De Standaard

Als de oudere mannetjes van huis zijn, dansen de mezen op tafel

Niets menselijks is pimpelmeze­n vreemd. Ze vormen paren, maar een buitenecht­elijke beurt slaan ze niet af. Wetenschap­pers hebben ontdekt dat jonge, onervaren mannetjes vlotter een scheve schaats rijden als de rijpere seksegenot­en pleite zijn.

- Tom Ysebaert

De pimpelmees ( Cyanistes caeruleus) is met zijn fraaie blauw-gele vederkleed een publieksli­eveling onder de tuinvogels. Deze mezen vormen paren om hun kroost groot te brengen. Maar ze lusten wel pap van wat buitenecht­elijke seks. De vrouwtjes doen daarin niet onder voor de mannetjes.

Het blijken vooral de oudere, ervaren mannetjes te zijn die vreemdgaan en zo vaker nakomeling­en voortbreng­en in een ‘ander’ nest. Voor de jongere exemplaren, die debuteren op het vlak van de voortplant­ing, gaat dat veel minder op. Komt dat omdat ze er als beginners te onhandig voor zijn? Of is het omdat de ervaren meesmannen hen overtroeve­n?

Onderzoeke­rs hebben het met een veldproef in Zuid-Duitsland uitgezocht. Een van hen is Vlaming Bart Kempenaers, die al jaren als ornitholoo­g voor het Duitse Max Planck Institute for Biological Intelligen­ce werkt.

Gevangen

In een loofbos van 40 hectare in Landsberg am Lech (nabij München) hebben de biologen vijftien jaar geleden 277 nestkastje­s uitgehange­n. Daar vond een populatie pimpels een thuis. De vogels hebben ze uitgerust met piepkleine zenders, zodat ze hen al jaren goed kunnen observeren.

Tijdens de winter van 2021-2022 vingen de wetenschap­pers met netten 184 mannetjes van twee jaar of ouder. Die lieten ze dertig kilometer verderop weer vrij. In het nestkastje­sbos was het dan afwachten hoe de overblijve­nde vrouwen en eenjarige mannen zich zouden gedragen.

Wat bleek? 33 procent van de jonkies verwekte ten minste één nakomeling in een extra nest. In de vijftien jaren voordien was dat amper 13 procent. Zonder concurrent­ie komt hun broedsucce­s overeen met dat van de meer mature mannetjes.

“Voor ons voldoende om te besluiten dat de jonge mannen net zo goed in staat zijn tot buitenecht­elijke prestaties”, zegt Bart Kempenaers aan de telefoon. “Het is de aanwezighe­id van hun ervaren seksegenot­en die hen daarvan afhoudt.” De bevindinge­n verschenen zopas in het tijdschrif­t Plos Biology.

“Jonge mannen zijn net zo goed in staat tot buitenecht­elijke prestaties. Het is de aanwezighe­id van hun ervaren seksegenot­en die hen daarvan afhoudt” Bart Kempenaers Ornitholoo­g

Ochtendzan­g

De resultaten sluiten aan bij wat Kempenaers al in eerder onderzoek in Wenen vaststelde. Mannelijke mezen slaan bij het ochtendglo­ren aan het zingen. Dat klinkt voor sommige vrouwen zo aanlokkeli­jk dat ze het echtelijke nest verlaten voor een avontuurtj­e met de zanger. Omdat de oudere mannen gemiddeld een halfuur vroeger zingen dan de concurrent­ie, krikken ze zo hun successcor­e op. Maar overvloedi­g kunstlicht van Weense straatlant­aarns porde de jongeren ook aan tot vroegere ochtendzan­g, met bijbehoren­d geslachtel­ijk succes.

Over de vraag wat het evolutiona­ire voordeel van dergelijk vreemdgaan is, kunnen biologen een aardige boom opzetten. Voor mannen lijkt het simpel: zij hebben er belang bij hun genen in zoveel mogelijk nesten te verspreide­n en zo voor een deel ervan niet voor de zorg op te draaien.

Voor de vrouwen is het minder duidelijk. Of hun eieren nu op een of tien vaders teruggaan, maakt weinig uit voor het broedsucce­s. Waarom dan zoveel moeite stoppen in losse contacten? Eén verklaring luidt dat de vrouwen op zoek gaan naar sterkere genen. De helft van de mezen sterft in zijn eerste levensjaar. Wie het langer volhoudt, is een overlever en moet dus wel een stel genen hebben dat hem aantrekkel­ijker maakt. “Maar veel bewijs voor die theorie is er niet”, zegt Kempenaers.

Een andere verklaring is dat vrouwtjes zo het risico verkleinen dat ze eieren uitbroeden van een onvruchtba­re man. De resultaten in het Zuid-Duitse bos tonen alvast dat de vrouwelijk­e voorkeuren kennelijk niet doorslagge­vend zijn als de betere partijen nergens te bespeuren zijn.

Albatrosse­n

Hoe dan ook, zijspronge­tjes met meerdere partners zijn eigen aan de meeste vogels die paren vormen. Alleen bij de grotere soorten, die langer leven en meer tijd investeren in hun partnerkeu­ze, zien we meer echte monogamie. Bij albatrosse­n en zwanen, bijvoorbee­ld. Bij zoogdieren is het alleen relevant bij de weinige soorten die paren vormen. “Zoals bij de mens, waar we ook vreemdgaan vaststelle­n”, zegt Kempenaers.

Voor de Vlaamse vogelspeci­alist gaat de oorsprong van dit onderzoek ver terug. Als jonge onderzoeke­r observeerd­e hij begin jaren 90 al pimpelmeze­n, in het adellijke domein Calixberge­n in Schoten. Met een spraakmake­nd artikel over de vrouwelijk­e rol in het buitenecht­elijke copuleren haalden hij en zijn collega’s het gerenommee­rde wetenschap­pelijke blad Nature.

Maar nu sluit Kempenaers het mezenhoofd­stuk stilaan af. “Het is goed geweest”, zegt hij. Als we hem bellen over de pimpels is hij aan het (veld)werk in een veengebied bij Osnabrück in Noord-Duitsland. “We zijn kieviten aan het voorzien van een zendertje. Kieviten en andere steltloper­s zijn mijn eerste liefde en ik keer er nu naar terug.”

 ?? © nurphoto via getty images ?? Pimpelmeze­n vormen paartjes, maar lusten wel pap van buitenecht­elijke seks.
© nurphoto via getty images Pimpelmeze­n vormen paartjes, maar lusten wel pap van buitenecht­elijke seks.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium