‘Wonen in eigen streek’-decreet meteen aangevochten voor Grondwettelijk Hof
Het ‘Wonen in eigen streek’-decreet kreeg nog maar net nieuw leven ingeblazen, of er is alweer protest. “De regering grijpt in op de normale werking van de vastgoedmarkt.”
Om “sociale verdringing” tegen te gaan, lanceerde de Vlaamse regering het ‘Wonen in eigen streek’-decreet (Wies). Daarmee kunnen de 95 duurste gemeenten van Vlaanderen bepaalde kavels of bouwgronden voorbehouden voor minder kapitaalkrachtige lokale inwoners. Gemeenten kunnen de kopers ook een financieel duwtje in de rug geven, door 50 tot 100 procent van hun grond te betalen. Het Kempense Malle paste als eerste gemeente het decreet effectief toe. Al jaren zien ze daar “jonge mensen naar goedkopere buurgemeenten vertrekken”, zei burgemeester Sanne Van Looy (N-VA) eerder in deze krant. Dankzij het decreet hoopt de gemeente daar komaf mee te maken.
Toch is de maatregel niet onomstreden. “Met dit decreet grijpt de regering in op de normale werking van de vastgoedmarkt”, zegt Jeroen Dewispelaere, advocaat van het Vlaams vastgoedvennootschap Fremoluc. Ontwikkelaars moeten een deel van hun gronden negen maanden lang voorbehouden, “wat een financiële impact heeft”. Zijn cliënt stelde dan ook een beroep in bij het Grondwettelijk Hof, in de hoop dat het decreet nietig verklaard wordt. Het Franstalige Association de promotion des Droits Humains et des Minorités deed hetzelfde. De vzw, waarvan een deel van het bestuur banden heeft met de Franstalige partij Défi (het voormalige FDF), vindt het decreet discriminerend, onder meer tegenover Brusselaars en Walen.
Staatssteun
“Dat het decreet aangevochten zou worden, stond in de sterren geschreven”, klinkt het bij het kabinet van minister van Vlaamse Rand Ben Weyts (N-VA). Samen met minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) is hij bevoegd voor het decreet, dat een lange voorgeschiedenis kent. In 2013 werd een voorloper ervan al vernietigd door het Grondwettelijk Hof, onder meer na beroep van het FDF. Ook toen wilde de regering betaalbaar wonen in eigen streek promoten en tegelijk de verfransing van de Vlaamse Rand tegengaan. Maar volgens het Hof beperkte het decreet de fundamentele rechten van kopers of huurders, en gingen de maatregelen verder dan noodzakelijk om hun doel te bereiken.
Zowel Fremoluc als de Franstalige vzw vindt dat het vernieuwde decreet nog steeds verder gaat dan strikt noodzakelijk is. Volgens beide partijen is de maatregel in strijd met de grondwet én het Europees recht. Zo zou het decreet het vrij verkeer van kapitaal en personen in de Europese Unie belemmeren, en zouden de criteria die de regering vastlegde duidelijk de middenklasse bevoordelen. Bovendien vinden ze dat de financiële tussenkomst van gemeenten in bouwgronden een vorm van staatssteun is. Staatssteun is in de Europese Unie verboden, tenzij de Europese Commissie er vooraf toestemming voor geeft.
De Vlaamse regering ontkent dat de regeling staatssteun is, en benadrukt dat het wel degelijk toegelaten is om een sociaal voorrangsbeleid te voeren op basis van objectieve criteria. “Er zijn genoeg precedenten die tonen dat zoiets kan”, zegt het kabinet-Weyts. “Dit decreet is sociaal-economisch ook helemaal anders gemotiveerd dan het vorige. Zo is er een inkomensgrens vastgelegd die een duidelijke doelgroep afbakent. Die doelgroep is volgens ons niet de middenklasse, maar wel een groep die er anders niet in slaagt om een eigen woning te verwerven. Bovendien kreeg het decreet vooraf gunstig advies van de Raad van State.”
Semantische discussie
“De Vlaamse regering is duidelijk aan de slag gegaan met de opmerkingen op het vorig decreet”, zegt ook Peter Van Elsuwege, professor Europees recht aan de Universiteit Gent. “In 2013 oordeelde het Hof van Justitie al dat de overheid maatregelen kan nemen om tegemoet te komen aan de woonbehoeften van het minst kapitaalkrachtige deel van de bevolking. Alleen waren de criteria daarvoor toen te ruim geïnterpreteerd, waardoor ook personen die geen nood hadden aan sociale bescherming in aanmerking kwamen. De klagers hebben een punt dat de Vlaamse regering het nog steeds over de minder kapitaalkrachtige bevolking heeft in plaats van de minst kapitaalkrachtige, maar dat lijkt me eerder een semantische discussie.”
Volgens professor grondwettelijk recht Patricia Popelier (Universiteit Antwerpen) volgt het Grondwettelijk Hof vaak de redenering van de Raad van State. “En de raad gaf effectief groen licht, maar alleen op voorwaarde dat de vastgelegde criteria strikt geïnterpreteerd worden. Het decreet mag dus niet zo ruim ingevuld worden dat het alleen nog dient om het Vlaamse karakter van de Brusselse Rand te versterken.” Wat volgens Popelier vooral een struikelblok kan zijn, is het staatssteun-argument. “Ook de Raad van State maakte daar een opmerking over. De regering weerlegde die opmerking wel, maar of haar argumenten zullen volstaan voor het Grondwettelijk Hof, valt niet te voorspellen.”
Of ‘Wonen in eigen streek’ deze keer wel standhoudt, zullen we ten vroegste over een jaar weten, verwachten de betrokkenen.
“Dat het decreet aangevochten zou worden, stond in de sterren geschreven” Kabinet-Weyts (N-VA) Minister Vlaamse Rand