“De componist en de muzikant vormen de basis, niet de computer”
Net als bij andere creatieve beroepen maakt AI opgang in de muzieksector. Componist Mathias Coppens ziet de technologie als copiloot, “een hulpmiddel met nieuwe mogelijkheden”.
De opmars van artificiële intelligentie blijft met een duizelingwekkende snelheid doorgaan, en steeds meer creatieve makers krijgen concurrentie van een computerprogramma. Schrijvers moeten de pen kruisen met ChatGPT, illustratoren moeten opboksen tegen Dall-E, en ook componisten krijgen partituurgeneratoren in hun vaarwater. Zo zijn er vandaag al applicaties die in een mum van tijd een koraal op de wijze van Bach afleveren, of die een nagelnieuw Eurosongnummer kunnen genereren.
Maar Mathias Coppens is niet bang van die technologische vooruitgang. Vrijdag gaat in De Singel in Antwerpen zijn nieuwe compositie Minerals in première. Voor dat stuk rekent hij net op de nulletjes en de eentjes, die ter plaatse de uitvoering zullen bepalen. Maar voor u het vraagt: de partituur zelf is nog van menselijke makelij.
“Bij een aantal testen werd de partituur voortdurend bijgestuurd. Maar op den duur kon niemand nog volgen”
“Je zit immers met menselijke uitvoerders”, zegt Coppens daarover. “Je zou AI zeker al in real time muziek kunnen laten schrijven, maar je musici moeten dan natuurlijk in staat zijn om die meteen te spelen. Een klassiek musicus werkt normaal gezien niet zo. Die repeteert weken of vaak maanden om complexe stukken muziek in te oefenen. Als je op deze manier wil werken, zou dat betekenen dat alle muziek op zicht speelbaar moet zijn, wat ten koste gaat van de virtuositeit.”
Dus pakte Coppens het anders aan. Artificiële intelligentie is voor hem geen concurrent, maar een copiloot. AI wordt dan een hulpmiddel dat nieuwe mogelijkheden blootlegt. Hij schreef verschillende versies van de partituur, waarbij het publiek via een app enkele parameters kan aanpassen: moet de muziek hoger of lager, sneller of trager, piano of forte klinken? “Dat idee van een modulaire partituur is absoluut niet nieuw. Henri Pousseur schreef in de jaren 60 van de vorige eeuw al Votre Faust. Tijdens die opera kon het publiek stemmen over het verloop van het verhaal. Maar toen gebeurde dat met briefjes die aan de dirigent werden doorgegeven. Dat is enorm omslachtig. Dankzij artificiële intelligentie hebben we nu een gestroomlijnd systeem, waardoor je het muzikale narratief niet meer hoeft te onderbreken.”
Als componeren voor een game
Die choose your own adventure- mentaliteit hoeft niet te verbazen. Coppens liet zich voor Minerals inspireren door de manier waarop muziek in videogames vloeiend in elkaar overgaat. Daar is het de normaalste zaak dat een pastoraal melodietje plots kan overvloeien in donderende gevechtsepiek, wanneer jij als speler plots een zone met een ‘eindbaas’ binnenwandelt. Maar net zoals een programmeur de lijnen uitzet in zijn virtuele wereld, heeft Coppens als componist een aantal regels bepaald waarbinnen gespeeld kan worden.
“Omdat je vaak alleen gamet, heb je in een videospel meestal onmiddellijke interactie tussen je handelingen en de soundtrack. Dat is niet aan te houden in een concertzaal met honderden toeschouwers die allemaal hun input geven. We hebben een aantal testen gedaan waarbij de partituur voortdurend werd bijgestuurd, maar op den duur kon niemand nog volgen wat er aan het gebeuren was: noch de muzikanten, noch het publiek. We moesten dus wel werken met een grootste gemene deler. Maar laat een computer nu net perfect in staat zijn om die te berekenen.”
De componist Coppens heeft artificiële intelligentie dus maar wat graag mee aan boord als player 2. Heeft hij toch geen schrik dat de computerprogramma’s ooit de eerste controller zullen opeisen en de leidende rol opnemen? “Ik denk niet dat het zover zal komen, we gaan net naar een concert gaan voor de ervaring van live uitgevoerde muziek. Dus als we er een interessante avond van willen maken, moeten de componist en de akoestische muzikanten toch nog altijd aan de basis van de ervaring liggen, en niet het computerprogramma.”