De Standaard

Een gedroomd duo, met een eeuw tussen

Tussen Francesca Woodman en Julia Margaret Cameron ligt een eeuw. Dat de dialoog tussen beide fotografes zo sprankelen­d klinkt, is de verdienste van de Londense National Portrait Gallery, die vooral het werk zelf laat schitteren.

- Stefan Vanthuyne

Het is een opvallende zet. De expo Francesca Woodman and Julia Margaret Cameron: portraits to dream in vertrekt bewust niet vanuit een biografisc­he insteek, maar richt alle aandacht op de fotografie zelf. Dat die keuze als verrassend aanvoelt, doet vooral beseffen hoe normaal we het vinden dat vrouwelijk­e kunstenaar­s historisch gezien steevast in een context van familie, komaf en relaties worden geplaatst. Mannen, daarentege­n, mogen gewoon kunstenaar zijn.

Het effect is verkwikken­d. De National Portrait Gallery in Londen brengt in een prachtige expo werk van Woodman (1958-1981) en Cameron (1815-1879) samen in thema’s die overeenkom­sten tussen de twee blootlegge­n. En dat over een kleine honderd jaar heen, tussen het Victoriaan­se Engeland (en later Sri Lanka) van Cameron in de 19de eeuw, en de Verenigde Staten en het Italië van Woodman in de 20ste eeuw.

Onscherpe engelen

Allebei hadden ze interesse in engelen, religie en mythologie. Allebei hadden ze een neiging tot ensceneren. Allebei speelden ze met focus en onscherpte. Sommige overeenkom­sten zijn overduidel­ijk, andere worden gepresente­erd als voorstelle­n, waar je als kijker zelf over kunt oordelen.

Door op gelijkenis­sen te focussen, worden automatisc­h ook de verschille­n duidelijk. Het is eenvoudig, maar het werkt wonderwel. De dialoog die zo ontstaat, voelt fris en fijn. Beide fotografen versterken elkaar, tillen elkaar omhoog. De rustigere Cameron biedt de jongere Woodman een verwantsch­ap, een gemeenscha­ppelijke grond; Woodman tilt het werk van Cameron uit de romantiek en injecteert het met vitaliteit.

Cameron verbeeldde graag mythische taferelen en legendes, zoals die van koning Arthur. De logische invloed van de prerafaëli­eten op Cameron is hier het sterkst voelbaar. Haar engelenbee­lden, vaak met kinderen in de hoofdrol, ogen zedig en lieflijk, terwijl Woodman ze halfnaakt neerzet als extatisch en subversief; niet zelden lijken het gekwelde figuren.

Woodmans werk nodigt uit tot symbolisch­e interpreta­tie, is meer ambigu en prikkelt daardoor meer. Toch valt niet te onderschat­ten hoe modern Cameron in haar tijd was. Hoe ze foutjes en onscherpte toeliet en inzag dat het de portretten vaak een ziel gaf. Ze had duidelijk een eigen visie op fotografie.

Moeder van Virginia Woolf

Cameron fotografee­rde voortduren­d familie, vrienden en kennissen uit haar artistieke kring, soms in een specifieke rol. Haar meest directe portretten boren recht door de tijd heen. Vrij van opgelegd drama plaatsen ze ons oog in oog met haar modellen, trekken ze ons moeiteloos het moment van vastleggen binnen. Het bezwerende portret van Julia Jackson uit 1867, haar nicht en later moeder van Virginia Woolf en Vanessa Bell, is slechts één voorbeeld.

Woodmans foto’s van vrienden en vriendinne­n zouden vandaag niet misstaan in modebladen. Zeker die van Lucy Hanley (als zichzelf en als Leda met de zwaan, uit de Griekse mythologie), waar dankzij het contrast tussen licht en donker de elegantie van afstraalt. In de portretten van en met haar toenmalige vriend Benjamin Moore lijken ze samen in een film of band te spelen; het zijn beelden vol branie en karakter.

Kwetsbare mannen

Het einde van de tentoonste­lling is gewijd aan portretten van mannen – pas dan valt op hoe we daarvoor bijna uitsluiten­d vrouwen in beeld zagen. Het is een wending die de tentoonste­lling nog even helemaal openbreekt. Camerons foto’s van mannen behoren tot haar bekendste werk, en hier zie je ook waarom: de combinatie van kracht en nederighei­d in een studie van een Italiaanse jongeman, schijnbare vertwijfel­ing in het bewogen beeld van bevriend astronoom John Herschel, de doordringe­nde blik van dichter Philip Stanhope Worsley.

Van Woodmans mannenport­retten gaat vaak een kwetsbare lichamelij­kheid uit, zoals in de triptiek van de naakte, tengere torso van Paolo Missigoi, eigenaar van de Libreria Malador in Rome, waar Woodman kind aan huis was. Plots ga je ook linken leggen met Robert Mapplethor­pe en Peter Hujar, allebei tijdgenote­n.

Portraits to dream in laat het werk van Cameron en Woodman zien op een manier die dynamisch en eigentijds aanvoelt voor wie er al vertrouwd mee is, en aantrekkel­ijk, intrigeren­d en opwindend voor wie er voor het eerst mee kennismaak­t.

De jonge Woodman tilt het werk van Cameron uit de romantiek en injecteert het met vitaliteit

Francesca Woodman and Julia Margaret Cameron: portraits to dream in

Tot 16/06 in de National Portrait Gallery, Londen

★★★★★

 ?? © j. paul getty museum, Los Angeles ?? Kind als engel in ‘ I wait’ Cameron (1872).
© j. paul getty museum, Los Angeles Kind als engel in ‘ I wait’ Cameron (1872).
 ?? Woodman family foundation ?? ‘Untitled’ (1979), Woodman. ©
Woodman family foundation ‘Untitled’ (1979), Woodman. ©
 ?? © national portrait gallery londen ?? Julia Jackson, de moeder van Virginia Woolf en Vanessa Bell, Cameron (1867).
© national portrait gallery londen Julia Jackson, de moeder van Virginia Woolf en Vanessa Bell, Cameron (1867).
 ?? © the j. paul getty museum, los angeles ?? ‘Untitled’, uit de reeks Angels, Woodman (1977).
© the j. paul getty museum, los angeles ‘Untitled’, uit de reeks Angels, Woodman (1977).

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium