Arrestaties pro-Palestijnse studenten gooien vooral olie op het vuur
Amerikaanse elite-universiteiten worstelen met pro-Palestijnse protesten die lessen verstoren en een “onveilig” gevoel creëren bij sommige Joodse studenten. Zowel de protestbeweging als haar critici laten zich niet tot bedaren brengen.
Tientallen studenten werden maandag gearresteerd op de campussen van Yale en New York University. Ze zijn ondertussen weer vrijgelaten, maar van Berkeley, Californië tot Cambridge, Massachusetts – de thuishaven van Harvard en MIT – zetten universiteitsbesturen zich schrap voor nieuwe protesten. Oproepen vanuit de politiek en vanuit de Amerikaanse elite-universiteiten om de gemoederen rond de oorlog in Gaza te laten bedaren, leken de afgelopen dagen vooral meer olie op het vuur te gooien. De vonk voor de laatste protestacties was de arrestatie van een honderdtal pro-Palestijnse studenten die hun tentjes hadden opgeslagen in het midden van de campus van de Columbia-universiteit in Manhattan.
Toen Minouche Shafik, de rector van Columbia, voor het eerst in vijftig jaar de politie afstuurde op studentenactivisten, kreeg ze tegenwind van talloze studenten en professoren. Zij wreven haar aan dat ze de vrijheid van meningsuiting en het recht op protest had belemmerd. De tentjes die ze liet weghalen, kwamen al snel terug en de protestacties breidden zich uit naar andere universiteiten en naar de straten rond de campus.
Daar getuigden pro-Israëlische tegenbetogers hoe sommige proPalestijnse betogers hen intimideerden. Sommige studenten voelden zich niet langer veilig, waarop de New Yorkse universiteit besliste om de lessen voor enkele dagen online te laten doorgaan.
“Intimiderende omgeving”
De bestuurders van Amerika’s meest prestigieuze universiteiten zitten geprangd. Zolang de Israëlische invasie van Gaza duurt, zullen protesten het leven op campus tekenen, lessen verstoren en academische vieringen ontsieren. Maar donateurs, politici en sommige studenten en academici rekenen de universiteiten af op hun onvermogen om uitwassen te beteugelen. Zeker aan de Republikeinse kant is de geestdrift dit verkiezingsjaar groot om de bastions van de progressieve intellectuele elite af te schilderen als broeihaarden van ontspoord activisme.
De laatste ontwikkelingen bij Columbia tonen hoe delicaat de opdracht van de rectoren is. Shafik, een beroemde econome en ervaren bestuurster, nam vorige week de vlucht vooruit. Republikeinse Congresleden legden haar in Washington op de rooster over haar aanpak van antisemitische voorvallen tijdens pro-Palestijnse protesten. Eerder waren haar collega’s van Harvard en de Universiteit van Pennsylvania (UPenn) bedolven onder kritiek vanwege hun ontwijkende antwoorden op Republikeinse vragen. Beiden moesten uiteindelijk opstappen.
Shafik ging niet uit de bocht in Washington. Aan Columbia kan antisemitisme niet door de beugel, stelde ze onomwonden. Maar op de universiteit nam haar autoriteit af toen ze een dag later het pro-Palestijnse tentenkamp liet ontruimen. Volgens haar creëerde dat “een intimiderende omgeving”. De studentenraad van Columbia oordeelde echter dat ze de protesterende studenten “bestraft omdat ze waarden in de praktijk brengen die deze instelling hoog in het vaandel draagt en die ze hier geleerd hebben”.
In de dagen die volgden, zagen critici die de alarmbel hadden geluid over antisemitisme dan weer hun gelijk bevestigd. Bij protestacties in de straten rond de campus riepen betogers, volgens videoverslagen en getuigenissen in het studentenblad Columbia Spectator, “ga terug naar Polen” en “brand Tel Aviv af tot op de grond” in de richting van Joodse studenten. Een andere demonstrant hield een bord omhoogmetdeboodschap“devolgende doelwitten van Al-Qasam (de militaire vleugel van Hamas, red.)” naast een stel pro-Israëlische tegenbetogers.
Het was tekenend voor de “onveilige” sfeer, vertelde een pro-Israëlische student aan de Columbia Spectator. “De afgelopen zes maanden zongen ze: ‘ We willen hier geen zionisten’. Nu zeggen ze openlijk: ‘Ga terug naar de gaskamers.’” Wie wel en niet een student is tussen de haatdragende roepers is vaak onduidelijk. Talrijke Joodse studenten die deelnemen aan de pro-Palestijnse protesten, zeggen zich wél veilig te voelen.
“Anarchie”
Vanuit Washington gaven de Republikeinse Congresleden die Shafik vorige week nog getrotseerd had, haar er opnieuw van langs. “In de afgelopen dagen is Columbia overspoeld door anarchie”, schreef Congreslid Elise Stefanik. “Als leider van deze instelling is een van uw belangrijkste morele en wettelijke doelstellingen erover te waken dat studenten een veilige leeromgeving hebben. In alle opzichten hebt u hierin gefaald.”
De kans is klein dat Stefanik en haar Republikeinse collega’s het thema zullen laten rusten. Voor de rechterzijde is het politiek gunstig om een schijnwerper te richten op pro-Palestijnse betogers die zich tegen het beleid van de Democratische president Joe Biden keren én op de onrust die hun protesten veroorzaken.
Sommige Democraten denken bezorgd terug aan 1968. Toen zat, net zoals nu, een onpopulaire Democraat in het Witte Huis. Progressief verzet tegen de Vietnam-oorlog en onthutsing over de moord op Martin Luther King lokten toen grote protesten uit, tot op de Democratische conventie. Uiteindelijk was het de Republikein Richard Nixon die profiteerde van de sociale onrust en president werd met een ‘law and order’-campagne.
“De afgelopen zes maanden zongen ze: ‘We willen hier geen zionisten’. Nu zeggen ze openlijk: ‘Ga terug naar de gaskamers’” Een Israëlische student