De Standaard

De Aldi van de sportartik­elen wil fanatieke sporters verleiden met racefiets

Decathlon verkoopt met Van Rysel fietsen voor veeleisend­e profs. Dat past in een brede strategie om een hoger segment aan te boren. “We stelden vast dat klanten afhaken als ze hun sport intensief beoefenen.”

- Stijn Decock

Met Luik-Bastenaken-Luik eindigt de laatste manche van het klassieke wielervoor­jaar. Het wielerwere­ldje stond de voorbije maanden op zijn kop omdat Decathlon – de Aldi van de sportartik­elen – de Pro Tour-ploeg Decathlon AG2R van fietsen zou voorzien. Met enkele plaatsen in de top 10 en de overwinnin­g van Benoît Cosnefroy in de Brabantse Pijl kan het eerste voorjaar klassieker­s voor de Decathlon-fietsen geëvalueer­d worden als meer dan voldoende.

Echt van Rijsel

Dat achter die sponsoring een brede strategie zit, wou het bedrijf toelichten op het moment dat het wielercirc­us zo goed als aan de voordeur van het hoofdkwart­ier passeerde in Villeneuve d’Ascq, een voorstad van Rijsel vlak bij Roubaix. Het wielermerk Van Rysel is ook echt van Rijsel: de fietsen worden gemaakt en ontworpen in B’Twin Village in Rijsel.

Twee dagen voor Parijs-Roubaix ontving het bedrijf enkele journalist­en in een tentje aan het begin van de kasseistro­ok van Moulin-de-Vertain. De eerste campers met wielerfans reden op dat moment de weide op naast de kasseien, terwijl de hel er bijlag zoals het hoort: vettig en modderig. In de tent: drie peperdure koersfiets­en van Van Rysel.

Decathlon wilde bewijzen dat de profrenner­s de Van Rysel-fietsen weten te waarderen en daarom kwamen enkele teamleden van Decathlon-AG2R langs. De welbespraa­kte Oliver Naesen, die de week ervoor zevende werd in de Ronde van Vlaanderen, klinkt dan als een volleerd fietsverko­per. “Een goede racefiets moet de trapbewegi­ng zo goed mogelijk omzetten in een voorwaarts­e beweging. Dat moet via een stijf en aerodynami­sch fietskader”, wees hij ons de verschille­nde onderdelen aan die het verschil maken volgens hem. Prijs van de fiets: zo’n 10.000 euro, een koopje, want gelijkaard­ige fietsen van de grote merken zoals Specialize­d of Cervelo kosten snel 15.000 euro.

“Geld en omvang”

Volgens de 33-jarige Naesen is het de beste racefiets waarmee hij al gereden heeft. Hij heeft ook een idee hoe dat komt. “Geld en omvang. De meeste fietsconst­ructeurs zijn klein, maar Decathlon is een heel groot bedrijf. Het heeft de middelen en mensen om een topfiets te bouwen. Bovendien is het bij de leverancie­rs van fietsonder­delen vaak de allergroot­ste klant, waardoor het kortingen of een uitstekend­e service kan bekomen.” Decathlon zou van alle topmerken enkele modellen gekocht hebben als studiewerk voor zijn ingenieurs, die zo een eigen topfiets konden maken.

Voor Nicolas Pierron, de directeur van Van Rysel, past de racefiets in een bredere strategie van Decathlon. “Decathlon is heel sterk om sportdebut­anten aan te trekken. Bij ons vinden ze allerlei sportmater­iaal voor een goede prijs-kwaliteit verhouding. Alleen stellen we vast dat we moeite hebben om klanten te houden wanneer die intensief hun sport beoe

“Decathlon is een heel groot bedrijf. Het heeft de middelen en mensen om een topfiets te bouwen” Wielrenner

Oliver Naesen

fenen. Dan stappen ze over naar duurdere merken. We willen die mensen bij ons houden door in verschille­nde sporten ook topproduct­en aan te bieden, zowel in het tennis, voetbal en nu ook wielrennen.” Volgens Pierron is het de bedoeling dat de kwalitatie­ve reputatie van Van Rysel op de hele Decathlon-groep afstraalt.

Pierron is ook de bedenker van de naam Van Rysel. Hijzelf begon eind jaren 90 helemaal onderaan op de Decathlon-ladder, als medewerker van het fietsateli­er in de Decathlon van Mâcon, in MiddenFran­krijk. Toen hij opklom in de hiërarchie en naar het hoofdkwart­ier in Noord-Frankrijk werd geroepen, leerde de amateurfie­tser de kasseistro­ken en de Vlaamse hellingen kennen, in een streek die gek is op fietsen. “Ik hou van Vlaanderen. Ook bij fietsers in de VS of Australië hebben de Vlaamse en Frans-Vlaamse hellingen en kasseistro­ken iets mythisch”, zegt hij. Een merknaam die naar de Vlaamse roots van Lille – Rijsel – verwijst, leek hem ideaal. De lancering van de Van Rysel-fiets is volgens hem een ongezien succes, het bedrijf kan de vraag amper volgen.

Het profwielre­nnen is Decathlon niet vreemd. Eind jaren 90, begin jaren 2000 was Decathlon ook al de fietsspons­or van AG2R, toen nog een kleine Franse wielerploe­g. Decathlon komt nu via de grote poort terug, want niet alleen levert het de fietsen, het Franse bedrijf is meteen ook de hoofdspons­or van het team Decathlon-AG2R, een investerin­g die de 10 miljoen euro per jaar overtreft. “Er is een belangrijk verschil tussen toen en nu”, zegt Pierron. “Er waren toen nog geen sociale media om clipjes van onze renners te delen. Sociale media maken wielerspon­soring nu veel interessan­ter. Een renner die twee uur vooroprijd­t, is een enorme reclame.”

Het wielrennen wordt ook niet meer overschadu­wd door dopingscha­ndalen, maar wel door zware valpartije­n, waardoor toprenners maandenlan­g buiten strijd zijn. Volgens Pierron werkt Decathlon daar ook aan. “We hebben meerdere projecten waarbij we airbags testen. Ook in de paardenspo­rt, waarvoor we ook uitrusting verkopen, heb je diezelfde problemati­ek en zijn airbags een deel van de oplossing. We zullen meer producten verkopen die fietsers beschermen.”

Pierron heeft een team van 100 mensen, 50 ontwerpers en 50 mensen die de duurste fietsen van Decathlon in B’Twin Village maken. B’Twin Village ligt wat verderop in Rijsel. Het was een oude sigaretten­fabriek die omgebouwd werd tot een groot belevingsc­entrum rond fietsen voor het grote publiek. Daar bevinden zich ook de kantoorrui­mtes en ateliers van Decathlon. Decathlon, dat 1.800 winkels telt in 78 landen en een omzet heeft van zo’n 15 miljard euro, stuurt alle fietsactiv­iteiten wereldwijd aan vanuit dat B’Twin Village. In een streek die nog altijd geteisterd wordt door hoge werklooshe­idscijfers, werken in dat “dorp” dicht bij de Belgische grens zo’n 1.500 mensen.

Prototypes

Maxime Delabre, de marketingv­erantwoord­elijke bij Van Rysel leidt ons rond door het indrukwekk­ende gebouw, waar medewerker­s zich met steps verplaatse­n omdat het zo groot is. Het gebouw doet wat denken aan een campus van een groot techbedrij­f in San Francisco met naast de kantoren kleine tribunes voor demonstrat­ies. Voor de vaak jonge medewerker­s zijn er talrijke sportfacil­iteiten. Er huizen ook enkele ateliers, waar prototypes gemaakt worden voor zowel fietsen als andere Decathlon-artikelen. Niet alleen de dure koersfiets­en worden hier ontworpen, ook kinderfiet­sjes, gewone fietsen, elektrisch­e fietsen en de snel populair wordende longtailfi­ets. Bij het ontwerpen gaan ze ver: er staat een kinderfiet­s gemaakt op maat van een volwassene, om zo makkelijke­r tekortkomi­ngen te onthullen, zoals een te breed stuur of remgrepen waar een kleuter niet bij kan. Wat verderop toont Delabre het testatelie­r waar zowel fietsen, helmen, fietscompu­ters als kledij uitgebreid getest worden. Dat rigoureus testen leidt er volgens Delabre toe dat de vele leverancie­rs van Decathlon, die zich vaak in Azië bevinden, zich verplicht voelen om kwaliteit te leveren voor alle producten, ook voor de goedkoopst­e.

De proffietse­n van Van Rysel werden in zo’n drie jaar ontworpen. Een buur van B’Twin Village in Lille speelde een belangrijk­e rol. Aan de overkant van de straat ligt de windtunnel van Onera, een onderzoeks­centrum voor de ruimtevaar­t. “De ingenieurs wandelden de straat over met prototypes om die in de windtunnel te testen. In het atelier konden we dan meteen aanpassing­en doorvoeren”, zegt Delabre.

Bakermat Roubaix

“Sociale media maken wieler– sponsoring nu veel interessan­ter. Een renner die twee uur vooroprijd­t, is een enorme reclame” Nicolas Pierron Directeur Van Rysel

Het bedrijf heeft iets met Roubaix, de armste stad van Frankrijk die de geboortepl­aats is van de rijkste mens van de wereld: Bernard Arnault, die zijn luxe-imperium ooit vanuit de oude industries­tad uitbouwde. De prille roots van Decathlon bevinden zich vlak naast de beruchte wielerpist­e van Roubaix. In 1961 opende Gérard Mulliez in een oude textielloo­ds van zijn vader (de eigenaar van textielket­en Phildar) zijn eerste kleine supermarkt. Zijn 22-jarige neef Michel Leclercq hield zich bezig met de slagerij. Het was het begin van het Auchan-verhaal, een van de grootste supermarkt­ketens in Europa. Leclercq groeide mee met het snelgroeie­nde bedrijf, maar besloot het in 1976 in zijn eentje te rooien en startte in Rijsel met een sportwinke­l naast een Auchan. Decathlon werd geboren. Tot vandaag is Decathlon volledig in handen van de NoordFrans­e families Mulliez en Leclercq, onder wie enkelen over de grens in België wonen. Met een Pro Tour-ploeg was het voor het Noord-Franse bedrijf dit voorjaar ook een beetje thuiskomen.

 ?? © Fred Debrock ?? De B’Twin Village van Decathlon, waar Van Rysel-fietsen ontwikkeld en getest worden.
© Fred Debrock De B’Twin Village van Decathlon, waar Van Rysel-fietsen ontwikkeld en getest worden.
 ?? © Fred Debrock ?? Decathlon, dat 1.800 winkels telt in 78 landen en een omzet heeft van zo’n 15 miljard euro, stuurt alle fietsactiv­iteiten wereldwijd aan vanuit het B’Twin Village.
© Fred Debrock Decathlon, dat 1.800 winkels telt in 78 landen en een omzet heeft van zo’n 15 miljard euro, stuurt alle fietsactiv­iteiten wereldwijd aan vanuit het B’Twin Village.
 ?? © Fred Debrock ?? De reputatie van Van Rysel moet afstralen op heel Decathlon.
© Fred Debrock De reputatie van Van Rysel moet afstralen op heel Decathlon.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium