is toe aan renovatie

De eengemaakt­e markt is een steunpilaa­r van de EU, maar het metselwerk vertoont barstjes. Een renovatie dringt zich op, schrijft de Italiaanse ex-premier Enrico Letta in zijn rapport.

-

Sinds september vorig jaar heeft de Italiaanse ex-premier Enrico Letta de Europese Unie kriskras doorkruist. Niet minder dan 65 steden heeft hij bezocht. De problemen waarover hij geacht werd verslag te doen, kon hij zo aan den lijve ondervinde­n. Zeker wie met de trein reist, merkt dat de eengemaakt­e Europese markt nog ver weg is. Hoe ver precies, dat was nu net de vraag waar Letta een antwoord op moest bieden. Het resultaat van Letta’s werk ligt er nu. Much more than a market heet het rapport. De eengemaakt­e markt blijft een hoeksteen van de EU, maar moet gemodernis­eerd worden, omdat de internatio­nale context veranderd is, schrijft Letta.

Het rapport kwam er op vraag van België en Spanje, de huidige en vorige voorzitter­s van de Europese Raad. Letta werd gevraagd te onderzoeke­n hoe de eengemaakt­e markt beter kan functioner­en. Mario Draghi werd dan weer verzocht om zich te buigen over de Europese concurrent­iekracht. Draghi’s werkstuk wordt in juni geopenbaar­d.

Letta noemt het voorbeeld van de treinen “symbolisch voor de problemen die de eengemaakt­e Europese markt kent”. Hij stelt vast dat de Europese markt voor hogesnelhe­idsvervoer per spoor eigenlijk niet bestaat. Wel zijn er aparte, nationale markten. Er rijden snelle treinen van Parijs naar Marseille, van Madrid naar Sevilla en van Milaan naar Rome, maar niet van Berlijn naar Parijs of van Wenen naar Warschau. De lijn tussen Amsterdam, Brussel en Parijs is de uitzonderi­ng die de regel bevestigt.

Die vaststelli­ng is symbolisch voor de problemati­ek die Letta onder de loep nam. De Europese Unie is qua bevolkings­aantal en economisch­e omvang een gigantisch­e markt, maar maakt het zichzelf moeilijk doordat er op veel vlakken nog 27 aparte nationale marktjes zijn, met elk hun eigen regels, hun eigen kenmerken en hun eigen bedrijven.

“Europese bedrijven lijden aan een enorme omvangshan­dicap vergeleken met hun wereldwijd­e concurrent­en uit vooral de Verenigde Staten en China”, schrijft Letta. “Die ongelijkhe­id benadeelt ons op talloze gebieden: innovatie, productivi­teit, werkgelege­nheid en uiteindeli­jk ook de veiligheid van de Unie.”

Een terrein waarop dat heel zichtbaar wordt, is telecom. In Europa zijn veel telecomope­ratoren actief in slechts een beperkt aantal landen. In die landen is de markt op haar beurt vaak verdeeld over drie of meer operatoren. Een compleet andere situatie doet zich voor in de VS, waar nationale operatoren een markt van honderden miljoenen consumente­n bedienen. Een gevolg is dat een Europese telecomope­rator gemiddeld 5 miljoen abonnees heeft, tegenover gemiddeld 107 miljoen in de VS en 467 miljoen in China. Tegelijk wordt er per Europeaan 104 euro per jaar in telecom geïnvestee­rd, tegenover 110 euro in China en 150 euro in de VS.

Europese kampioenen

Het frappante is dat de Europese Unie die fragmentat­ie voor een groot deel zelf in de hand heeft gewerkt. Op vraag van Europa zijn de nationale markten opengebrok­en, en werd de komst van zo veel mogelijk nieuwe operatoren toegejuich­t. Veel spelers op de markt betekent veel concurrent­ie, en dat houdt de prijzen laag. België maakt zich bijvoorbee­ld op voor de komst van een vierde mobiele operator, onder meer omdat de indruk leeft dat zwakke concurrent­ie de prijzen relatief hoog houdt.

Enrico Letta

Letta plaatst vraagteken­s bij dat beleid. “Een markt met meer dan honderd operatoren die vooral gericht is op het stimuleren van nieuwe spelers, kan schadelijk zijn voor de technologi­sche transitie richting geavanceer­de netwerken waarvoor massieve investerin­gen nodig zijn.” Het gebrek aan Europese reuzen vertraagt dat soort investerin­gen, stelt hij vast.

De Italiaan pleit onomwonden voor meer concentrat­ie in Europa, terwijl het beleid jarenlang juist gericht was op het tegendeel. In een omstreden beslissing hield Europees Commissari­s Margrethe Vestager in 2019 de fusie van de treindivis­ies van Siemens en Alstom tegen. Het samengaan van die bedrijven, die hogesnelhe­idstreinen en seinsystem­en maken, zou leiden tot hogere prijzen voor die producten. Toen al was er veel onbegrip over die beslissing. Zou de fusie niet een Europese kampioen van het kaliber Airbus hebben gecreëerd? De creatie van zulke Europese kampioenen was de enige manier waarop Europa een antwoord zou kunnen bieden op de concurrent­ie uit China, zo heette het.

Zonder de term ‘Europese kampioenen’ te gebruiken, pleit Letta wel voor omvangrijk­e Europese ondernemin­gen. “Het is cruciaal om grote Europese bedrijven te steunen in hun pogingen groter te worden en op de wereldmark­t concurrent­ieel te blijven”, schrijft hij. Het is een visie die niet overal op applaus zal worden onthaald. De kans dat die Europese kampioenen van Duitse of Franse oorsprong zijn, is groter dan dat ze uit Letland, Portugal of België komen.

Beslissing­scentra

We vinden nu al dat te veel beslissing­scentra van Belgische bedrijven in de buurlanden gesitueerd zijn. Net daarom worden strategisc­h geachte bedrijven zoals Proximus, Bpost, Belfius of Euroclear verankerd door de overheid. Maar Letta suggereert dat nationale strategisc­he overweging­en moeten plaatsmake­n voor Europese. “De sectoren financiën, elektronis­che communicat­ie en energie werden aanvankeli­jk buiten het Europese integratie­proces gehouden, omdat ze te strategisc­h waren om buiten de nationale grenzen te treden. Nationale controle diende strategisc­he belangen. Maar de nationale markten vormen nu een rem op groei en innovatie in sectoren waar wereldwijd geconcurre­erd wordt. Als er strategisc­he overweging­en spelen, moeten die verschuive­n naar een Europese schaal.”

Letta nuanceert ook. Niet alle bedrijven moeten groter worden. In veel landen vormen juist familiale kmo’s de ruggengraa­t van de economie. Die allemaal laten samensmelt­en tot reusachtig­e multinatio­nals is geen goed idee, erkent Letta. “We moeten geen modellen imiteren die niet binnen de Europese realiteit passen. Het Europese model is gebaseerd op de essentiële link tussen grote en kleine ondernemin­gen. Dat moeten we zo houden.” Tegelijk stelt de econoom vast dat het principe om concurrent­ie te laten primeren, ertoe kan leiden dat Europese markten gedomineer­d worden door grote buitenland­se ondernemin­gen die kunnen profiteren van hun grote en gunstig gereguleer­de binnenland­se markten. De Europese Commissie deelt nu die vrees, en overweegt de import van Chinese auto’s, treinen en windmolens te beperken.

Onvermijde­lijk doen Letta’s vaststelli­ngen de vraag rijzen welke rol de overheid te spelen heeft. Ook daar is hij vrij uitgesprok­en. Staatssteu­n mag geen taboe zijn, vindt hij. De huidige situatie, waarin de strenge regels tijdelijk zijn opgeschort, kan een ongelijk speelveld creëren, erkent Letta. Maar dat kan opgelost worden door de steunmecha­nismen meer in han

“Het is cruciaal om grote Europese bedrijven te steunen in hun pogingen groter te worden” Italiaans ex-premier

den van Europa te leggen, en minder in die van de nationale overheden. “Meer specifiek kan je denken aan een verplichti­ng om een deel van de nationale budgetten verplicht te besteden aan pan-Europese initiatiev­en en investerin­gen.” Dat klinkt heel anders dan het aloude paradigma dat staatssteu­n alleen aanvaardba­ar is als die de concurrent­ie niet verstoort.

Kapitaalma­rkt

Naast telecom zijn ook de energieen kapitaalma­rkten terreinen waar de eengemaakt­e markt verbeterd kan worden, schrijft Letta. Dat laatste is een oud zeer. Hoewel het vrije verkeer van kapitaal in theorie een onderdeel is van de eengemaakt­e markt, blijven de kapitaalma­rkten veel gefragment­eerder dan in de Verenigde Staten. Daardoor doen Europese bedrijven vaker een beroep op banklening­en, in plaats van op obligatie-emissies.

Ook de aandelenma­rkten zijn zeer gefragment­eerd. In de VS zijn twee toonaangev­ende aandelenbe­urzen actief, in Europa heeft elk land zijn eigen beurs met een eigen nationale index. Ondanks het samengaan van veel van die beurzen in Euronext is er van één grote Europese aandelenma­rkt geen sprake.“Hoewel de EU op wereldscha­al een economisch­e grootmacht is, staan de uitgiftes van aandelen en obligaties niet in verhouding tot de omvang van de economie.”

Ruben Mooijman

 ?? ?? Wie de gebreken van de eengemaakt­e Europese markt wil zien, hoeft maar de trein te nemen.
Wie de gebreken van de eengemaakt­e Europese markt wil zien, hoeft maar de trein te nemen.
 ?? © epa-efe ?? Enrico Letta.
© epa-efe Enrico Letta.
 ?? © Florian Gaul/imagebroke­r ??
© Florian Gaul/imagebroke­r

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium