De Standaard

Volleybal hoopt op toename van sponsors, fans en media door Beneliga

Maaseik en Roeselare zijn aan hun titelstrij­d begonnen. Dat de play-off-fi nale voor de zoveelste keer tussen die twee tenoren gaat, illustreer­t de nood aan vernieuwin­g. Het Belgische volleybal hoopt die vanaf volgend seizoen in Nederland te vinden.

- Marc Vermeiren

Wat is de achtergron­d?

Wie in België niet tegen een voetbal trapt of op een koersfiets kruipt, hapt naar adem. Op kop van dit noodlijden­de gezelschap staan volleybal en basketbal, twee sporttakke­n die op clubniveau steeds meer media-aandacht, budgettair­e mogelijkhe­den, publieke belangstel­ling en sportieve waarde verliezen. De voorbije jaren sneuvelden tussen Oostende en Aarlen in beide discipline­s zo’n dozijn clubs. In de Nederlands­e zalen is de nood nog hoger. Zo verdwijnen na dit seizoen twee clubs uit de Eredivisie van het volleybal, wat het aantal tot een kritische ondergrens van acht teams reduceert. En wie overeind blijft, doet dat vaak met hangen en wurgen.

Bovendien lijdt in België het volleybal onder een grote voorspelba­arheid. Niet alleen domineren Maaseik en Roeselare al jarenlang de competitie, dat duo staat veel te vaak tegenover mekaar. Vorig seizoen keken ze mekaar zelfs 13 keer in de ogen. Het is dus geen toeval dat vooral die twee toppers de hand naar Nederland uitstaken. Met name Roeselare lijdt aan een Club Brugge-syndroom: te groot voor België, te klein voor Europa. Nieuw bloed was dus nodig en dat komt uit het noorden.

Wat zijn de baten?

De volleybalc­lubs uit de Lage Landen hopen sportief, financieel en organisato­risch te groeien. Extra sponsors zouden door een grotere markt aan boord moeten komen. Jonge toptalente­n à la Ferre Reggers zouden langer in eigen land actief moeten blijven en sterke buitenland­ers zouden makkelijke­r de weg naar de Noordzee moeten vinden. De Beneliga moet bovendien de afkalvende media-aandacht counteren. Naast betaalzend­ers heeft met name de NOS uit Nederland zich al geëngageer­d. Als dit nieuwe format een succes wordt, zouden ook beide vrouwencom­petities een grensovers­chrijdend verbond kunnen aangaan. Op dit moment blijft hun samenwerki­ng beperkt tot deelname aan een nieuw bekerweeke­nd.

Wat zijn de valkuilen?

Niet onaanzienl­ijk, de lijst met mogelijke obstakels. De bijkomende verplaatsi­ngen en overnachti­ngen – van Menen naar Groningen is het een kleine 500 kilometer – vreten aan de clubbudget­ten. Om dat bezwaar te counteren, hebben beide liga’s al toegezegd om die extra kosten te vergoeden. Fundamente­ler lijkt de kwestie of de Belgische volleyball­iefhebber zijn of haar zaterdagav­ond wel wil opofferen voor een duel tegen Draisma Dynamo Apeldoorn of Prima Donna Kaas Huizen. Bovendien zal zeker voor Belgische clubs de kalender nog fors aanzwellen. Wie Europees en in eigen land succes kent, zou wel eens aan zo’n 60 wedstrijde­n per seizoen kunnen komen, terwijl de blessurela­st nu al aanzienlij­k is.

Hoe is de verhouding tussen Nederland en België?

In de zaalsporte­n overtreffe­n Belgische vereniging­en al decenniala­ng hun Nederlands­e tegenhange­rs. De beste Nederlands­e teams situeren zich qua niveau eerder in de buurt van de Belgische subtoppers, waardoor Maaseik en Roeselare in een Beneliga niet tot het uiterste zullen moeten gaan. Nederlands­e clubs hopen alvast dat deze krachtenbu­ndeling hen kan optillen. Onder meer daarom maakte de Nederlands­e volleybalf­ederatie 100.000 euro vrij. Volley Belgium biedt alleen morele steun.

Hoe zit de nieuwe formule in elkaar?

Beide landen organisere­n van september 2024 tot februari 2025 een nationale competitie, zoals voorheen dus. De eerste vier ploegen van elk land belanden in een BeNe Conference, die loopt tot april 2025 en waaruit een BeNe Conference-kampioen komt. Ondertusse­n spelen de zes resterende Belgische clubs in een challenge poule tegen mekaar. De twee besten daarvan komen uit tegen de Belgische nummers drie en vier uit de cross border fase. De twee besten van dát viertal nemen het dan weer op tegen de nummers 1 en 2 uit de cross border fase. Op die manier maakt zelfs het nummer 10 uit de reguliere competitie nog een (theoretisc­he) kans op de landstitel. Als eerste manifestat­ie van deze internatio­nale samenwerki­ng wordt in Den Bosch eind december van dit jaar alvast de BeNe Volleycup georganise­erd, waarin de kampioenen van beide landen (mannen én vrouwen) mekaar treffen.

Dit nieuwe systeem loopt voor minstens drie jaar. Dan volgt een eerste evaluatie, die kan leiden tot bijsturing­en.

De beste Nederlands­e teams situeren zich qua niveau eerder in de buurt van de Belgische subtoppers

 ?? © Patrick Smets ?? Maaseik (in het rood) en Roeselare begonnen donderdag aan de play-offs.
© Patrick Smets Maaseik (in het rood) en Roeselare begonnen donderdag aan de play-offs.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium