‘Boomer’ is nu een scheldwoord
Annemie Vermeylen, net zestig geworden, heeft het helemaal gehad met AGEISM leeftijdsdiscriminatie. Zestig worden lijkt wel het begin van het einde in te luiden, en dat stigma duwt mensen naar een vervroegde exit uit de arbeidsmarkt.
In de week voor mijn zestigste verjaardag werd ik tijdens een videovergadering voor het eerst als boomer aangesproken. “Wij zullen wel werken, voor het dikke pensioen van de boomers dat wij nooit zullen krijgen”, zei een veertiger van het team, daarbij schalks mijn richting uitkijkend. Het was waarschijnlijk maar om te lachen. Maar het was voor mij een schok om plots gepakt te worden op mijn leeftijd en mijn ‘dikke pensioen’ – dat volgens mypension.be op 1 februari 2031 netto 1.558,31 eurozalbedragen,netietsbovenhetbestaansminimum in België. Dat is het wettelijke pensioen van iemand met twee masterdiploma’s, die een hele loopbaan onafgebroken voltijds, met soms werkweken van zestig uur, heeft gewerkt, zonder één keer gebruik te hebben gemaakt van de een of andere vorm van tijdskrediet. Maar als enige bijna-zestiger van het jonge projectteam wilde ik de aandacht niet op me trekken door die pijnlijke opmerking te maken. Laat het passeren, suste ik mezelf, en concentreer je op de agendapunten van de videovergadering. Het lukte niet: ik had dit project mee uit de grond gestampt, daarbij geholpen door een jarenlang zorgvuldig opgebouwd netwerk en jeugdige overmoed, en nu werd ik plots geconfronteerd met de niet zo leuke opmerking door een jongere collega. Voor het eerst was ik mijn zelfvertrouwen kwijt, gefnuikt in mijn redelijk onwrikbare enthousiasme. Vanwege van mijn leeftijd?
Landingsbaan
Heel mijn loopbaan heb ik een stille strijd gevoerd tegen gendergerelateerde stereotypen: als zwangere vrouw, als alleenstaande moeder, als menopauzerende vrouw van middelbare leeftijd. Ik stond elke dag dapper mijn mannetje, mede uit respect en dankbaar voor de feministen die het pad moeizaam hadden geëffend voor onze generatie, maar ook om me intellectueel en sociaal te ontwikkelen, net zoals mannen dat kunnen doen. Maar naarmate de decennia voortschreden, zag ik vrouwelijke collega’s afhaken, vooral in veeleisende jobs met kindonvriendelijke werkuren. Begrijpelijke keuze. Maar ook op de werkvloer bestaat er zoiets als een kritische massa. Die was, naarmate de leeftijd vorderde, voor het vrouwelijk contingent danig aan het eroderen. Op de Belgische arbeidsmarkt zijn er geen expliciete uitsluitingsmechanismen voor vrouwelijke werknemers. Wel blijven de subtielere varianten van uitsluiting hardnekkig bestaan, vooral in de technische, mannelijke sectoren waar het aantal vrouwen doorgaans nauwelijks 10 procent bedraagt.
Na de bij momenten vermoeiende strijd tegen de nog vaak vrouwonvriendelijke bedrijfswereld heb ik geen energie meer over om de strijd tegen leeftijdsgebonden stigmatisering te voeren. In weerwil van het publieke discours – ook in wetten gegoten – dat we allemaal langer zullen moeten werken – nu tot 67 jaar – stel je vast dat je als vijftig- en zeker als zestigplusser vaak het etiket krijgt opgeplakt van de oudere en dus waarschijnlijk niet meer meekunnende werknemer, zelfs al heb je een functie met verantwoordelijkheid en stuur je een team van jongere medewerkers aan. ‘ Boomer’ is een scheldwoord geworden. Dat de jongere generaties moeten zwoegen voor het ‘dikke pensioen’ van de zestigers, is niet alleen de waarheid geweld aandoen, het is ook kwetsend. Omdat het de energieke en scherpe zestigers onrecht aandoet, en omdat je met zo’n denigrerende houding de oudere actieve werknemer de facto uitsluit. Dat stigma naar je hoofd geslingerd krijgen heeft een sterk ontmoedigend effect op zestigers die zo naar een irrelevante landingsbaan worden geduwd, of erger, naar een vervroegde exit.
Tijd voor het erfeniscontact
Niet alleen op de werkvloer stel ik ageismvast.Zestigwordenblijkthetbegin van het einde in te luiden. Mijn smartphone denkt me pal op mijn zestigste verjaardag een plezier te doen door me eraan te herinneren mijn erfeniscontact te activeren. Hoe weet mijn smartphone dat eigenlijk? Voor mijn AppleIDhebikeenanderdanmijnwerkelijke geboortejaar ingevoerd, uit ergernis en verzet tegen inbreuk op mijn privacy. En toch stuurt dat toestel me op mijn zestigste verjaardag een bericht dat ik moet beginnen te denken aan mijn einde, zodat iemand, het erfeniscontact dus, mijn smartphone kan opendoen wanneer ik er niet meer ben.
Als klap op de vuurpijl kreeg ik vandaag een e-mail van een immokantoor. Echt iets voor jou, schreeuwt de e-mail, een appartement aan zee! Als ik de mail open, blijkt dat het om een serviceflat gaat. Kijk, ik kan begrijpen dat een mens vooruitziend moet zijn, maar moet ik nu al geconfronteerd worden met mijn zorgbehoevende oude dag?
Als de samenleving zo voortgaat met de nog-niet-pensioengerechtigde generatie te stigmatiseren, dan is het niet verwonderlijk dat de actieve, creatieve, wijze, geestige zestigers massaal afhaken en zodra ze kunnen de arbeidsmarkt de rug toekeren.
“Echt iets voor jou,” schreeuwt de e-mail van een immokantoor, “een appartement aan zee!” Als ik de mail open, blijkt het om een serviceflat te gaan
Honoré de Balzac zou gezegd hebben: “L’homme meurt une première fois à l’âge où il perd l’enthousiasme.” We sterven een eerste keer op de leeftijd waarop we ons enthousiasme verliezen. Als prille zestiger zie ik niet waarom ik niet meer enthousiast de dag kan beginnen, tenzij misschien als ik keer op keer het stigma van oude-richting-overlijdenen-dus-irrelevante generatie opgeplakt krijg. Aan alle mensen die de samenleving in een betere plooi kunnen leggen, deze oproep: neem de strijd tegen leeftijdgerelateerde discriminatie ernstig en maak werk van een intergenerationeel inclusieve samenleving. Ook leeftijdsdiversiteit kan toegevoegde waardeopleveren, direct – om de pensioenkassen te spijzen – maar ook indirect, voor de hele samenleving.